Opmerkelijke beverwaarnemingen in Vlaanderen
Bericht uitgegeven door Natuurpunt Studie [land] op [publicatiedatum]
Op verschillende plaatsen in Vlaanderen werden onlangs Bevers gespot op tientallen kilometers verwijderd van gekende vestigingen. Zelfs in een drukke winkelstraat in het centrum van Leuven werd recent een Bever aangetroffen. Hoe komt het dat ze daar opduiken en wat zijn de mogelijke gevaren voor de Bevers zelf?
Op 25 april zat er een Bever in het portaal van een viswinkel aan de Mechelsesteenweg in Leuven. Hoewel er heel wat Bevers rond Leuven wonen en er af en toe in het centrum langs de Dijle gezien worden, is het uitzonderlijk dat ze zich zo ver van het water en in een drukke winkelstraat begeven. Het dier werd door medewerkers van het Vogel- en Zoogdierenopvangcentrum van Heusden-Zolder gevangen. Vermoedelijk ging deze Bever op zoek naar een eigen leefgebied, kwam hij in een ingenomen gebied terecht, werd hij daar verjaagd en vluchtte hij de stad in.
De Bever is sinds 1980 beschermd en nog maar sinds 2001 terug in Vlaanderen. De populatie is nog klein en kwetsbaar maar langzaamaan verspreiden ze zich vanuit de Dijle in de buurt van Leuven en vanuit de Limburgse grensmaas naar andere rivieren. Bevers leven in familieverband in een territorium, dat sterk verdedigd wordt tegen soortgenoten. Binnen dit territorium leven een volwassen koppel, de jongen van het huidige jaar en die van het jaar voordien. Nakomelingen van bijna twee jaar oud worden op het einde van de winter verjaagd uit het territorium van de ouders. Meestal vestigen die verstotelingen zich binnen enkele tientallen kilometers afstand van de ouderlijke burcht. Er zijn echter gevallen beschreven van Bevers die zich verplaatsen over meer dan 150 km vooraleer ze zich vestigen.
Bevers verplaatsen zich bij voorkeur door het water, op land zijn ze immers vrij hulpeloos. Nochtans zijn ook verplaatsingen door het water niet altijd zonder gevaar. Grote sluizen, kanalen met steile oevers en over grote afstand ondertunnelde waterlopen zijn moeilijke hindernissen. Bevers zijn dan wel uitermate aangepast aan het leven in het water, maar ze moeten uiteindelijk ook kunnen rusten, anders verdrinken ze door uitputting. Op 19 mei moesten medewerkers van het Natuurhulpcentrum van Opglabbeek een vermoeide Bever uit het Albertkanaal halen. Het dier was verzwakt door het onophoudelijke zwemmen en de gladde en steile betonnen kanaalwanden lieten niet toe om op de oever te klimmen. Waar deze Bever vandaan kwam is onbekend. Mogelijk is hij in de buurt van Lummen in het Kanaal terecht gekomen en heeft hij vervolgens geen uitweg gevonden. Een andere mogelijkheid is dat dit dier vanuit de Maas komt maar dan zou hij drie (grote) sluizen gepasseerd zijn. Net als de Bever in het centrum van Leuven kon ook dit dier de volgende dag in geschikt gebied terug vrij gelaten worden.
In Oost-Vlaanderen waren er twee opvallende waarnemingen. Aan de Kalkense Meersen gebeurde de voorlopig meest westelijke waarneming langs de Schelde. Nog opmerkelijker is een waarneming in Ninove. De herkomst van dit dier situeert zich wellicht stroomafwaarts langs de Dender. Dan moet hij wel succesvol de stad Aalst en enkele sluizen zijn gepasseerd. Deze betrekkelijk kleine sluizen met toegankelijke oevers vormen klaarblijkelijk weinig problemen voor de Bever. Tussen Dendermonde en Ninove zijn enkele andere vochtige natuurgebieden voorhanden maar daar is het dier blijkbaar aan voorbij gegaan. Waarom dergelijke ogenschijnlijk geschikte gebieden gepasseerd worden, is voor wetenschappers voorlopig onduidelijk. Onderzoek met behulp van zenders op dieren die een eigen territorium zoeken, zou nieuwe inzichten geven in het gedrag en de mogelijke hindernissen.
Waarnemingen op plaatsen buiten de gekende vestigingen betekenen niet noodzakelijk dat de Bevers zich er ook vestigen. Als er echter herhaaldelijk Bevers (of hun sporen) worden opgemerkt in een gebied, is dat waarschijnlijk wel het geval. Heb je zelf een Bever of sporen ervan gezien? Geef deze waarneming dan door via www.waarnemingen.be of via kristijn.swinnen@ua.ac.be. Zo helpt u de terugkeer van dit prachtige inheemse zoogdier in kaart te brengen.
Tekst en foto: Kristijn Swinnen (Universiteit Antwerpen)