De kat domesticeerde zichzelf
Bericht uitgegeven op [publicatiedatum]
De huiskat is goed bezig als het aankomt op overleving en verspreiding. Het meest opvallende: ze heeft haar sporen zelf verdiend. Ten tijde van de eerste landbouwers sloot ze een bondgenootschap met de mens. Ze ving muizen uit de graanschuur en bewees zo een welkome dienst voor de mens. Een slimme zet, zo blijkt tienduizend jaar later. Maar de huiskat heeft intussen ook haar invloed op het ecosysteem. Haar grote verspreiding zorgt voor hyperpredatie en ze is voedselconcurrent van heel wat inheemse zoogdieren en grote roofvogels. De positieve kant van de zaak: haar vangsten vormen een belangrijke bron van informatie voor zoogdierenexperts.
Minoesjka heeft het goed aangepakt. Op elk continent, behalve op Antarctica, leven er huiskatten (Felis catus). Hun globale populatie wordt geschat op 600 miljoen. De toestand van hun neven en nichten, de wilde katten is een stuk minder rooskleurig. Het gros van de soorten heeft de status ‘kwetsbaar’ tot ‘ernstig bedreigd’. Hoe is de huiskat erin geslaagd haar voortbestaan te verzekeren?
Het succesverhaal begint meer dan tienduizend jaar geleden in het Midden-Oosten in de “vruchtbare halvemaan”, tussen de Eufraat en de Tigris. Dat is het gebied waar zeer vroeg de eerste landbouw is ontstaan. De voorouder van alle gedomesticeerde katten, de Afrikaanse wilde kat, zag toen het gat in de markt. Ze had in het oog gekregen dat haar lievelingsprooien, muizen en ratten, het zeer goed stelden in de nabijheid van de mens. Deze kleine knaagdieren pikten namelijk heel wat graantjes mee van de oogst die de eerste landbouwers bewaarden. De poes greep haar kans en ging in de nabijheid van de mens wonen. Sluw als ze was, at ze haar buik vol muizen en kwam ze op de koop toe in de gratie bij de mens. Logisch, want hoe minder kleine knaagdieren in de schuur, hoe meer graan er over bleef om de familie de winter door te helpen.
De mens viel dus eerst voor het nut van de kat. Maar vervolgens, vele jaren later, volstonden vaak enkel de charmes van de ronkende poes om de bescherming van de mens te genieten. Of hebt u naast een kattenmand aan de stoof ook een graanschuur in de tuin? Straf gespeeld dus en een winstgevende investering, zo bleek. Want door toedoen van de mens zouden in de eeuwen en millennia na de eerste landbouwers talrijke diersoorten uitsterven. De huiskat daarentegen, won meer en meer aan populariteit en verspreidde zich gestaag. De poes domesticeerde zichzelf, zo kunnen we stellen.
Aan dat succesverhaal zit nu wel een wrang kantje. Kattenliefhebbers knijpen hun ogen er graag voor dicht, maar de huiskat oefent ondertussen een zekere impact uit op haar imperium. Heel wat vogelliefhebbers zouden namelijk willen dat er “geen kat kwam opdagen” en als zij toch kwam, zouden ze haar liefst de bel aanbinden. Volgens Brits onderzoek doodt één huiskat tot 34 vogels per jaar. In 2008 telde ons land bijna twee miljoen poezen, bijgevolg is hun invloed op de aantallen vogels niet gering. Dat komt door "hyperpredatie". In verstedelijkte gebieden in Vlaanderen zijn er door het houden en voederen van katten namelijk meer predators dan een natuurlijk systeem eigenlijk zou bevatten. Zo is de huiskat ook een voedselconcurrent van heel wat inheemse zoogdieren en grote roofvogels, zoals de zeldzame Velduil. Maar we kunnen de huiskat eveneens handig gebruiken om de verspreiding van muizensoorten in Vlaanderen in kaart te brengen. Ontdek op de zoekkaart van de zoogdierenwerkgroep van Natuurpunt welke muizen je poes voor je meebrengt en meld de vangsten op de projectpagina van Wat vangt de kat?, een project van de zoogdierenwerkgroep. Zij kunnen de gegevens goed gebruiken.
Hoe zit het dan eigenlijk met de Wilde kat (Felis silvestris) in Vlaanderen? Twee waarnemingen, één vorig jaar in Bocholt en één dit jaar in Voeren, doorbraken de lange stilte van de inheemse Wilde kat in Vlaanderen. Maar ze blijft hier een zeer zeldzame verschijning.
Tekst: Kassiopeia Devriendt, Natuurpunt naar The Global Impact of Feral Cats
Foto: Jaap Mulder & Raymond De Smet