Herstelplan voor knautiabij helpt meteen drie soorten

Provincie Gelderland
29-MEI-2020 - De knautiabij en de knautiawespbij staan op de Rode Lijst van bedreigde soorten. Ongeveer 25 procent van de Nederlandse populatie komt voor in het Gelderse rivierengebied. De provincie Gelderland neemt daarom extra maatregelen om beide bijensoorten te behouden. In opdracht van de provincie hebben ATKB en Stachys ecologisch advies een herstelplan opgesteld voor deze soorten.

De volgende stap is om, in samenwerking met terreineigenaren, te bepalen hoe de herstelstrategie zal worden ingevuld.

Knautia, knautiabij en de knautiawespbij

De namen knautiabij (Andrena hattorffiana) en knautiawespbij (Nomada armata) zijn niet toevallig gekozen. Vooral de knautiabij is sterk afhankelijk van de beemdkroon, de Knautia arvensis. De vrouwtjes verzamelen het stuifmeel van de beemdkroon als voedsel voor hun larven en de mannetjes weten dat ze bij beemdkroon de hun vrouwtjes kunnen vinden.

De vrouwtjes van de knautiabij leggen hun eieren in nesten onder de grond, in zandige bodem. Daar laat de knautiawespbij zich zien. De knautiawespbij is een nestparasiet die zijn eitjes uitsluitend in nesten van de knautiabij legt. Ook de knautiawespbij is dus voor de voortplanting van de knautiabij afhankelijk.

Maatregelen in kaart gebracht

Omdat in het Gelderse rivierengebied ongeveer 25 procent van de Nederlandse populatie van beide soorten voorkomt, heeft de provincie Gelderland deze bijen opgenomen in de lijst van prioritaire soorten. Dat betekent dat extra geld beschikbaar is om aanvullende maatregelen te nemen. Door maatregelen te nemen voor de knautiabij, wordt ook de knautiawespbij geholpen.

De adviesbureaus ATKB en Stachys hebben eerst in 2019 geïnventariseerd waar de knautiabij voorkomt. Naast de bekende populaties (Tolkamerdijk, Winssen, Gelderse Poort) zijn er ook populaties ontdekt in Kil van Hurwenen en de Jezuϊetenwaai (Rijnstrangen). Voor deze plekken, en de plekken die met een beetje hulp geschikt kunnen worden gemaakt voor de knautiabij, zijn maatregelen geformuleerd om de soort te behouden.

Knautiabij op beemdkroon

Gefaseerd maaien en uitbreiding leefgebied

Een belangrijke maatregel is gefaseerd maaibeheer. Door vroeg of juist laat in het jaar te maaien of bepaalde stroken te sparen, kan beemdkroon de hele zomer bloeien. Ook het verplaatsen van bijenkasten voor honingbijen (deze kunnen concurreren met wilde bijen) en het uitzaaien of planten van beemdkroon kunnen bijdragen aan een beter leefmilieu voor de knautiabij en de knautiawespbij.

In de natuurgebieden langs de rivier, vlakbij plekken waar de knautiabij voorkomt, liggen nog de restanten van oude steenfabrieken. Ze worden meestal ingericht door er maaisel uit nabije natuurterreinen uit te strooien en kunnen kansen bieden voor de vestiging van beemdkroon en knautiabij. Maar de bodem van deze steenfabrieksterreinen bevat veel vermalen en aangedrukte baksteen, gruis en grind. Het duurt tietallen jaren voor de bodem een humusprofiel heeft ontwikkeld, en beemdkroon heeft een dun humuslaagje in de bodem nodig. Daarom komt er mogelijk een praktijkproef voor manieren om dat humuslaagje versneld te laten ontstaan, zodat beemdkroon zich er kan vestigen.

Leefgebied van de knautiabij met beemdkroon; dijk bij Erlecom

Samen met terreinbeheerders

ATKB en Stachys werken het herstelplan momenteel uit. Voor de uitvoering zal provincie Gelderland of ATKB contact opnemen met de terreineigenaren, waarna we samen kunnen bekijken welke maatregelen waar genomen kunnen worden. Als de knautiabij op uw terrein voorkomt en u wilt al contact, dan kunt u via het provincieloket van de provincie Gelderland vragen naar Irene Smolders.

Uitgebreide informatie vindt u in het herstelplan knautiabij en knautiawespbij in Gelderland, fase 1, verkenning (pdf; 4,8 MB).

Tekst: Irene Smolders, provincie Gelderland
Foto's: Douwe Schut, ATKB