Rozet Vliegenorchis (Ophrys insectifera), Belgische Sint- Pietersberg

Inheemse orchideeën ook (al) in de winter zichtbaar

Werkgroep Europese Orchideeën
17-FEB-2011 - Onze Nederlandse orchideeën zijn op basis van hun levenscyclus in twee groepen te verdelen. Eén groep houdt zomers een rustperiode en ontwikkelt in de late herfst een (basaal) bladrozet. Deze rozetten treft men vaak wat verscholen in de vegetatie aan. Deze orchideeën leiden zoals de Engelsen zo mooi verwoorden, een ‘inconspicuous existence’, een onopvallend bestaan.

Bericht uitgegeven door de Werkgroep Europese Orchideeën op [publicatiedatum]

Onze Nederlandse orchideeën zijn op basis van hun levenscyclus in twee groepen te verdelen. Eén groep houdt zomers een rustperiode en ontwikkelt in de late herfst een (basaal) bladrozet. Deze rozetten treft men vaak wat verscholen in de vegetatie aan. Deze orchideeën leiden zoals de Engelsen zo mooi verwoorden, een ‘inconspicuous existence’, een onopvallend bestaan.

Rozet Vliegenorchis, Belgische Sint-Pietersberg (foto: Mark Engels)Verschillende orchideeën vormen in de (late) herfst een bladrozet, dat vervolgens de gehele winter bovengronds aanwezig is. Gedurende deze periode worden de rozetten blootgesteld aan de elementen zoals vocht, vorst en sneeuw, maar ook aan konijnenvraat. Vooral een combinatie van vocht en vorst kan funest zijn voor veel soorten.

Voor de Herfstschroeforchis (Spiranthes spiralis) en mogelijk andere soorten, is sneeuw zeer nadelig. Ten tijde van de bloei in augustus sterft het oude rozet af en ontspringt naast de bloeistengel een nieuw rozetje. Dit rozetje groeit gedurende de winter uit tot een volwassen rozet. In deze periode is de beschikbaarheid van voldoende licht essentieel. Een dikke laag sneeuw verhindert fotosynthese processen en kan leiden tot het niet bloeien, of in het ergste geval sterfte, van een plant.

Ook bij andere orchideeënsoorten is de hoeveelheid licht die het bladrozet ontvangt erg belangrijk. Gedurende de periode dat het bladrozet aanwezig is, zorgt fotosynthese voor de vorming van een nieuwe (wortel)knol. In deze (knol)wortel zit het reservevoedsel opgeslagen dat het mogelijk maakt het volgende voorjaar een nieuw bladrozet te vormen. Processen die de vorming van het bladrozet nadelig beïnvloeden of de lichtinval ernstig reduceren, zijn veelal niet direct merkbaar binnen een populatie, maar leiden wel degelijk tot teruglopende aantallen het daaropvolgende jaar. Na recentelijke controle van de populaties Bijenorchis (Ophrys apifera) en Hondskruid (Anacamptis pyramidalis) in Zuid-Limburg blijkt dat de sneeuw van december geen nadelige gevolgen heeft gehad op het aantal planten. Beide soorten ontwikkelen in de herfst een rozet. De sneeuwval in december viel dus buiten de periode waarin het rozet zich ontwikkelde. Vooralsnog heeft ook de sneeuw van voorgaande jaren geen nadelig effect gehad op de populaties Bijenorchis en Hondskruid.

Nederlandse soorten die je ‘s winters als rozet kunt aantreffen zijn Harlekijn (Anacamptis morio), Hondskruid (Anacamptis pyramidalis), Dennenorchis (Goodyera repens), Bokkenorchis (Himantoglossum hircinum), Bijenorchis (Ophrys apifera), Vliegenorchis (Ophrys insectifera), Poppenorchis (Orchis anthropophorum) en Herfstschroeforchis (Spiranthes spiralis). Met uitzondering van Dennenorchis, die een vrij noordelijke verspreiding heeft binnen Europa, zijn het allemaal soorten met een submediterrane verspreiding die voor een ingetogen winterse pracht van orchideeën zorgen.

Rozetten inheemse orchideeën, van links naar rechts: Bijenorchis, Dennenorchis, Poppenorchis, Harlekijn, Hondskruid, Herfstschroeforchis (foto’s: Mark Meijrink en Mark Engels)

Tekst en foto's: Mark Meijrink en Mark Engels, Werkgroep Europese Orchideeën