Natuurjournaal 4 juli 2025

Je ziet ze moeilijk over het hoofd, die vrolijke, gele bloemen van gele plomp in vijvers, plassen en meren. De gele plomp bloeit van mei tot augustus. Je ziet deze waterplant vaak samen met de witte waterlelie, die van dezelfde watercondities houdt. In hun wirwar van drijvende bladeren pik je die van de gele plomp er makkelijk tussenuit. Het zijn de eironde bladeren die vlak op het water drijven, in plaats van de ronde bladeren met vaak een opstaande rand van de waterlelie. De nectar van gele plomp geurt onweerstaanbaar voor de vele soorten insecten die de bloemen bestuiven. Kijk dus eens van dichtbij wat er in zo’n bloem rondkruipt. Maar val niet in de sloot!

Je kunt er donder op zeggen: is er een zomerse onweersbui op komst, dan pakken wolken piepkleine insecten – die wij ‘onweersbeestjes’ noemen – zich samen. Maar wat zijn het precies? Onweersbeestjes, of donderbeestjes, zijn tripsen. Er zijn vele soorten tripsen – alleen al in Nederland meer dan honderdvijftig verschillende. Populair zijn ze niet. Er zijn soorten die in de planten- en bloementeelt enorme vraatschade veroorzaken. Sommige zijn bijvoorbeeld dol op uien, andere op chrysanten. Ook je kamerplanten moeten er weleens aan geloven. Het wonderlijke is dat tripsen niet zo goed kunnen vliegen. Ze waaien met alle winden mee en verzamelen zich zo in grote aantallen. Jouw kant op. Je kunt er niet veel tegen beginnen, behalve het uitzitten. Ramen, deuren en je mond dichthouden. En hopen dat zwaluwen en andere insecteneters er snel korte metten mee maken.

Tekst: Karen Bosma, Nature Today
Beeld: Jan van der Straaten, Saxifraga; Remco Hofland, Waarneming.nl