Watergentiaan

Watergentiaan, Hollands bolwerk in waterlinie

FLORON
26-JUL-2010 - Wie verkoeling in het water zoekt ondervindt op veel plaatsen geduchte concurrentie van haar natuurlijke bewoners. Zo kunnen waterplanten in het zomerseizoen flinke oppervlakten bedekken. Watergentiaan is er zo een. Internationaal een zeldzaamheid, maar in onze laagveengebieden uitbundig aanwezig.

Bericht uitgegeven door FLORON op maandag 26 juli 2010

Wie verkoeling in het water zoekt ondervindt op veel plaatsen geduchte concurrentie van haar natuurlijke bewoners. Zo kunnen waterplanten in het zomerseizoen flinke oppervlakten bedekken. Watergentiaan is er zo een. Internationaal een zeldzaamheid, maar in onze laagveengebieden uitbundig aanwezig.

Net als bij Waterlelie en Gele plomp ligt het zwaartepunt van de verspreiding van Watergentiaan in ons land in het laagveengebied. Eigenlijk zijn er dus twee zwaartepunten, het Hollands-Utrechts laagveengebied en het laagveengebied van Noordwest-Overijssel. Op iets bescheidener schaal vinden we de soort ook in de Biesbosch, het rivierengebied en enkele beekdalen. Daarmee vormt ons land een waar bolwerk van deze soort, die mondiaal een beperkte verspreiding heeft. De smaak van zeldzaamheid die de naam ‘gentiaan’ voor velen met zich meedraagt past in dat opzicht goed. Ondanks het vaak massale voorkomen op de plekken waar we haar aantreffen.

Bloemen van de Watergentiaan (foto: Wout van der Slikke)

Watergentiaan bloeit in de zomermaanden en de bloei houdt een flink aantal weken aan. Toch is de levensduur van een individuele bloem beperkt tot slechts enkele dagen. De prachtige eigele bloemen met subtiele rafelrand ontvouwen zich boven water nadat de bloemknop is volgroeid, aan de oppervlakte komt en openbarst. Na de bloei verdwijnt de uitgebloeide bloem weer onder water, maar zijn plaats is gauw weer ingenomen door een nieuw ontluikende knop uit de bloembundels onder de waterspiegel. Zo wekt Watergentiaan de indruk een langdurige bloeier te zijn.

Als de bloem in haar korte bestaan bestoven wordt (door hommels, bijen of zweefvliegen), groeit zij onder water uit tot een flesvormige vrucht. Later in het seizoen komen de, waterafstotende, zaden hieruit vrij. Naast het drijfvermogen van de zaden draagt ook het doornenkransje aan hun buitenzijde bij aan hun verdere verspreiding. Genoeg munitie om het bolwerk in stand te houden!

Tekst en foto: Wout van der Slikke, FLORON