Bergeend

60.000 ruiende Bergeenden in de Waddenzee

Sovon Vogelonderzoek Nederland
3-AUG-2012 - Het Nederlandse deel van de Waddenzee is de afgelopen jaren steeds belangrijker geworden voor ruiende Bergeenden in de zomermaanden. De meest recente telling leverde 60.000 exemplaren op. Dit zijn er ruim tweemaal zoveel als tien jaar geleden.

Bericht uitgegeven door Sovon Vogelonderzoek Nederland [land] op [publicatiedatum]

Het Nederlandse deel van de Waddenzee is de afgelopen jaren steeds belangrijker geworden voor ruiende Bergeenden in de zomermaanden. De meest recente telling leverde 60.000 exemplaren op. Dit zijn er ruim tweemaal zoveel als tien jaar geleden.

Bergeenden brengen, net als andere eenden en ganzen, na het broeden een complete vleugelrui door. De vogels kunnen dan enkele weken niet vliegen. Ze zoeken daarom veilige ruiplekken op, en daarvoor willen ze best een flink eind vliegen.

Ruiende Bergeenden in het Waddengebied (foto: Eelke-Sybren Dijkstra)
Lange tijd was de Duitse Waddenzee veruit de belangrijkste locatie waarnaar onder andere Nederlandse en Engelse Bergeenden trokken om te ruien. Het belang van Nederland neemt echter toe.

Toename
In Nederland ruien Bergeenden vooral in de Westerschelde en de Waddenzee. In de Westerschelde gaat het tegenwoordig om zo’n 20.000 vogels, in de Waddenzee om een veelvoud daarvan.

Sinds de eeuwwisseling is het aantal hier duidelijk toegenomen. Dit was reden om de ontwikkeling nauwgezet te volgen. Dit gebeurt aan de hand van tellingen door vrijwilligers en bemanning van inspectieschepen van het ministerie van EL&I.

De meest recente telling, uitgevoerd op 31 juli 2012 vanaf de schepen ‘Stormvogel’ en ‘Krukel’, leverde ruim 60.000 ruiende Bergeenden op. De vogels concentreerden zich bij laag water op droogvallend wad ten oosten van Griend en langs de Friese kust. De groepen zijn bij hoog water vanaf de Waddendijk op de Friese kust zichtbaar.

Bergeend (foto: André Karwath)Verplaatsing
De toename in het Nederlandse deel van de Waddenzee valt samen met een afname in het Duitse deel, waar de aantallen zakten van gemiddeld 200.000 dieren rond de eeuwwisseling naar rond 150.000 in de laatste jaren.

Een deel van de ruiers lijkt zich dus verplaatst te hebben van het Duitse naar het Nederlandse wad. De reden van de verplaatsing is onbekend. De combinatie van rust en voedselrijkdom, vooral Slijkgarnalen, maakt het Nederlandse wad blijkbaar erg geschikt voor ruiende Bergeenden.

Tekst: Romke Kleefstra en Fred Hustings, Sovon Vogelonderzoek Nederland
Foto's: Eelke-Sybren Dijkstra, Waddenunit Ministerie van EL&I; André Karwath, Wikipedia