Natuurjournaal 23 december 2025

Glimmerinktzwammen zijn algemeen in Nederland en met name vanaf het late voorjaar tot in de vroege winter te vinden, de piektijd ligt in oktober en november. Ze groeien in bundels rond wegrottende bomen en in het afgevallen hout van allerlei loofbomen. Onder de hoed zitten bruine lamellen met een witte rand, die na verloop van tijd inktzwart worden door de rijpe sporen. De hoed is bedekt met poederachtige korreltjes, waardoor het lijkt of het oppervlak glimt. Bij het ouder worden van de paddenstoelen, kan die ‘glans’ vergaan, doordat de korreltjes eraf vallen.

Afgevallen bladeren leveren momenteel allerlei verrassingen op. Verborgen levensvormen vallen van hoog uit de boomkruinen, zoals de gallen van de lensgalwesp. De schotelvormige gallen zijn te vinden op de onderzijde van bladeren van de zomereik. Ze laten makkelijk los van het blad. In feite zullen uit de gallen die nog aan het blad zitten geen galwespen komen, de ‘succesvolle’ gallen zijn eerder op de grond gevallen dan de bladeren zelf. Binnen in elke gal zit een zich ontwikkelend galwesplarfje, hun ontwikkeling gaat op de grond verder. Dit zijn enkel vrouwtjes, in de aseksuele generatie. Volgend voorjaar zullen deze vrouwtjes andere gallen maken in eiken, waaruit zowel mannetjes als vrouwtjes voortkomen.

Tekst: Karen Bosma, Nature Today
Beeld: Luuk Vermeer, Saxifraga; Karen Bosma