Kemphaan

Eerste broedgeval Kemphaan sinds 1977

3-OKT-2012 - Een groep Vale Gieren, een Sneewuil, Giervalk of een andere dwaalgast zorgen steeds voor de nodige opwinding onder vogelaars. Maar op zich heeft het weinig om het lijf: het zijn 'maar' dwaalgasten, vogels die zich hebben misvlogen, zeg maar. Een broedgeval van een soort die al sinds 1977 niet meer in ons land tot broeden kwam, is eigenlijk pakken sensationeler.

Bericht uitgegeven door Natuurpunt Studie [land] op [publicatiedatum]

Een groep Vale Gieren, een Sneeuwuil, Giervalk of een andere dwaalgast zorgen steeds voor de nodige opwinding onder vogelaars. Maar op zich heeft het weinig om het lijf: het zijn 'maar' dwaalgasten, vogels die zich hebben misvlogen, zeg maar. Een broedgeval van een soort die al sinds 1977 niet meer in ons land tot broeden kwam, is eigenlijk pakken sensationeler.

Op 20 mei werden op de vlaktes van het Kluizendok (Doornzele) acht Kemphanen (Philomachus pugnax) opgemerkt. Op zich niks bijzonders: deze fraaie steltloper is immers het ganse jaar door in ons land aanwezig, met honderden tijdens de winter maar ook tijdens de doortrekpieken in maart-mei en juli-september kan je tientallen exemplaren waarnemen. Dat de drie mannetjes uit het groepje plots met opgezette kraag een uitgebreid baltsritueel opvoerden voor de aanwezige vrouwtjes, was best verrassend. Kemphanen broeden immers al sinds 1977 niet meer in België en ook baltsende exemplaren worden in ons land nog nauwelijks gemeld. 

Het wijfje van het broedpaartje vliegt rondjes rond de fotograaf om de aandacht van het nest af te leiden (foto: Koen Lepla)
Het broedgebied van de Kemphaan strekt zich uit van West-Europa tot Oost-Siberië. Nederland vormt de zuidwestgrens van dit enorme areaal. Maar het gaat niet goed met de soort. In Nederland heeft de soort als broedvogel heel wat van haar pluimen verloren: waar begin jaren '50 nog minstens 6.000 broedende hennen werden geteld, nam het aantal af tot hooguit 1.500 in 1978 en zakte de broedpopulatie verder dramatisch in elkaar tot max. 140 paartjes in 2000.

En ook in België is veel kemphanenleed geleden. Tot midden vorige eeuw kwam de soort regelmatig tot broeden in de Antwerpse Noorderkempen maar doordat uitgestrekte vochtige heidevelden op grote schaal in cultuur werden gebracht, liepen de aantallen heel sterk terug. Na 1970 werden nog twee broedgevallen gedocumenteerd: één in de Uitkerkse Polder (1976) en één in de brakwaterschorren van Doel. Daarna ging het licht uit ... tot in 2012.

Behoedzaam houdt het wijf de wacht, op een afstand van het nest met twee kuikens (foto: Koen Lepla)
Toen in juni nog steeds een Kemphen aanwezig was op de vlaktes van het Kluizendok, raakten lokale vogelaars toch enigszins gealarmeerd. Bij elk terreinbezoek bleek het vrouwtje zeer alert en draaide ze ostentatief rondjes, alsof ze de aandacht wou afleiden van een nest. Op 5 juli werden twee onvolgroeide kuikens opgemerkt: het eerste geslaagde broedgeval sinds 1977 was een feit!

Wordt hiermee de terugkeer van de Kemphaan in België ingeluid? Niet echt ... Door een veranderde agrarische bedrijfsvoering (verlaging grondwaterstand, intensieve bemesting, zware beweidingsdruk) is het aanbod aan geschikte broedgebieden immers drastisch herleid. Het broedgeval in de Gentse Kanaalzone is dan ook een toevalstreffer: door extreme weersomstandigheden vond het groepje doortrekkende Kemphanen er een geschikt broedhabitat maar de kans dat dit gebied in de Gentse haven ook volgend jaar het decor voor baltsende Kemphanen zal vormen, is zeer gering. Daarvoor had je het barslecht voorjaar van 2012 nodig met waterstanden die je normaal enkel 's winters aantreft.

In samenspraak met het Gentse Havenbedrijf en het Vlaams Gewest introduceerde Natuurpunt - met winterbegrazing door schapen - een ecologisch beheer op de vlaktes van het Kluizendok. De resultaten zijn indrukwekkend: 180 broedpaar Veldleeuwerik, 80 territoria van Graspieper, 65 koppels Patrijs, 8 zangposten van Kwartel en 35 koppels Kievit. Dergelijke aantallen zijn uniek in de regio. Meer nog: Veldleeuwerik en Graspieper zijn in het Gentse als broedvogel al jaren zo goed als uitgestorven (o.a. door de intensievering van de landbouw).

De hoge aantallen op de vlaktes van het Kluizendok laten dan ook het beste verhopen voor de 205 hectaren compensatiegebieden die het Vlaams Gewest rond de Gentse kanaalzone zal aanleggen. Naast waterplassen met broedeilanden, riet en zeggenvegetaties, zullen immers ook een honderdtal hectaren extensieve graslanden worden aangelegd, toekomstige broedstek voor de vogels van het Kluizendok. De vlaktes van het Kluizendok maken immers deel uit van een tijdelijke ecologische infrastructuur in de Gentse haven en moeten op termijn plaats ruimen voor economisch activiteiten. Tegen dan moeten de vele Veldleeuweriken en Graspiepers een veilige haven vinden in de nieuw ontwikkelde compensatiegebieden. 

Tekst: Dominique Verbelen, Natuurpunt Studie
Foto's: Koen Lepla