doodgevroren en/of verstike amfibieën,

Dooi brengt dode Bruine kikkers aan de oppervlakte

20-FEB-2012 - Na een lange aanhoudende vorstperiode - met op alle wateren een dikke laag ijs - is de dooi ingetreden. Bijna alle ijs is intussen verdwenen. Op een aantal plaatsen werden de voorbije dagen in (vooral) kleine poelen en vijvertjes dode, opgezwollen Bruine kikkers aangetroffen. Hoe komt dit?

Bericht uitgegeven door Natuurpunt Studie [land] op [publicatiedatum]

Na een stevige vorstperiode - met op alle wateren een dikke laag ijs - is de dooi ingetreden. Bijna alle ijs is intussen verdwenen. Op een aantal plaatsen werden de voorbije dagen in (vooral) kleine poelen en vijvertjes dode, opgezwollen Bruine kikkers aangetroffen. Hoe komt dit?

Watersalamanders, Bruine kikkers, Bastaardkikkers en Europese meerkikkers kunnen zowel aan land als in het water overwinteren. Bij Bruine kikkers zou zelfs tot 30% de winter onder water doorbrengen. Amfibieën beschikken over verschillende ademhalingstechnieken en kunnen zich van zuurstof voorzien door kieuw-, long- en huidademhaling. Die huidademhaling is mogelijk dankzij speciale aanpassingen in de huidstructuur. Ze is echter ontoereikend bij hogere watertemperaturen (bv. tijdens de lente- en zomerperiode). Vandaar dat salamanders regelmatig naar boven moeten komen om luchtzuurstof te happen. Maar in het koude winterwater kunnen amfibieën voor een relatief lange periode in hun zuurstofbehoefte voorzien enkel door middel van die huidademhaling.

Bruine kikkers en Alpenwatersalamanders, dood nadat het kleinet tuinvijvertjes volledig dichtvroor (foto: René Verschraege)

Na een langdurende vorstperiode (met ijsvorming tot gevolg) worden echter regelmatig dode amfibieën in een poel of vijver aangetroffen. Oorzaak? Verstikking als gevolg van de productie van ‘moerasgassen’ zoals methaan en waterstofsulfide. Deze gassen worden gevormd tijdens de afbraak van dood organisch materiaal (bv. dode bladeren) op de bodem van een vijver door anaerobe bacteriën. Het zuurstofgehalte op de bodem ligt lager dan in het midden van de waterkolom of aan het wateroppervlak. Voor anaerobe bacteriën is dit echter geen probleem: zij hebben immers geen zuurstof nodig om te overleven en kunnen zich zelfs in zuurstofarme of zuurstofloze omstandigheden goed ontwikkelen, ook wanneer de waterpartij met een dikke laag ijs en sneeuw bedekt is. Dus ook in bevroren poelen gaat de afbraak van dood organisch materiaal gewoon door en wordt voortdurend nieuw moerasgas gevormd.

Op zich hoeft moerasgas geen probleem te zijn indien er ook voldoende zuurstof in het water aanwezig is. En daar zit nu net het probleem. Wanneer een poel of vijver met sneeuw en ijs is bedekt, kan er geen daglicht meer in het water doordringen en kunnen de waterplanten niet voldoende nieuwe zuurstof produceren. Wanneer een kritische drempel wordt overschreden (veel moerasgas, weinig zuurstof), kunnen amfibieën die op de bodem van de poel of vijver overwinteren, hierdoor sterven.

Vorige week werden op enkele plaatsen ook enkele padden dood aangetroffen in waterlocaties die kort ervoor nog volledig waren dichtgevroren. Nochtans overwinteren padden zelden of nooit in het water. Soms trekken ze echter al vroeg in het voorjaar naar hun paaiplaatsen. Dit jaar werd al paddentrek gesignaleerd in de eerste week van januari, wat heel uitzonderlijk is. De extreem zachte temperaturen in de eerste tien dagen van januari zijn hier niet vreemd aan. Wanneer het dan begint te vriezen en de padden niet tijdig het water kunnen verlaten, verstikken ze, net als die Bruine kikkers.

Na de dooi kwamen in deze kleine tuinvijver 75 doodgevroren kikkers en padden en 20 dode salamanders bovendrijven (foto: René Verschraege)

Om te verhinderen dat kikkers in het water zouden overwinteren, wordt best de sliblaag op de bodem regelmatig geruimd (amfibieën zullen enkel in het water overwinteren wanneer er een dikke sliblaag aanwezig is). Slib wordt bij voorkeur verwijderd tussen begin september en eind november. In die periode zitten er normaal geen amfibieën in het water: de larven zijn dan al gemetamorfoseerd en verblijven, net als de meeste volwassen exemplaren aan land. Ook de volwassen amfibieën die in het water overwinteren, zitten in die periode normaal nog aan land. Let wel: zo’n slibruiming is lang niet elk najaar nodig. Het hangt een beetje van poel tot poel af maar gemiddeld zou het moeten volstaan om eens om de vijf à tien jaar alle dood organisch materiaal van de bodem te verwijderen.

Natuurpunt vraagt om dergelijke meldingen van dode kikkers of padden in poelen of vijvers die tot voor kort volledig waren dichtgevroren te melden op www.waarnemingen.be, bij voorkeur gedocumenteerd met foto's.

Tekst: Dominique Verbelen & Robert Jooris, Hyla
Foto: Hugo Willocx en René Verschraege