Help! Mijn vlinders zijn weg gemaaid

De Vlinderstichting
12-JUL-2013 - Het is weer maaitijd en op heel veel plekken veranderen bloemrijke bermen en graslanden in kale groene vlakten. Voor de vlinderaars altijd weer een schok, maar is het wel zo slecht?

Bericht uitgegeven door De Vlinderstichting [land] op [publicatiedatum]

Het is weer maaitijd en op heel veel plekken veranderen bloemrijke bermen en graslanden in kale groene vlakten. Voor de vlinderaars altijd weer een schok, maar is het wel zo slecht?

Bloeiende planten trekken erg veel vlinders aan, zoals hier bruin zandoogjes (foto: Kars Veling)Als je de ene week op je monitoringroute van vijf meter breed in totaal meer dan 30 groot dikkopjes telt kun je niet wachten op de volgende telling. Zullen het er nog weer meer zijn? Groot is dan de teleurstelling als de volgende week blijkt dat je route en alle graslanden eromheen gemaaid zijn. Alle bloemen zijn verdwenen en je komt hier en daar nog een verdwaald bruin zandoogje tegen.

Deze ervaring hebben veel vlindertellers en De Vlinderstichting krijgt dan ook veel reacties van mensen die het doodzonde vinden en vragen of we daar niets tegen kunnen doen. En uiteraard kunnen we contact opnemen met de beheerder, maar wat vragen we dan? Als bermen en graslanden niet gemaaid worden zijn binnen een paar jaar de kruiden en bloemen verdwenen en zijn ze veranderd in ruigten waar de graslandvlinders niet in kunnen leven. Maaien is dus een prima beheermaatregel en moet wel om te zorgen dat het gebied geschikt blijft voor de vlinders. Een aantal soorten kan er ook prima tegen.

Als alles gemaaid wordt is er geen voedsel meer en zijn ook alle eitjes, rupsen en poppen verdwenen (foto: Kars Veling)Op rijke bodems zoals klei is het vaak zelfs nodig om tweemaal per jaar te maaien (normaal gesproken tweede helft juni en begin september) of om eenmaal te maaien en daarna nabegrazen met jongvee. Op zandgronden kan eenmaal maaien voldoende zijn. Wat voor vlinders en ook voor veel andere dieren van belang is, is dat het maaisel wordt afgevoerd en dat niet alles gemaaid wordt, maar dat er gedeelten blijven overstaan. Daar staan nog bloemen te bloeien zodat de vlinders en bijen er voedsel hebben en dat zijn ook de plekken waar eitjes, rupsen en poppen kunnen overleven. De stukken die blijven staan moeten een volgende keer dan wel worden mee gemaaid, maar dan blijft een andere strook staan. De stukken hoeven helemaal niet zo groot te zijn. Een vuistregel is dat 10% blijven staan voldoende is voor de vlinderbevolking. Dit gefaseerd maaibeheer wordt op een aantal plekken al toegepast, maar het blijkt moeilijk om dit bij gemeenten, maar ook bij een aantal natuurbeherende organisaties echt structureel ingevoerd te krijgen. Kortom: maaien is een prima beheermaatregel voor vlinders, maar als er stukken blijven staan is dat nog veel beter.

Tekst en foto’s: Kars Veling, De Vlinderstichting