Spontane kolonisatie edelherten in Oost-Nederland
ZoogdierverenigingBericht uitgegeven door de Zoogdiervereniging op [publicatiedatum]
In Oost-Nederland verscheen afgelopen jaren spontaan een aantal edelherten. Deze dieren zijn afkomstig uit verschillende Duitse leefgebieden. Op spontane wijze worden zo delen van Oost-Nederland gekoloniseerd door edelherten. Dat stelt Bas Worm van Vereniging het Edelhert in het nieuwste nummer van Zoogdier, het populair wetenschappelijke tijdschrift van de Zoogdiervereniging.
Op dit moment zijn de Veluwe en de Oostvaardersplassen de enige twee officiële leefgebieden voor edelherten in Nederland. Op de Veluwe leven in het voorjaar, voordat de kalfjes geboren worden, circa 2.300 edelherten. In de Oostvaardersplassen leven bijna evenveel edelherten, ruim 2.000, maar op een veel kleinere oppervlakte. De dichtheid in de Oostvaardersplassen bedraagt circa een hert per hectare land en op de Veluwe is dat een per vijfentwintig hectare.
Met de spontane komst van herten naar Twente en de Achterhoek wordt de vraag actueel hoe daar mee om te gaan. Het zijn de provincies die daar uiteindelijk over beslissen. Maar Worm (en met hem Vereniging het Edelhert en de Zoogdiervereniging) vindt dat het zogenaamde nulstandbeleid in bepaalde gebieden losgelaten moet worden. De edelherten kunnen ook in een aantal gebieden buiten de Veluwe en Oostvaardersplassen worden getolereerd. Dit kan in potentiële leefgebieden die niet erg schadegevoelig en verkeersonveilig zijn. In Overijssel zijn dit mogelijk het Nationaal Park Sallandse Heuvelrug in combinatie met de Vechtdalbossen rondom Ommen.
De spontane kolonisatie in Twente en de Achterhoek laat zien dat edelherten niet alleen representatief zijn voor grote aaneengesloten bosheidelandschappen zoals de Veluwe, maar dat ze zich ook in kleinschalig, halfopen cultuurlandschap prima kunnen handhaven, aldus Worm. Hij wijst erop dat het edelhert tot 1600 in geheel Nederland voorkwam. Zelfs tot in de duingebieden op het vasteland aan toe. Rond 1750 is het edelhert nagenoeg verdwenen uit westelijk en noordelijk Nederland. Een eeuw later, rond 1850, is het edelhert ook verdwenen uit oostelijk, zuidelijk en centraal Nederland. Vanaf die tijd is de Veluwe het enige leefgebied en het laatste toevluchtsoord voor het grootste in het wild levende landzoogdier van Nederland.
Edelherten in Twente
Sinds 2007 worden regelmatig edelherten, zowel mannelijke als vrouwelijke exemplaren, in Twente gezien. In 2009 was het aantal meldingen het grootst. Uit de reeks meldingen van 2009 is een trekrichting af te lezen vanuit het Dinkeldal ten zuiden van de snelweg A1, via het landgoed Boerskotte met het gelijknamige ecoduct als veilige oversteek, in noordelijke richting via de landgoederen rondom Oldenzaal richting Ootmarsum. Er zijn zelfs meldingen van een mannelijk edelhert ten noorden van het Kanaal Almelo-Nordhorn. Het kanaal vormt kennelijk geen barrière. Recentelijk zijn waarnemingen van een hinde of smaldier (vrouwelijk hert in tweede levensjaar) gedaan op de stuwwal van Hoge Hexel, ten noorden van Almelo. Ook zijn in 2010 waarnemingen gedaan op landgoed Lankheet (Haaksbergen), landgoed Twickel (Delden) en op het Nationaal Park Sallandse Heuvelrug.
De herkomst van de edelherten in Twente is goed verklaarbaar. In 2008 is een reconstructie gemaakt van de trekroutes die herten vanuit het leefgebied van het Forst Bentheim ondernemen, ook richting Nederland. Die laatste trek lijkt de laatste jaren geïntensiveerd als gevolg van de aanleg van twee snelwegen, de A1/E30 en E31, en daarbij opgerichte grofwildkerende rasters. Hierdoor ging een aantal oude trekroutes vanuit Forst Bentheim naar het noorden en zuiden toe verloren. Als gevolg van de aanleg van de oost-west lopende snelweg A1/E30 werd allereerst de trek vanuit het leefgebied van het Forst Bentheim naar het noorden toe onmogelijk gemaakt. Door de recente aanleg van de snelweg E31 (Bottrop – Emden) vervielen de van oudsher aanwezige trekroutes van de edelherten uit het Forst Bentheim richting het oosten en zuiden. Die laatste trekroute liep naar het leefgebied van het Dämmerwald / de Üfter Mark. Alleen een trek westwaarts, richting Nederland, bleef uiteindelijk mogelijk.
Edelherten in de Achterhoek
In 2007, 2008 en 2009 zijn verschillende waarnemingen van edelherten in de Achterhoek gedaan, meestal ten zuiden van Winterswijk, in de omgeving van Kotten / ’t Woolde. De waarnemingen in 2007 betreffen een vrouwelijk kalf. Dat kalf is in 2008 een smaldier geworden (tweede levensjaar) en in 2009 een hinde (ouder dan twee jaar). Sommige streekbewoners gaven aan dat deze hinde weer een kalf zou hebben gekregen in 2009, maar dat kan niet met zekerheid bevestigd worden. Het is ook mogelijk dat het dier tegelijk op een locatie met een ree gezien is. Eveneens is opvallend dat in augustus 2008 opeens drie mannelijke herten opduiken, allemaal jonge dieren.
Ondanks dat de waarnemingen zich beperken tot een gering aantal edelherten, is toch sprake geweest van twee aanrijdingen (bron: Stichting Groen Netwerk). De eerste aanrijding vond plaats op de Misterweg (Winterswijk – Miste) op 24 maart 2008 (een circa vierjarig mannelijk edelhert). Voor een tweede hert dat gelijktijdig was gesignaleerd is door de provincie Gelderland een ontheffing verstrekt om het dier te schieten. De tweede aanrijding vond wel plaats in de directe omgeving van eerder waargenomen edelherten op 26 september 2009 aan de Veenweg te Kotten (ten zuiden van Winterswijk). Het zou gaan om een mannelijk edelhert, niet nader omschreven. De aanrijding bleek niet fataal; later is het hert nog gezien en leek toen gezond in zijn voorkomen.
De edelherten in de Achterhoek zijn hoogstwaarschijnlijk afkomstig vanuit twee Duitse leefgebieden ten noorden van het Ruhrgebied in Duitsland: het Dämmerwald en de Üfter Mark. Beide leefgebieden vormen samen één groter leefgebied. Tussen deze twee leefgebieden vindt namelijk vrijwel dagelijks uitwisseling van edelherten plaats.
Tekst: Bas Worm, Vereniging het Edelhert
Foto: Bas Worm