Winterakoniet

Bijna-lente-akoniet

FLORON
10-FEB-2011 - De eerste voorjaarstekenen beginnen op steeds meer plaatsen door te dringen. Letterlijk soms, want tal van groene sprieten steken hun kop boven de grond. Er zijn er zelfs die hier en daar al in bloei staan, zoals Sneeuwklokje en Winterakoniet.

Bericht uitgegeven door FLORON op [publicatiedatum]

De eerste voorjaarstekenen beginnen op steeds meer plaatsen door te dringen. Letterlijk soms, want tal van groene sprieten steken hun kop boven de grond. Er zijn er zelfs die hier en daar al in bloei staan, zoals Sneeuwklokje en Winterakoniet.

Winterakoniet (Eranthis hyemalis) treffen we aan in tuinen, maar komt verwilderd ook veel voor in parkachtige situaties. Vooral op landgoederen langs de Utrechtse Vecht en de IJssel, aan de binnenduinrand, en Friese en Groningse stinsenplaatsen. Zij groeit daar onder bomen of in gazons, vooral op wat schaduwrijkere plaatsen als lanen of bosranden. Ook in het oorspronkelijke verspreidingsgebied, de bergstreken van Zuidoost-Europa, komt zij voor als bosplant.

Winterakoniet (foto: Wout van der Slikke)

De bloembouw van Winterakoniet is bijzonder. Kenmerkend is de kraag om de bloem die wordt gevormd door donkergroene, diep ingesneden stengelbladen. Als we de bloem zelf goed bekijken, dan blijkt dat zich in het midden kleine schotelvormige structuren bevinden. Het zijn honingbakjes die straks de eerste vroge bijen moeten verleiden de bloem te bezoeken. Deze ‘nectariën’ worden omgeven door gele bloemdekbladeren. Er is dus geen sprake van een krans van groene kelkbladen en een van gekleurde kroonbladen daarbinnen, zoals je, redenerend vanuit het gebruikelijke bouwplan van bloemplanten, op het eerste gezicht zou denken.

De naam Wínterakoniet geeft al aan dat we niet te vroeg moeten juichen. De winter is nog niet voorbij. Het betreft hier een notoir vroege bloeier. Toch stemmen de vrolijke gele koppen terecht hoopvol, want de bloei van Winterakoniet geeft tegelijk wel aan dat we langzaam, maar zeker richting voorjaar gaan.

Tekst en foto: Wout van der Slikke, FLORON