Bloemenstroken langs akkers verdienen zichzelf terug
Bericht uitgegeven door Natuurpunt Beleid [land] op [publicatiedatum]
Bijvriendelijke bloemenstroken langs akkers leveren al na vier jaar economische winst op voor landbouwers: dat is de conclusie van nieuw Amerikaans onderzoek. Dit onderzoek toont aan dat bloemen in het boerenland geen vervelend onkruid hoeven te zijn, maar een integraal onderdeel uitmaken van een duurzaam en hoog productief landschap. Vandaag beslist de Vlaamse regering over de voorwaarden voor inkomenssteun aan de landbouwers. Natuurpunt vindt dat de Vlaamse regering de verplichte vergroeningsmaatregelen voor landbouwers zo moet opmaken dat ze maximaal effectief zijn voor bijen. Op korte termijn betekent dit ook productiewinst: twee vliegen in één klap dus.
Bloeiende bloemen trekken wilde bijen aan, die nodig zijn om gewassen te bestuiven. Bloemenstroken zorgen na drie jaar voor een verdubbeling van het aantal wilde bijen dat op en rond de akker vliegt. Hierdoor stijgt het aantal vruchten met 10% en neemt ook het gewicht van de vruchten met 25% toe. Resultaat: de winst die geboekt wordt overtreft al na vier jaar tijd de opportuniteitskost voor de aanleg en het onderhoud van de bloemenstrook.
Een economie van bijen
84% van de 264 landbouwgewassen in Europa zijn afhankelijk van bijen. Daarmee hebben bijen een belangrijke rol te vervullen in de voedselproductie: de economische waarde van bijen op Europese schaal wordt geschat op 22 miljard euro, wat overeenkomt met 10% van de totale productiewaarde van de landbouw. Bovendien is de economische waarde van één ton bestuivingsafhankelijke gewassen (groenten en fruit) vijf keer hoger dan die van gewassen die geen bestuiving nodig hebben (aardappelen en graan).
Ondanks de sleutelrol van bijen voor de landbouw is het net de verregaande intensivering en specialisering van de landbouw die extra druk legt op het voortbestaan van de bijen. Stroken met bloeiende bloemen zijn uit het landschap verdwenen. Het probleem van de bijen is gelaagd: er is de rol van pesticides, van parasieten en van ziektes, maar het verdwijnen van bloemen maakt dat bijen uithongeren en verzwakken, zodat ze minder goed bestand zijn tegen die uitdagingen en uiteindelijk sterven.
De bekendste bij is de honingbij. Een groot deel van onze voedselproductie is afhankelijk van deze gedomesticeerde soort. Maar honingbijen verdwijnen massaal uit het boerenland. Elk jaar overleeft één op drie honingbijvolkeren de winter niet. Dit vormt een ernstige bedreiging voor de voedselzekerheid op lange termijn. De honingbij is gelukkig lang niet de enige soort die instaat voor de bestuiving. In België leven meer dan 370 soorten wilde bijen. Onderzoek uit Nederland wijst uit dat 262 wilde bijensoorten potentiële bestuivers zijn voor landbouwgewassen. Voor fruitboomgaarden zijn wilde bijensoorten zelfs de belangrijkste bestuivers (59% van alle bloembezoekers). Maar ook de wilde bijen doen het slecht. Vlaanderen heeft nog geen rode lijst, maar bij onze Noorderburen staan 56% van de wilde bijen op de rode lijst, wat betekent dat die soorten met uitsterven bedreigd zijn.
Bloeiende bloemen
De massale bijensterfte zou ons duur te staan kunnen komen. Net de zorg voor (wilde) bijen is zo belangrijk voor onze voedselzekerheid op lange termijn. Aan de vooravond van een vernieuwd landbouwbeleid zou Vlaanderen moeten inzetten op een geïntegreerd bijenplan voor de landbouw. In de eerste plaats betekent dit dat er in het landbouwgebied ruimte moet gemaakt worden voor stroken van bloeiende bloemen, die nectarrestaurants zijn en nestgelegenheid bieden voor bestuivers. Daarnaast moeten een aantal beheercriteria gerespecteerd worden. De voornaamste is dat op bloemenstroken geen pesticiden gebruikt worden. Logisch, pesticiden hebben net als doel om dieren en planten te doden. Uit talloze studies blijkt dat de significante milieu- en natuurwinsten pas geboekt worden als 10% van het landbouwgebied ecologisch beheerd wordt.
In het Europees Landbouwbeleid zitten alle handvaten om hier werk van te maken. Zo moet elke landbouwer die inkomenssteun wil ontvangen vijf procent van zijn akkerpercelen inrichten voor natuur (in 2017 wordt dit 7%). Hopelijk grijpt Vlaanderen de kans om te kiezen voor duurzame landbouw én voor de bijen door deze ecologische stroken te vrijwaren van productie en mest- of pesticidengebruik.
Het hele rapport vind je hier.
Tekst: Annelore Nys, Natuurpunt Beleid