IJzeroer

Natuur gebaat bij vastleggen bodemfosfaat

Wageningen University
25-SEP-2009 - Omvorming van landbouwgronden naar natuur is een van de manieren om de EHS te realiseren. Natuurontwikkeling op voormalige landbouwgronden blijkt in de praktijk vaak lastig vanwege de voedingsstoffen die zich in grote hoeveelheden in deze gronden hebben opgehoopt. Tot voor kort was vooral de overmaat aan stikstof een factor waar rekening mee gehouden werd. Steeds meer wordt duidelijk dat ook een teveel aan fosfaat negatieve gevolgen heeft: de kans op een soortenrijke vegetatie wordt lager en er verschijnen vooral ruigtesoorten. Het vastleggen van fosfaat in de bodem kan dit probleem oplossen.

Bericht uitgegeven door Alterra Wageningen UR op vrijdag 25 september 2009

Omvorming van landbouwgronden naar natuur is een van de manieren om de Ecologische Hoofd Structuur te realiseren. Natuurontwikkeling op voormalige landbouwgronden blijkt in de praktijk vaak lastig vanwege de voedingsstoffen die zich in grote hoeveelheden in deze gronden hebben opgehoopt. Tot voor kort was vooral de overmaat aan stikstof een factor waar rekening mee gehouden werd. Steeds meer wordt duidelijk dat ook een teveel aan fosfaat negatieve gevolgen heeft: de kans op een soortenrijke vegetatie wordt lager en er verschijnen vooral ruigtesoorten. Het vastleggen van fosfaat in de bodem kan dit probleem oplossen.

Wanneer de beschikbaarheid van bodemfosfaat hoog is (en daardoor de kans op soortenrijke natuur klein)

 
  Op de voorgrond staan vooral ruigtesoorten; aan de andere
kant is de bodem afgegraven.
wordt vaak geadviseerd de bodem af te graven. Dit is echter niet altijd toegestaan of gewenst. Zo kan dit gepaard gaan met hoge kosten, kunnen er archeologische en cultuurhistorische waarden verdwijnen, kan het hydrologische systeem worden verstoord en kan ecologische verarming optreden. Een alternatief is uitmijnen, waarbij het fosfaat aan de bodem wordt onttrokken door het oogsten van gewassen. Voor terreinbeheerders is dat vaak een te langdurig proces. Naar andere mogelijkheden, zoals het immobiliseren van het fosfaat in de bodem, is in Nederland nog maar weinig onderzoek gedaan; in de Verenigde Staten wel. Onderzoeker Wim Chardon van Alterra zette de resultaten van verschillende studies op een rij.

IJzer of aluminium
Uit de studies blijkt dat het mogelijk is om fosfaat in de bodem zodanig vast te leggen dat de oplosbaarheid met 80-90% afneemt. Dat vermindert de uit- of afspoeling dus aanmerkelijk, terwijl de kansen op soortenrijke natuurontwikkeling veel beter worden.

 
  IJzeroer, een natuurlijk ophoping van ijzer in de bodem,
ontstaan in de zone waar gereduceerd grondwater
uittreedt en in contact komt met zuurstof in de
onverzadigde zone van de bodem
(dit in tegenstelling tot het hier genoemde ijzerslib dat
‘kunstmatig’ ontstaat door het beluchten van grondwater
bij de drinkwaterproductie)
Hiervoor moeten dan materialen aan de bodem worden toegevoegd die fosfaat binden. Dit kunnen stoffen zijn die ijzer- of aluminiumoxiden bevatten, of stoffen waaruit deze oxiden in de bodem kunnen worden gevormd. Bij verkeerd gebruik van zouten ontstaat er echter weer een risico op verzuring van de bodem. Dit kan worden tegengegaan door tegelijkertijd kalk toe te dienen. Voor Nederland lijkt vooral ijzerhoudend slib afkomstig van drinkwaterbereiding goede perspectieven te bieden om bodemfosfaat te immobiliseren. Voorwaarde is wel dat de ijzerconcentratie (en daarmee het fosfaatbindend vermogen) in dit slib voldoende hoog is en er voldoende van door de bovengrond wordt gemengd. Dergelijke praktische aspecten moeten nog nader worden onderzocht. Het immobiliseren van fosfaat door gebruik van dit slib zou natuurontwikkeling aanzienlijk goedkoper kunnen maken dan afgraven.

Meer informatie over dit onderzoek is te lezen op www.kennisonline.wur.nl en in Alterra-rapport 1870.

Tekst: Wim Chardon, Alterra Wageningen UR
Foto: Alterra (1); Rolf Kemmers (2), Alterra Wageningen UR