boomkikker

De boomkikker heeft de wind mee

Stichting RAVON
18-NOV-2009 - Het gaat goed met de streng beschermde boomkikker in Nederland. Het grasgroene paradepaardje onder de kikkers liet tot het begin van de jaren 90 een dramatische daling zien, maar is sindsdien aan een ware opmars bezig. De laatste cijfers tonen aan dat het aantal boomkikkers spectaculair stijgt. Dit is vooral te danken aan de inzet van natuurbeschermers en de aanleg van honderden nieuwe poelen in ons land.

Bericht uitgegeven door RAVON op woensdag 18 november 2009

Het gaat goed met de streng beschermde boomkikker in Nederland. Het grasgroene paradepaardje onder de kikkers liet tot het begin van de jaren 90 een dramatische daling zien, maar is sindsdien aan een ware opmars bezig. De laatste cijfers tonen aan dat het aantal boomkikkers spectaculair stijgt. Dit is vooral te danken aan de inzet van natuurbeschermers en de aanleg van honderden nieuwe poelen in ons land.

Vooral door zijn exotisch aandoende, grasgroene kleur en de zuignapjes aan zijn tenen en vingers is de boomkikker een opvallende verschijning. Het diertje kan behendig klimmen en de mannetjes kunnen fantastische en harde kwaakconcerten ten gehore brengen. Dit alles maakt hem tot de lieveling van veel professionele en vrijwillige herpetologen. Niet voor niets prijkt hij dan ook op de kaft van de nieuwe landelijke atlas ‘De Nederlandse amfibieën en reptielen’, die op woensdag 18 november is gepresenteerd.

Dramatische afname
Rond 1990 bereikte de boomkikker, eens een vrij algemene amfibieënsoort, haar absolute dieptepunt. Tal van populaties waren verdwenen en de kleine groepjes overgebleven dieren waren vaak op een enkele poel aangewezen. Gevreesd werd voor het verdwijnen van dit schitterende klimmende kikkertje uit enkele provincies, of zelfs het hele land. De boomkikker staat op de nationale Rode Lijst in de categorie bedreigd en is ten opzichte van de jaren 50 met 87% afgenomen. Bij deze soort is de oorzaak heel duidelijk. Vooral vanaf het midden van de vorige eeuw is het kleinschalige cultuurlandschap met haar afwisseling aan heggen, houtwallen, ruigtes, weilandjes en poelen in hoog tempo afgebroken. De ruilverkavelingen zorgden voor een strak en opgeruimd landschap waar voor de boomkikker geen plaats meer was. Ook werd de ontwatering van landbouwgebieden veel efficiënter, waardoor ook natte laagtes verdwenen. Als voorbeeld kan het nog altijd kleinschalige gebied de Mortelen in Midden-Brabant worden aangehaald. Hier ging het aantal poelen tussen 1965 en 1985 met 70% achteruit.

Bescherming werkt!
Vanaf de jaren 80 kwam er door provinciale actieplannen en het landelijke boomkikkerbeschermingsplan veel aandacht voor het herstellen en aanleggen van poelen en het omringende heggenlandschap. Inmiddels zijn er vele honderden specifieke boomkikkerpoelen in Nederland aangelegd, waarvan ook andere amfibieën en libellen profiteren. Het best gaat het in de Gelderse Achterhoek. Door goed te kijken naar de laatste goede plekken in Nederland en het nabije buitenland is een recept ontstaan om te komen tot succesvol herstel van leefgebieden. Hierbij is nadrukkelijk de landbouwsector betrokken. Na hier en daar wat twijfel, gingen steeds meer boeren poelen op hun land aanleggen. Veel boeren wilden immers ook die bijzondere en fraaie kikkertjes die dankzij poelaanleg bij de buurman voorkwamen. Veel boeren in de Achterhoek bleken best trots op het natuurschoon van de eigen streek en gevoelig voor wat verdwenen was. Meewerken aan herstel was dan ook vaak goed bespreekbaar. Door alle inzet steeg het aantal roepende mannetjes (die zijn bij de boomkikker het best te tellen) van 180 in 1985 naar ruim 2300 in 2006. Stevige toenames van de populaties zien we eigenlijk in alle provincies waar de soort voorkomt, maar vrijwel uniek voor de Achterhoek is de forse uitbreiding van het door boomkikker bewoonde gebied. In 1985 kwam de boomkikker er in 11 kilometerhokken (1x1 kilometer) voor. In 2006 was opgelopen tot 62 kilometerhokken!

Zonnige toekomst
We zien bij de boomkikker dus bijna overal een toename van de aantallen dieren en dat is mooi. Maar vooral in de Achterhoek neemt de verspreiding ook flink toe. Terreinbeherende instanties, provincies en RAVON voeren in de komende jaren tal van projecten uit om de boomkikker ook in andere provincies uit zijn isolement te halen. Dit kan door samenwerking tussen aangrenzende terreinbeheerders, maar dus zeker ook door samenwerking te zoeken met agrariërs en particulieren. Verder zal een snelle afronding van aankoop en inrichting van gronden die horen tot het netwerk van natuurgebieden (dat Ecologische Hoofdstructuur wordt genoemd) hiertoe bijdragen. Door de leefgebieden van de boomkikker te versterken, uit te breiden en met elkaar te verbinden zal deze bijzondere kikkersoort op veel meer plekken in ons land een zonnige toekomst tegemoet gaan.

Atlas ‘De amfibieën en reptielen van Nederland’
Naast de boomkikker vinden we uiteraard alle andere Nederlandse amfibieën- en reptielensoorten in de nieuwe atlas. Bijzonder is de toevoeging van enkele zeldzame bezoekers (zoals zeeschildpadden) en uitheemse soorten die we in ons land kunnen aantreffen. Herkenning, levenswijze, verspreiding in en buiten Nederland, leefgebieden, beschermingsmaatregelen en inventarisatiemethoden komen uitgebreid aan bod. De teksten zijn rijk geïllustreerd met indrukwekkende kleurenfoto’s (meer dan 400!), tekeningen, verspreidingskaarten en grafieken. Een extra bonus is de bijgevoegde CD, waarop de geluiden van alle Nederlandse kikkers en padden te beluisteren zijn. De atlas, deel 9 van de gerenommeerde serie ‘Nederlandse Fauna’, is een samenwerking tussen RAVON, Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis en European Invertebrate Survey-Nederland en wordt verkocht door KNNV Uitgeverij. De atlas ligt vanaf 18 november in de winkel.

Tekst: Jeroen van Delft, RAVON
Foto boomkikker: Jelger Herder, RAVON (www.digitalnature.org)