Fluitende rupsen

De Vlinderstichting
22-DEC-2010 - In NRC van afgelopen zaterdag stond, op de kinderpagina, een boeiend stukje over fluitende rupsen. Een pijlstaartrups uit Amerika blijkt als afweer tegen vogels een hele hoge fluittoon te maken. Ook in Nederland komen rupsen voor die geluid maken.

Bericht uitgegeven door De Vlinderstichting op [publicatiedatum]

In NRC van afgelopen zaterdag stond, op de kinderpagina, een boeiend stukje van Frans van der Helm over fluitende rupsen. Een pijlstaartrups uit Amerika blijkt als afweer tegen vogels een hele hoge fluittoon te maken. Ook in Nederland komen rupsen voor die geluid maken.

Rups van bruine eikenpage met mieren (foto: Kars Veling)De onderzoekers hebben gekeken hoe die geluiden werden voortgebracht en kwamen tot de conclusie dat twee ademopeningen, die aan de zijkant van de rups zitten, hiervoor gebruikt werden. Om dat rupsen geen longen hebben kunnen ze niet, zoals wij, de lucht door die gaten blazen. Door hun lijfje als een soort accordeon te bewegen konden ze toch die toon produceren. De fluittoon klinkt als ze zich bedreigd voelen en is bedoeld om vogels, hun grootste vijanden, af te schrikken.

Van Nederlandse pijlstaartrupsen is dit trouwens ook bekend. Van Judith Bouma kreeg ik het verhaal dat jongetjes vroeger met kijkdozen langs de deuren gingen en dat ze mensen lieten schrikken van het geluid van de ligusterpijlstaartrups die in de doos zat. Er zijn hier ook andere rupsen die geluiden maken. Een aantal rupsen van blauwtjes en kleine pages leven samen met mieren. De geluiden die de rupsen maken zijn bedoeld om de mieren ‘gerust te stellen’, zodat deze er niet toe overgaan om de rupsen op te eten. De rupsen van het gentiaanblauwtje bijvoorbeeld verblijven van september tot juni in ondergrondse mierennesten van knoopmieren. Als er te weinig voedsel is vergrijpen ze zich zelfs aan het mierenbroed, maar door de geluiden die ze produceren, en het feit dat ze een lekkere zoete stof uitscheiden, worden ze door de mieren geaccepteerd.

Tekst en foto: Kars Veling, De Vlinderstichting

Bron: NRC Handelsblad 18 december 2010