
Waar blijven de voorjaarskluifzwammen?
Nederlandse Mycologische Vereniging, Paddenstoelenonderzoek NederlandVoorjaarskluifzwammen zijn niet heel algemeen, maar op kalkhoudend zand of leem onder verschillende boomsoorten heb je in april en mei kans om deze wonderlijke paddenstoelen te vinden. De vier algemeenste soorten groeien onder eik, populier, spar en den in lanen, bossen, tuinen en parken. De schimmeldraden in de bodem zijn verbonden met de wortels van de bomen, en voedingsstoffen en water worden uitgewisseld ter wederzijds voordeel.
De eerste soort die al vanaf begin maart onder dennen verschijnt, is de Zwartwitte schotelkluifzwam. Vanaf april is de Bokaalkluifzwam onder eiken te vinden. Deze is te herkennen aan de vanuit de steel op de hoed doorlopende aders. De Grote schotelkluifzwam lijkt hier enigszins op, maar de aders lopen niet door op de beker. De Nonnenkapkluifzwam heeft een merkwaardig gevormde donkere hoed met lobben en een contrasterende witte steel. Beide soorten groeien meestal onder populieren.
Met een optimum rond 1 april is de verschijningstijd van de Zwartwitte schotelkluifzwam nu, een maand later, vrijwel voorbij. Het is echter wel de optimale tijd voor de andere drie soorten, maar toch zijn deze nog maar mondjesmaat te vinden. Wat is er aan de hand? Hoewel het er buiten weer fris groen uitziet door de regen die half april gevallen is, was het daarvoor wekenlang erg droog. In normale jaren is het in het vroege voorjaar redelijk vochtig en kunnen in de bodem vruchtlichamen tot ontwikkeling komen. Zowel bij de vorming van paddenstoelen als bij de verspreiding van sporen is vocht een belangrijke factor. Als we kijken naar het verschijnen van deze soorten in de afgelopen jaren in relatie tot het weer geeft dat een aanwijzing.
In de grafiek zie je opvallende fluctuaties over de jaren, met in 2020 en 2022 lage aantallen, en vooral 2023 als een zeer rijk jaar voor voorjaarskluifzwammen. In 2020 en 2022 waren er langdurige, zeer droge periodes in maart of april, 2021 was een jaar met in het voorjaar een gemiddelde hoeveelheid neerslag. In 2024 was maart droog maar april en mei zeer nat. In topjaar 2023 was maart zeer nat, en ook april was aan de natte kant. Een droge of natte februari lijkt weinig invloed te hebben op de fructificatie.
Maart 2025 is de geschiedenisboeken ingegaan als de meest droge maart sinds de metingen. En ook de eerste tien dagen van april waren droog. Het is dan ook zeer waarschijnlijk dat deze droogte een belangrijke oorzaak is van het wegblijven van deze soorten in dit voorjaar.
Voor de Zwartwitte bokaalkluifzwam zullen er niet veel waarnemingen meer bijkomen. Maar hebben de regens van half april de andere soorten nog een boost kunnen geven? Als u deze schoonheden tegenkomt, geef uw waarneming dan door via de reguliere kanalen. In een later bericht brengen we u op de hoogte van het voorkomen van deze en andere voorjaarspaddenstoelen dit jaar.
Tekst: Inge Somhorst, Paddenstoelenonderzoek Nederland en Nederlandse Mycologische Vereniging
Beeld: Ronald Morsink (leadfoto: Bokaalkluifzwam); Piet Brouwer; NDFF; Paddenstoelenonderzoek Nederland