Een immature Gierzwaluw, een zogenaamde 'banger', gaat op inspectie in een Gierzwaluwkast.

Hangjongeren om van te genieten

24-JUL-2013 - Dezer dagen zie en hoor je ze volop. Het weer is zalig en de gierende hangjongeren van de Gierzwaluw weten met hun geluk geen blijf. Maar waarom gekscheren ze zo dolblij door de avondlucht?

Bericht uitgegeven door Natuurpunt Studie [land] op [publicatiedatum]

Dezer dagen zie en hoor je ze volop. Het weer is zalig en de gierende hangjongeren van de Gierzwaluw weten met hun geluk geen blijf. Maar waarom gekscheren ze zo dolblij door de avondlucht?

Gierzwaluwen zijn verre familie van de Kolibrie en hebben helemaal niets te maken met onze Boeren- of Huiszwaluwen. De vogels spreken voor veel mensen tot de verbeelding: ze eten, vliegen, paren en slapen zelfs in de vlucht. Het zijn zo'n beetje de 'dolfijnen van het luchtruim'. Slechts enkele maanden tref je ze op een vaste plek, namelijk wanneer ze hun kroost grootbrengen. Drie maanden later vliegen de jongen uit het nest. Voor enkele jaren zullen ze enkel het luchtruim bewonen.

Na ongeveer 2 jaar begint het te kriebelen bij de jonge Gierzwaluwen. Dan willen ze zelf een familie stichten en gaan ze op zoek naar een eigen woonst voor het volgende jaar. Stiekem volgen ze de volwassen vogels die volop hun kroost aan het  voeren zijn en zo worden ze tot bij een nestplaats geleid. Wat ze dan doen, is zo merkwaardig dat het hen in het Engels de bijnaam Bangers oplevert. Ze vliegen en bonken tegen zo’n nestplaats aan, wat in het geval van een holle ruimte (bijvoorbeeld bij een nestkastje) een dof geluid (een bang) veroorzaakt. Soms blijven ze ook aan de nestopening hangen. Als de plek bewoond is, duurt het doorgaans niet lang voor de jongeren verjaagd worden door de oorspronkelijke bewoners. Alle potentiële broedplaatsen worden door de jonge vogels nauwgezet ingeprent en onthouden want volgend jaar zullen ze één ervan als "hun" nestplaats opeisen. Sommigen zullen er ook dit jaar al een nachtje doorbrengen.

Een immature Gierzwaluw, een zogenaamde ’banger’, gaat op inspectie in een Gierzwaluwkast. (foto: Louis-Philippe Arnhem)

Of de oudere vogels het leuk vinden wat het jonge volkje uitspookt, zal ons altijd een raadsel blijven. Misschien ervaren zij het wel als pestgedrag. Ons doen de jonge Gierzwaluwen vooral glimlachen met hun zotte capriolen, duikelend en gierend door de straten, terwijl ze op zoek gaan naar nestplaatsen zoals een spleet in de muur of een oude dakgoot. En ze geven ons met hun zalige gegier vooral een heerlijk zomers gevoel, want alleen bij goed weer zijn ze volop in onze steden aanwezig. Kortom: hangjongeren om van te genieten.

Met het late broedseizoen leven Gierzwaluwen nog nauwer tegen de klok aan dan in 'normale' jaren. Het zijn dan ook de laatste dagen dat we deze mysterieuze snelheidsduivels kunnen bewonderen. Over hooguit twee weken zitten ze met z'n allen op de luchttrein naar de evenaar. Maar dat kan net zo goed nog deze week zijn.

Tekst: Karin Gielen, Natuurpunt Studie
Foto: Louis-Philippe Arnhem