Mooie toekomst voor de Nederlandse bevers
ZoogdierverenigingBericht uitgegeven door de Zoogdiervereniging [land] op [publicatiedatum]
Het is alweer bijna 25 jaar geleden dat de bevers werden teruggebracht in Nederland. Het is hen goed gegaan, maar hoe zonnig ziet de toekomst er voor de bever uit? En waar moeten we als mensen rekening mee gaan houden? In het tijdschrift Zoogdier verscheen een uitgebreid artikel.
Het gaat erg goed met de bever in Nederland. De aantallen zijn toegenomen tot circa 600 volwassen dieren en op steeds meer plaatsen duiken bevers op. Niks lijkt de verdere opmars te kunnen stuiten.
Aantallen
Gijs Kurstjens en Freek Niewold hebben in 2011 voor het Faunafonds een schatting gemaakt van het aantal bevers dat in Nederland kan voorkomen. Zij concludeerden dat dit in 2035 mogelijk 7.000 dieren zijn en dat de populatie daarna wellicht tot zo’n 10.000 bevers kan groeien. Hoewel het altijd lastig is om dergelijke voorspellingen te doen, lijkt dit een reëel aantal. Maar of het er nu een paar honderd meer of minder zullen zijn, is eigenlijk niet zo van belang. De belangrijkste boodschap is dat de groei van de beverpopulatie zal doorzetten.
Nieuwe plekken
Het is daarom ook een interessante vraag waar de bevers zullen opduiken. Momenteel tref je ze vooral aan langs de grote rivieren: Maas, Rijn, Waal en IJssel. Daarnaast ook in de Biesbosch, de Flevopolder, verschillende Limburgse beken, bij de Hunze en het Zuidlaardermeer. Vanuit deze plekken zullen zij zich steeds meer gaan verspreiden naar het ‘achterland’, zoals de beken in Gelderland, Overijssel en Noord-Brabant. Maar ook de veen- en plassengebieden in Zuid- en Noord-Holland en in de provincies Groningen en Friesland. Waar niet eigenlijk? Voor de korte termijn lijken vooral de Zeeuwse eilanden lastig te bereiken, maar de ervaringen leren dat ook dit waarschijnlijk een kwestie is van geduld hebben.
Goed nieuws!
Voor natuurgebieden is de verdere verspreiding en de hogere aantallen goed nieuws. De impact is het grootst waar dammen worden gemaakt. De zogenaamde ‘bevervijvers’ die zo ontstaan, bieden veel soorten een leefgebied, zoals ongewervelden, vissen, amfibieën en hun roofdieren. Ook een grotere variatie in stroomsnelheden draagt hier aan bij. Omgeknaagde bomen die in het water liggen, bieden ook mogelijkheden voor deze soorten doordat veel organismen zich kunnen hechten aan deze stammen, of er onder kunnen schuilen. Verder ontstaan er door het omknagen van bomen en struiken open plekken langs de oever.
Naast lusten ook lasten…
Maar het is niet alleen maar rozengeur en maneschijn. De toename van het aantal bevers en de verdere verspreiding zullen ook leiden tot meer overlast. De schade door vraat aan land- en bosbouwgewassen vallen ook in de nabije toekomst wel mee. Dit geldt ook voor natschade door het bouwen van dammen. Het graven in dijken kan een groter probleem worden. Niet alleen wat betreft potentiële kosten, maar ook de maatschappelijke impact van bijvoorbeeld een eventuele dijkdoorbraak als gevolg van graafactiviteiten door bevers. Gelukkig zijn er preventieve maatregelen te treffen.
Als je alleen rekening houdt met de huidige inkomsten in horeca en handel die aan bevers zijn toe te schrijven - en waarvan kan worden aangenomen dat die in de toekomst ook zullen stijgen - zullen de baten de kosten blijven overstijgen. Goed onderzoek en voorlichting zijn echter van groot belang om het draagvlak voor de bever te behouden.
Meer weten?
Via deze onderstaande link kun je het hele artikel uit Zoogdier lezen. Op 13 november organiseert de Zoogdiervereniging voor professionals in water- en terreinbeheer een symposium over de omgang met bevers.
•Toekomst voor Nederlandse bevers (pdf)
•Aankondiging symposium (pdf)
Tekst: Stefan Vreugdenhil, Jasja Dekker en Vilmar Dijkstra, Zoogdiervereniging
Afbeelding: Zoogdiervereniging