Geslaagde workshop: kleinschalig plaggen voor gentiaanblauwtje
De Vlinderstichting
Het Vlinderstichting-beschermingsfonds zet zich in voor soorten vlinders en libellen die het écht nodig hebben. Het gentiaanblauwtje is er zo eentje. Omdat de nood voor deze soort zo hoog is, is het van belang dat zo veel mogelijk kennis wordt uitgewisseld over de aanpak in beheer. Een landelijke aanpak is noodzakelijk. Daarvoor is samenwerking van beheerders, vrijwilligers en iedereen die betrokken is bij de soort belangrijk. Om zoveel mogelijk beheerders uit Nederland en België hierbij te betrekken, werd op 30 oktober 2025 een workshop georganiseerd met het thema ‘kleinschalig plaggen’. Door een combinatie van theorie en praktijk aan te bieden, konden beheerders meekijken met wat werkt, en wat niet. Dit gebeurde op de Kampina, een natuurgebied in Noord-Brabant, waar het gentiaanblauwtje nog voorkomt. Met de beheerders en lokale vrijwilligers werden de volgende onderwerpen besproken en bekeken:
- Voor- en nadelen van verschillende vormen van plaggen: maaipaden met bosmaaier of tractor, gechopperde stukken, grote plagplekken, kleine handmatige plagplekjes. Wat is nu de perfecte plagplek?
- Hoe om te gaan met zaaien van klokjesgentiaan: timing, hoeveelheid zaad, mate van bekalking.
- Wat kunnen vrijwilligers betekenen in onderzoek: aanwezigheid van (bos)steekmieren, kiemsucces van gentianen.
Op de Kampina zet de Blauwe Brigade, een vrijwilligersgroep, zich samen met Natuurmonumenten al bijna 20 jaar in voor het gentiaanblauwtje. De vlinder heeft zich uit een diep dal weten te herstellen, maar is nog erg kwetsbaar. De Blauwe Brigade werkt op veel verschillende fronten. In de winter wordt veel beheer uitgevoerd. Jaarlijks worden tientallen ondiepe plagplekjes van 1 vierkante meter gemaakt – met aanvullend bekalking om een zuurpiek in de grond tegen te gaan – en worden boompjes getrokken om de heide open te houden. Verzameld gentianenzaad wordt in de plagplekjes gezaaid, omdat deze plant op natuurlijke wijze vaak niet snel genoeg op de plagplekjes komt. In de zomer worden eitjes geteld op de gentianen, om een beeld te krijgen van de populatie gentiaanblauwtjes in dat jaar. Ook doet de vrijwilligersgroep onderzoek naar de aanwezigheid van steekmieren (Myrmica), omdat die een essentiële component zijn in de levenscyclus van de vlinder. Naast eitjes worden ook de gentianen op de plagplekjes geteld. Zo wordt duidelijk hoeveel succes de maatregelen hebben. Wat blijkt: 39 procent van de getelde eitjes werd dit jaar aangetroffen op gentianen die op plagplekjes stonden! Zo blijkt hoe belangrijk deze plekjes zijn. Na de bloei van gentianen wordt van een deel weer zaad verzameld, om in de winter te kunnen gebruiken.
Met de informatie uit de workshop kunnen beheerders in hun eigen gebieden aan de slag om de populatie gentiaanblauwtje te behouden en te versterken. Want met droge, hete zomers en kletsnatte jaren wordt alle flexibiliteit van het gebied én het gentiaanblauwtje gevraagd. Schop in de grond, en kleinschalig hard aan de slag dus!
Tekst: Wouter Oe, De Vlinderstichting
Beeld: Wouter Oe; Michiel Wallis de Vries; Kars Veling
