De jonge Vale Gier van Haccourt bij Luik in 2012: een indrukwekkende verschijning

Vale Gieren: reizen op de zuidelijke warmtestroom

19-JUN-2013 - We zaten er haast op te wachten: het verschijnen van Vale Gieren in ons land is een vrijwel jaarlijks evenement geworden. Wakkere vogelaars waren zondag reeds alert geraakt door de weerberichten: een stuw van zuidelijke lucht kwam vanuit Afrika over Frankrijk onze richting uit. De onstabiliteit leek ideaal om in de nodige krachtige thermiek te voorzien. Zwevers kunnen dan erg hoog gaan en lekker lui glijden naar het noorden. Zelfs zonder zich moe te moeten maken.

Bericht uitgegeven door Natuurbericht [land] op [publicatiedatum]

We zaten er haast op te wachten: het verschijnen van Vale Gieren in ons land is een vrijwel jaarlijks evenement geworden. Wakkere vogelaars waren zondag reeds alert geraakt door de weerberichten: een stuw van zuidelijke lucht kwam vanuit Afrika over Frankrijk onze richting uit. De onstabiliteit leek ideaal om in de nodige krachtige thermiek te voorzien. Zwevers kunnen dan erg hoog gaan en lekker lui glijden naar het noorden. Zelfs zonder zich moe te moeten maken.

De Vale Gier boven Boortmeerbeek op 16 juni (Foto: Guido Meulenijzer)Diezelfde dag nog, zondag 16 juni, was het al een eerste keer prijs: vier Vale Gieren (Gyps fulvus) cirkelden boven Rotheux-Rimière in de provincie Luik. En ondertussen zijn het er al meer: op 17 juni werd er rond 17:00 een Vale Gier gefotografeerd in Boortmeerbeek en op hetzelfde moment verbleven er twee bij Sint-Katelijne-Waver. Ook de dag nadien werd op die plek nog minstens één exemplaar opgemerkt. Of er nog meer vogels gaan opduiken is aannemelijk maar tegelijk redelijk onvoorspelbaar. In Nederland waren er dit jaar voorlopig nog geen waarnemingen maar Denemarken kreeg op 14 en 15 juni de eerste Vale Gier sinds 1986 op bezoek.

Met een vleugelspanwijdte van ruim 2,5 meter heeft zo’n Vale Gier het formaat van een stevige Zeearend: behoorlijk impressionant dus. Het zijn vrij sociale dieren die in soms erg grote kolonies broeden. Het grootschalig dumpen van kadavers in ‘muladares’ maakte het de Spaanse gieren tot 2007 erg gemakkelijk. In dat jaar werd het gebruik ervan echter strikt gereglementeerd en in sommige regio’s zelfs volledig verboden. Dat was bv. het geval in Aragòn, in de Spaanse Pyreneeën, waar de populatie Vale Gieren in 2007 bijgevolg terugviel met 21%, en het aantal uitgevlogen jongen met 48%. Hier en daar moet men dus duidelijk op zoek naar het gepaste evenwicht op lange termijn.

Tot 2001 werden in ons land slechts 17 waarnemingen van deze aaseter geregistreerd. Vanaf 2002 kwam daar verandering en in 2006 was het aantal gegevens al verdubbeld. Hectisch was 2007 met een ware Vale Giereninvasie: tenminste 212 vogels werden in België aanvaard door het BAHC en de CH, de Vlaamse en Waalse zeldzaamhedencommissies, die zich bezig houden met het registreren van zeldzame vogels. 2008 was nog goed voor 30 Vale Gieren. Daarna tekende zich een stabieler patroon af: in 2009 en 2010 was er telkens slechts één waarneming en in 2011 en 2012 terug een handvol per jaar. De enige jaren die recentelijk blank bleven waren 2004 en 2005. Dat alles zet de teller voor België nu op 307 Vale Gieren. Gieren die vandaag in ons land verblijven, zitten omwille van het regenweer wellicht de hele dag aan de grond. Ons baserende op de cijfers van de jongste jaren, mogen we voor dit jaar hopen op nog enkele extra waarnemingen, en met een beetje geluk zit daar een groep van aardige omvang bij. Evengoed kunnen er de volgende dagen tientallen vogels opduiken... of geen enkele meer. Toch waarschuwen we onervaren waarnemers: een gewone Buizerd kan naargelang de belichting soms aardig groot lijken en vergissingen zijn verre van zeldzaam. 

De jonge Vale Gier van Haccourt bij Luik in 2012: een indrukwekkende verschijning (Foto: Dieder Plu)

Voor de zekerheid een risico nemen
De toename van Vale Gieren bij ons is ongetwijfeld het gevolg van een sterke populatie in Spanje. Vogels die hier in de zomer opduiken zijn vrijwel uitsluitend jonge vogels. Vale Gieren doen er vier tot vijf jaar over om volwassen en geslachtsrijp te worden en hebben nog niets te zoeken in een broedkolonie. Zo’n uitstap naar West-Europa blijft dan wel een risico voor zo'n jonge bende; je weet nooit of er wel eten te vinden is en bij ons worden kadavers om hygiënische redenen altijd snel geruimd. En een dood Konijn of een dode Haas vult dan enkel een holle kies… als ze die al hadden.
Maar: grote roofvogels kunnen dàgen zonder voedsel en het feit dat hun zeilvluchten nauwelijks energie vragen, maakt dat er wel een risico af kan. In het voordeel van de adulte vogels in de broedkolonies overigens: die hebben wél de dagelijkse nood aan voldoende eten, anders sterven de pas geboren jongen.

Het blijft dus bij een gezellig zomeruitstapje voor zo’n Vale Gier. Een echte vestiging is uitgesloten omwille van voedseltekort, maar ook door het ontbreken van geschikt broedbiotoop. Zoveel steile rotsen heeft Vlaanderen niet in de aanbieding.

Tekst: Gerald Driessens
Foto's: Guido Meulenijzer & Dieder Plu