bevergeurmerk

Beverkalender maart: bevers gaan het huis uit

Zoogdiervereniging
15-MRT-2012 - Maart kenmerkt zich door veranderingen in de samenstelling binnen een beverfamilie. Dit is de maand waarin de meeste tweejarige dieren hun familie verlaten om een eigen plek en een partner te zoeken. Er worden daarbij verschillende strategieën gebruikt. De meeste dieren zwermen niet ver uit, hooguit enkele tot enkele tientallen kilometers, en behouden contact met de populatie. Maar een enkeling trekt de stoute schoenen aan en zwemt ver, tot wel honderd kilometer of meer, waarbij geschikte en nog lege gebieden worden overgeslagen. Zo is er in het voorjaar van 1995 een bever bij Nijmegen vertrokken en die heeft zich in dat najaar langs de Oude Maas onder Rotterdam gevestigd.

Bericht uitgegeven door de Zoogdiervereniging [land] op [publicatiedatum]

Maart kenmerkt zich door veranderingen in de samenstelling binnen een beverfamilie. Dit is de maand waarin de meeste tweejarige dieren hun familie verlaten om een eigen plek en een partner te zoeken. Er worden daarbij verschillende strategieën gebruikt. De meeste dieren zwermen niet ver uit, hooguit enkele tot enkele tientallen kilometers, en behouden contact met de populatie. Maar een enkeling trekt de stoute schoenen aan en zwemt ver, tot wel honderd kilometer of meer, waarbij geschikte en nog lege gebieden worden overgeslagen. Zo is er in het voorjaar van 1995 een bever bij Nijmegen vertrokken en die heeft zich in dat najaar langs de Oude Maas onder Rotterdam gevestigd.

Dergelijke tochten zijn niet ongevaarlijk. Vaak moeten ze allerlei territoria van andere bevers doorsteken om een eigen plek te vinden. De bevers die daar wonen tolereren dergelijke passanten niet en proberen ze te verjagen. Allereerst doen ze dat door in hun territorium allerlei zogenaamde geurmerken neer te leggen. Dat doen ze het hele jaar door, maar in het voorjaar, vanwege het vertrek van de tweejarigen, bereikt dat een piek. Daarmee maken ze vreemdelingen duidelijk dat het gebied bezet is en dat ze niet welkom zijn. Bij het maken van een geurmerk schrapen ze op de oever modder en wat vegetatie tot kleine hoopjes. Op die hoopjes deponeren ze vanuit een aantal klieren sterk ruikende stoffen. Komt een territoriumhouder toch een vreemde bever tegen, dan zal hij hem het territorium uitzetten. Daarbij gebruiken ze ook hun scherpe snijtanden. Soms zijn de wonden dusdanig ernstig dat de dieren er aan overlijden. Bij alle volwassen bevers zijn allerlei oude bijtwonden te vinden op met name schouders en aan staart. Dat wijst erop dat nagenoeg alle wonden gewoon weer genezen.

Bevergeurmerk (foto: Vilmar Dijkstra)

Als de dichtheid aan bevers hoog is, stellen veel tweejarigen het vertrek uit en kiezen ervoor om in augustus te vertrekken. Ook in die periode is dat weer terug te zien aan de verhoogde activiteit in het maken van geurmerken door bevers die al een territorium hebben. Er zijn zelfs enkele dieren die er voor kiezen om pas te vertrekken in maart als ze drie jaar oud zijn.

Op dit moment voert de Zoogdiervereniging in opdracht van Staatsbosbeheer een inventarisatie uit vangeurmerken in de Biesbosch. Aan de hand van concentraties van geurmerken kunnen de territoriumgrenzen achterhaald worden. De laatste keer dat dit is gedaan was in 2004. We zijn heel benieuwd of het aantal territoria in de Biesbosch is toegenomen en daarmee de populatie is ingedikt. Later in het jaar worden nog bevertellingen uitgevoerd om een goede schatting van de populatiegrootte te kunnen maken.

Tekst en foto: Vilmar Dijkstra, Zoogdiervereniging