Acht initiatieven voor de patrijs in Noord-Brabant (1)
Bericht uitgegeven op [publicatiedatum]
In dit Jaar van de Patrijs zijn in acht Brabantse regio’s initiatieven genomen om een ommekeer teweeg te brengen in de teruggang van de akkervogel. Het aantal patrijzen is in Nederland namelijk met 95 procent gedaald ten opzichte van 1960. Het Coördinatiepunt heeft organisaties in acht regio’s een subsidie beschikbaar gesteld van € 5.000,00 voor concrete maatregelen om het leefgebied van de patrijs te verbeteren. Andere kenmerkende soorten van het kleinschalig agrarisch landschap kunnen daar op meeliften. Provincie Noord-Brabant financiert het project en investeert hiermee in een vitaal, mooi en schoon Brabants platteland. Tevens is er cofinanciering via de Nationale Postcodeloterij. In dit natuurbericht worden de eerste vier van de acht initiatieven beschreven.
Gemert
De Vogelwerkgroep Gemert ontplooit maatregelen in een grotere regio, vertelt Martin Vink. “We benaderen boeren en landeigenaren om langjarige braakstroken of kruidenranden aan te leggen langs akkers. De reacties zijn positief. Het gaat om verschillende soorten randen. We willen in het voorjaar starten. Zo mogelijk zetten we afrasteringen terug, zodat koeien niet in de randen kunnen. Daarna gaan we in samenwerking met het Coördinatiepunt onderzoeken welk beheer het beste is. Er zijn nu in de gemeente Gemert-Bakel al 300 patrijzen. We willen de huidige populatie laten uitbreiden, zodat deze kan migreren naar aangrenzende gebieden.”
Vink benadrukt dat het belangrijk is om houtopstanden uit de ruigtes weg te houden. “Dat doen vrijwilligers. We willen met weinig geld veel doen. We werken bij dit project samen met De Stichting Groene Heerlijkheid en de Stichting Landschap Bakel-Gemert. We willen bovendien de braak- en kruidenranden gaan aanbieden aan de boeren, als die in 2015 moeten voldoen aan de eisen voor vergroening van het landbouwbeleid. Dan komen er structureel gebieden die geschikt zijn voor de patrijs. We hopen dat dit als een inktvlek uitbreidt naar andere gemeenten.”
Reusel-De Mierden
Ook in Reusel-De Mierden worden maatregelen genomen op gemeentegronden.”Op akkertjes van in totaal 13 hectare komen akkerranden met oude graanrassen en braakstroken”, vertelt Piet Peijs van de weidevogelbescherming Reusel-De Mierden. “Het graan dat op het land achterblijft is voedsel voor de patrijs. De voorbereidingen voor het plan zijn nu bijna klaar. We willen akkertjes minstens zes jaar inzaaien. De bijdrage van het Coördinatiepunt is heel welkom, maar niet voldoende. We zoeken nog andere financiers. Op de 13 hectare akkers zijn nu minimaal 4 koppels patrijzen en in aangrenzende percelen 6 tot 8.”
Schijndel
Nan Visser is gebiedscoördinator collectief vogelbeheer in Schijndel & Sint Oedenrode en voorzitter van de weidevogelgroep Schijndel. “In 2013 is al een meerjarige kruidenrand ingezaaid langs een maïsakker op de Rooise Heide. Dat was onder andere voor de patrijs. Er liggen ook al enkele jaren randen van 6 meter breed op diverse plaatsen. Bovendien zijn er percelen met een verlate maaidatum in het kader van collectief vogelbeheer.
Ik ben het nu met twee boeren eens geworden over randen voor 2014. Daarnaast zijn we bezig met een perceel van een hectare om tarwe in te zaaien, waarbij na de oogst de randen blijven staan, de winter over. Deze randen bevatten een mengsel met granen, kruiden en bloemgewassen, wat dunner gezaaid is dan wat gangbaar is, zodat er meer kruiden tussen kunnen groeien.
We hebben zelf een plan gemaakt waarbij meer dan voorheen gekeken is waar patrijzen zitten, omdat hun actieradius niet zo groot is. In 2013 zijn 10 tot 12 paren patrijzen geteld. We verwachten dat het er nu al meer zijn.
De animo bij boeren voor deze randen is prima. Het is altijd een beetje passen en meten maar de samenwerking is goed.”
Heeze-Leende
Peter Kerkhofs is van de Plattelandsvereniging Hei, Heg & Hoogeind: “We hebben hier al vier jaar zomerranden en meerjarige akkerranden. Die zijn door boeren aangelegd op initiatief van de stichting ‘Vrienden van de Patrijs’ in Heeze-Leende. Een aantal van deze randen wordt nu betaald vanuit het Stika. Maar we willen meer kansen bieden voor de patrijs in de winter. Dat is een knelpunt. Daarom doen we nu proeven met inzaaien van een mengsel van winterwikke, herik (Nemat) en rogge nadat de boeren hun gewas hebben geoogst. Ook hebben we bladrammenas laten inzaaien. In deze randen kunnen patrijzen foerageren en schuilen. De herik levert vooral in de nawinter eiwitrijk voedsel voor de patrijs. Het is een proef. Met de financiële bijdrage via het Coördinatiepunt doen we dit in een tweejarig project. De animo bij boeren is voldoende, maar kan natuurlijk altijd beter.“
Tekst: Peter van Houweling, Landschapsbeheer Nederland
Meer informatie: Jochem Sloothaak, Brabants Landschap
Foto's: Landschapsbeheer Nederland