Taigarietgans

Drie rietganzen: zoek de verschillen

Vogelbescherming Nederland
11-DEC-2009 - In deze tijd van het jaar zitten er veel rietganzen in Nederland. De toendrarietgans – de meest algemene soort van de drie – is te zien in een groot deel van het land terwijl de taigarietgans vooral in Drenthe verblijft. Voor de kleine rietgans is Zuidwest-Friesland dé plek.

Bericht uitgegeven door Vogelbescherming Nederland op vrijdag 11 december 2009

 

In deze tijd van het jaar zitten er veel rietganzen in Nederland. De toendrarietgans – de meest algemene soort van de drie – is te zien in een groot deel van het land terwijl de taigarietgans vooral in Drenthe verblijft. Voor de kleine rietgans is Zuidwest-Friesland dé plek.

 

 
  Taigarietgans

Lange tijd kenden we maar één soort rietgans, terwijl er toch veel verschillen tussen de drie soorten zijn. De taigarietgans heeft een langere kop dan de toendrarietgans en heeft meer oranje op zijn snavel; de kleine rietgans heeft roze op zijn snavel en roze poten. Daarnaast ligt het broedgebied van de kleine rietgans op Groenland, IJsland en Spitsbergen geïsoleerd van de broedgebieden van de toendra- en taigarietgans, die van Scandinavië tot ver oostelijk in Siberië broeden.

 

De toendrarietgans is een Arctische gans die alleen in Rusland broedt, op uitgestrekte, desolate toendra’s. Hier brengen ze tijdens een korte, barre zomer hun jongen groot. Ze overwinteren in Nederland van november tot februari en zitten dan vooral op bouwland, waar ze zich graag met oogstresten van bijvoorbeeld aardappels en suikerbieten voeden.

 

De helft van alle taigarietganzen in Nederland verblijft in de kleiige akkers van Drenthe, maar ook in Brabant en Gelderland kun je ze tegenkomen. Deze (bedreigde) soort broedt zuidelijker en westelijker dan de toendrarietgans: in de taigazone, in een mozaïek van door bos omzoomde veenmoerassen.

 

Vrijwel alle kleine rietganzen uit Spitsbergen strijken al in september neer in de graslanden van Zuidwest-Friesland. De jongen worden dus in enkele maanden klaargestoomd om mee naar het zuiden te trekken. Hun verblijf in Friesland duurt niet lang: na een maand of twee vliegen ze door naar Zuidwest-Nederland en West-Vlaanderen.

 

 

Kleine rietganzen

 

De drie soorten rietganzen hebben toch nog iets gemeen: rietganzenstellen blijven hun hele leven bij elkaar en zorgen samen voor de jongen. De ouders en de jongen trekken de eerste winter met elkaar op en gaan pas als het nieuwe broedseizoen begint uit elkaar.

 

Tekst: Nadja Jansma, Vogelbescherming Nederland (met dank aan Ruud van Beusekom)

Foto's: IVN Vecht & Plassengebied (taigarietgans) en Piet Munsterman (kleine rietganzen)