De Hagmolenbeek nabij Bentelo

Boeren voor Natuur: goed voor de natuur èn voor de boeren

7-NOV-2013 - Boerenbedrijven kunnen een prima bijdrage leveren aan de kwaliteit van natuurgebieden en het waterbeheer als zij hun bedrijfsvoering aanpassen. Dat concludeert Alterra Wageningen UR op basis van tien jaar onderzoek en vijf jaar praktijkervaringen. Met het concept ‘Boeren voor Natuur’ krijgen boeren een vergoeding voor hun bijdrage aan natuur, landschap en water, als compensatie voor de verlaging van het productieniveau van hun bedrijf. De eerste resultaten zijn veelbelovend, ook al duurt het nog een paar jaar voordat de resultaten echt meetbaar zijn. Zowel de aanpassing van de bedrijven als de reactie van de biodiversiteit kosten nu eenmaal tijd.

Bericht uitgegeven op [publicatiedatum]

Boerenbedrijven kunnen een prima bijdrage leveren aan de kwaliteit van natuurgebieden en het waterbeheer als zij hun bedrijfsvoering aanpassen. Dat concludeert Alterra Wageningen UR op basis van tien jaar onderzoek en vijf jaar praktijkervaringen. Met het concept ‘Boeren voor Natuur’ krijgen boeren een vergoeding voor hun bijdrage aan natuur, landschap en water, als compensatie voor de verlaging van het productieniveau van hun bedrijf. De eerste resultaten zijn veelbelovend, ook al duurt het nog een paar jaar voordat de resultaten echt meetbaar zijn. Zowel de aanpassing van de bedrijven als de reactie van de biodiversiteit kosten nu eenmaal tijd.

De vergoeding die Boeren voor Natuur-boeren krijgen is hoger dan de bedragen die gangbaar zijn in agrarisch natuurbeheer, maar de boer doet er dan ook meer voor. Omdat de grond niet hoeft te worden aangekocht, is Boeren voor Natuur goedkoper dan ‘gewoon’ natuurbeheer. Regionale overheden en het Rijk brachten het benodigde geld bij elkaar. Doelen voor water, natuur en recreatie werden zo gecombineerd en de overheden kunnen de kosten delen.

De Hagmolenbeek nabij Bentelo (foto: Titico)

Eén van de proefprojecten is een natuurgericht bedrijfssysteem dat is uitgeprobeerd door melkveehouder Jan Duijndam in de Zuid-Hollandse Polder van Biesland. Eenzelfde systeem is ingevoerd op het Overijsselse landgoed Twickel door schapenhouders Marwin Hofstede en Corney Niemeijer en door zoogkoeienhouder André Luttikhedde. Zij hebben hun bedrijfsvoering zodanig aangepast dat ze geen mest of voer aanvoeren, geen kunstmest of bestrijdingsmiddelen gebruiken, een hogere waterstand tolereren, en het onderhoud van landschapselementen in hun bedrijfsvoering meenemen.

Op alle bedrijven zijn ingrijpende inrichtingsmaatregelen getroffen. Zo is op het bedrijf van Marwin Hofstede de Hagmolenbeek in de oude smalle, slingerende staat hersteld, met spectaculair resultaat voor de vissen en de vegetatie van de beek en het beekdal, maar ook voor het naastgelegen heideterrein, dat nu weer een stuk natter is en waar bijzondere plantensoorten zich herstellen. De beek overstroomt weer regelmatig, wat goed past bij de doelen van het waterschap om regenwater minder snel af te voeren naar de grote rivieren. Een gangbare boer zou niet blij zijn met zo’n aanpassing, maar een natuurgerichte boer kan het voedselrijke slib dat de beek na een overstroming achterlaat goed gebruiken omdat hij weinig mest heeft.

Voor de boeren zelf biedt het systeem nieuwe kansen. Voor het bedrijf van Jan Duijndam bijvoorbeeld was Boeren voor Natuur een kans om de betrokkenheid van burgers uit de omliggende steden verder uit te bouwen door het vermarkten van vlees van zijn koeien, educatie en zorg. Op de Bieslanddagen, georganiseerd door de Vrienden van Biesland, komen jaarlijks duizenden mensen af. Bovendien is een grote groep burgers betrokken bij monitoring en evaluatie van de effecten van de nieuwe manier van boeren.

Het Alterra-rapport ‘Boeren voor Natuur: hoe werkt het en wat levert het op?’ is op 5 november gepresenteerd tijdens het symposium ‘Boeren voor Natuur: lessen en kansen’ in Deventer.

Bron: Alterra Wageningen UR
Foto: Titico