Behaarde boterbloem op de nieuwe vindplaats in Meppen (foto: Gerrit Welgraven).

Vrijwilligers vinden Behaarde boterbloem in Drenthe

FLORON
28-JUN-2013 - Tijdens een inventarisatieweek in Midden-Drenthe vonden vrijwilligers van FLORON en de Werkgroep Florakartering Drenthe de Behaarde boterbloem. Behaarde boterbloem is in Drenthe na 1950 niet meer gezien.

Bericht uitgegeven door FLORON op [publicatiedatum]

Tijdens een inventarisatieweek in Midden-Drenthe vonden vrijwilligers van FLORON en de Werkgroep Florakartering Drenthe de Behaarde boterbloem. Behaarde boterbloem is in Drenthe na 1950 niet meer gezien.

Op dit moment kleuren de weilanden goudgeel van de boterbloemen. Het gaat dan meestal om de zeer algemeen voorkomende Kruipende en Scherpe boterbloem. Minder algemeen is de Behaarde boterbloem. Dit is een meestal wat ziekelijk bleekgroen ogende bewoner van vooral de kust. Behaarde boterbloem groeit hier in open grazige vegetaties op dichtgeslagen, vaak enigszins brakke, kleigrond. In het binnenland is het veel zeldzamer. Een uitzondering hierop is Zuid-Limburg waar Behaarde boterbloem voorkomt in opengetrapte weitjes en akkers op löss.

Behaarde boterbloem op de nieuwe vindplaats in Meppen (foto: Gerrit Welgraven)

Gezien haar voorliefde voor min of meer kleiige bodems is het niet verwonderlijk dat Behaarde boterbloem op het Drentse zand zeer zeldzaam is. Oude Drentse groeiplaatsen lagen vooral in het grensgebied van Groningen en Drenthe waar (pot)klei voorkomt. Na 1950 is het echter niet meer in Drenthe gezien. “Haar (terug)vinden zou zeer bijzonder zijn” vermeldt de in 1999 verschenen Atlas van de Drentse Flora. Groot was dan ook de verbazing toen bleek dat zich op een camping in Meppen, waar de deelnemers aan een inventarisatieweek overnachtten, een grote populatie Behaarde boterbloem bevond.

De verspreiding van Behaarde boterbloem in Nederland (bron: FLORON, NDFF)De planten stonden hoofdzakelijk in enkele, aan de camping grenzende, paardenweitjes. Het voorkomen van Behaarde boterbloem in paardenweitjes is ook bekend uit Brabant en de Gelderse vallei. Doordat boterbloemen niet door paarden worden gegeten kunnen deze in overbegraasde weilanden snel de overhand krijgen, temeer omdat veel van hun “concurrenten” wel worden gegeten. Blijkbaar vormen paardenweitjes voor Behaarde boterbloem een geschikte alternatieve groeiplaats in gebieden waar het van oorsprong (nagenoeg) niet voorkwam.

Tekst: Edwin Dijkhuis, FLORON
Foto: Gerrit Welgraven
Kaart: FLORON en NDFF