Natuurbeheerders als veelzijdige duizendpoten
Wageningen UniversityBericht uitgegeven door Alterra Wageningen UR op vrijdag 5 december 2008
Op 17 december a.s. organiseert Alterra samen met het Bosschap (het bedrijfschap voor bos en natuur) een landelijke discussiebijeenkomst over beheer van bos- en natuurterreinen. Wat is er voor nieuws onder de zon? In het natuurbeleid staat het realiseren van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) centraal. De verantwoordelijkheid voor het realiseren van beheerdoelen wordt meer en meer op regionaal niveau gelegd. Beheerders worden dan ook geconfronteerd met nieuwe vragen en problemen en moeten zich steeds meer ontwikkelen als veelzijdige duizendpoten die meer kennis hebben dan van natuur alleen.
Het Rijk en de provincies zien de terreinbeheerders als de belangrijkste uitvoerders van het natuurbeleid. De context waarbinnen deze terreinbeheerders zich bewegen is de laatste jaren sterk veranderd: verantwoordelijkheden komen steeds meer op regionaal niveau te liggen. Voor deze verandering wordt de term ‘regionalisatie van het terreinbeheer’ gebruikt. Klinkt mooi, maar wat betekent dat in de praktijk van alledag?
Meer dan alleen natuurbeheer
In het verleden ging het bij terreinbeheer vooral om de natuur en het terrein zelf. Inmiddels moeten beheerders ook steeds meer verstand hebben van allerlei maatschappelijke thema’s, zoals waterberging, gebiedsontwikkeling, verstedelijking. Van alle kanten liggen er claims op de schaarse ruimte die maken dat organisaties moeten gaan samenwerken, doelen moeten afstemmen, over de grenzen van hun eigen terrein moeten denken. De vraagstukken zijn complexer en vragen vaak kennis die niet altijd bij individuele beheerders aanwezig is. Door samen te werken kan kennis, geld en grond worden gebundeld zonder dat dit van elkaar gekocht hoeft te worden. En dat kan winst betekenen.
Andere opdrachtgevers en netwerken
Terreinbeheerders worden steeds vaker uitgenodigd om in allerlei regionale netwerken deel te nemen. Dit kan gevolgen hebben voor de interne organisatiestructuur: meer werken in regionale netwerken omdat de opdrachtgevers in de regio’s zitten (bijvoorbeeld provincies). Dit betekent dat terreinbeheerders moeten investeren in meer kennis in de regio’s. Vroeger hielden de mensen zich in de regio’s bezig met het beheer van de natuur. Nu moeten er mensen staan die projecten integraal kunnen benaderen, kunnen overleggen met opdrachtgevers en financiers en die kunnen zoeken naar nieuwe samenwerkingsvormen.
Meer middelen, of misschien toch niet?
Terreinbeheerders kunnen hun middelen verkrijgen van de overheid, de markt of van de civil society (denk aan postcodeloterij, donaties van burgers). Ze hebben nu geen centraal aanspreekpunt meer, maar moeten bij verschillende loketten gaan shoppen. Niet alleen om aan geld te komen, maar ook om kennis te vergaren en kennis in te brengen, en om regionale beleidsinstrumenten te kunnen inzetten. Dit vergt veel van de eigen organisatie en van de contacten met andere terreinbeheerders, om er zo goed mogelijk in te slagen om over middelen te beschikken. In principe kan er opgeteld sprake zijn van meer geld, meer kennis, meer grond, maar in de praktijk is het natuurlijk niet simpel.
Waardetoekenning aan natuur in de samenleving
Natuurbeheerders realiseren zich inmiddels maar al te goed dat natuur meer is dan het realiseren van een biodiversiteitdoelstelling. Natuur heeft immers ook een waarde voor gezondheid (rust, ruimte, schoon water), recreatie, veiligheid (waterberging) en economie. Terreinbeheerders moeten als het ware leren om een andere taal te spreken om de waarde van hun terreinen en begrippen als regionale identiteit aan anderen te kunnen aangeven.
De bijeenkomst
Uit het onderzoek Regionalisatie van terreinbeheer komt naar voren dat regionalisatie noodzakelijk is, maar niet altijd in alle gevallen. Er moet voor worden gewaakt dat terreinbeheerders en overheden niet meteen de lat te hoog leggen. De verbreding en opschaling van doelen moet worden gefaseerd en gedoseerd in de tijd. Regionalisatie van terreinbeheer kan dan uitgroeien tot meerwaarde, niet alleen voor de terreinbeheerders zelf, maar voor de gehele samenleving.
Op 17 december (middag) worden de eerste resultaten van het onderzoek gepresenteerd op de landelijke discussiebijeenkomst in Amersfoort. Wie wil meedenken om de bevindingen verder aan te scherpen is van harte welkom!
Belangstellenden kunnen zich vóór 12 december aanmelden via deze link. Meer informatie over het onderzoek is te vinden op www.kennisonline.wur.nl.
Tekst: Marcel Pleijte, Annelies Bruinsma, Alterra Wageningen UR