Harnasmannetje

2013: het jaar van Harnasmannetjes en Slakdolfjes

Stichting ANEMOON
5-JAN-2014 - 2013 is wat de mariene waarnemingen betreft weer een bijzonder jaar geworden. Diverse nieuwe soorten, zoals de Zebrazeespin, zijn aan onze mariene biodiversiteitlijst toegevoegd. Maar ook vele normaal hier voorkomende soorten hebben een interessante dynamiek vertoond. Wellicht waren de opmerkelijk talrijke waarnemingen van twee vissoorten, Harnasmannetjes en Slakdolfjes, het meest in het oog springend.

Bericht uitgegeven door Stichting ANEMOON [land] op [publicatiedatum]

2013 is wat de mariene waarnemingen betreft weer een bijzonder jaar geworden. Diverse nieuwe soorten, zoals de Zebrazeespin, zijn aan onze mariene biodiversiteitlijst toegevoegd. Maar ook vele normaal hier voorkomende soorten hebben een interessante dynamiek vertoond. Wellicht waren de opmerkelijk talrijke waarnemingen van twee vissoorten, Harnasmannetjes en Slakdolfjes, het meest in het oog springend.

2013 was voor de liefhebbers van de Nederlandse mariene biodiversiteit een heel goed jaar. Vooral het voorjaar en de vroege zomer waren bijzonder goed met veel uitzonderlijke waarnemingen van voorheen schaarse of zelfs zeldzame soorten. De zeldzame Groene mosdierslak en de nu algemeen voorkomende Slanke ringsprietslak zijn daar slechts twee voorbeelden van. De eerste waarneming van een Gestreepte knotsslak in de Oosterschelde was ook een natuurbericht waard. De langdurig winterse omstandigheden van de winter van 2013 waren verantwoordelijke voor een zeer interessante dynamiek in de soorten van het voorjaar. Snotolven, Zeebaarzen en Zeekatten arriveerden pas weken later dan normaal op onze kust. Noordelijke soorten zoals de Slanke waaierslak profiteerden juist van het koude zeewater en waren veel massaler aanwezig dan de voorgaande jaren.

Gestreepte knotsslak (foto: Peter H van Bragt)

Meer in het oog springende bijzondere waarnemingen betreffen relatief grote aantallen Harnasmannetjes en Slakdolfjes in de Oosterschelde. Het zijn twee vissoorten die voorheen slechts zelden of in niet meer dan in zeer kleine aantallen door sportduikers werden waargenomen. De meest fanatieke sportduikers waren al blij als ze tijdens hun duiken een of twee Harnasmannetjes in een jaar te zien kregen. En voor de meeste sportduikers zijn er vele duikjaren voorbij gegaan zonder waarnemingen van deze opmerkelijke vissoort. In het voorjaar van 2013 werden over een periode van enkele maanden uitzonderlijk grote aantallen Harnasmannetjes op meerdere plaatsen in de centrale Oosterschelde aangetroffen. Acht of negen exemplaren per duik was geen uitzondering. En meerdere sportduikers zagen deze soort op nagenoeg iedere duik.

Het Harnasmannetje is een unieke vissoort, wordt maximaal twintig centimeter lang en is eenvoudig te herkennen aan zijn slanke achterlijf met lengterichels, spitse snuit met een haakneusje en tientallen baarddraadjes onder de kop. In deze baarddraden zitten zintuigen die deze vis helpen bij het vinden van zijn voedsel: schaaldieren en wormen. De soort wordt drie tot vier jaar oud en voortplanting is slechts eenmaal per jaar in het voorjaar. Eieren worden afgezet op grotere bruinwieren. Mogelijk is de toename van de soort in de Oosterschelde te danken aan het steeds vaker voorkomen van exotische grote bruinwieren, zoals Wakame wier, in de Oosterschelde. Het is een noordelijke soort, bekend van Finland, Noorwegen, Britse eilanden tot aan de noordkust van Frankrijk.

Harnasmannetje (foto: Stichting ANEMOON)

2013 is afgesloten met ongekend veel waarnemingen van Gewone slakdolfjes. Deze vissoort trekt in het late najaar naar ondieper water om zich hier voort te planten, maar dat is jaarlijks slechts in zeer kleine aantallen. Een of twee exemplaren, en dat zeker niet iedere duik, is normaal. In december zijn er op meerdere plaatsen in de centrale Oosterschelde echter opmerkelijk veel Gewone slakdolfjes aangetroffen: soms wel tot een tiental per duik en op meerdere duikplaatsen. De vele einesten zijn, zeker ook in het licht van het relatief warme zeewater, vrij vroeg afgezet en ook veel talrijker dan in voorgaande jaren. Deze soort wordt slechts een tot twee jaar oud en mogelijk heeft de lange winterperiode in het begin van 2013 gezorgd voor een grotere overleving van de jonge Slakdolfjes in het voorjaar.

Gewone slakdolf (foto: Peter H van Bragt)

De Slakdolvenfamilie kent drie soorten op de West-Europese kust. De Gewone slakdolf is de meest voorkomende soort maar komt hier niet algemeen voor. De volwassen dieren worden vijftien centimeter lang en lijken op uit de kluiten gewassen kikkervisjes met een strepentekening op de kop en het lichaam. Hij wordt meestal liggend op de bodem aangetroffen in een karakteristieke houding met een langs het lichaam gevouwen staart. Ieder dier kan zich slechts eenmaal voortplanten en gaat dan dood. Ook de Slakdolf is een noordelijke soort die voorkomt op de kust van Spitsbergen en IJsland, De Witte zee, Finland, Noorwegen, Britse eilanden tot aan de noordkust van Frankrijk.

Voor beide vissoorten is mogelijk de uitzonderlijke lange winterperiode van 2013 de oorzaak voor de opmerkelijke toename van het aantal exemplaren in de Oosterschelde. We moeten de ontwikkeling van de huidige winter afwachten om te zien of deze soorten ook in 2014 veelvuldig waargenomen gaan worden.

Tekst en foto’s: Peter H van Bragt, Stichting ANEMOON