Otter duikt op in Vlaams-Brabant
Bericht uitgegeven door Natuurpunt [land] op [publicatiedatum]
In het natuurgebied 'Tafelbos' in Lubbeek is een Otter gefilmd. Het gaat om de eerste waarneming van de visetende marterachtige in de provincie Vlaams-Brabant. Voor Vlaanderen is dit nog maar de vierde locatie waar het uiterst zeldzame zoogdier opdook sinds het uitstierf midden jaren 80. Het drukke verkeersnet en de staat van onze waterlopen vormen grote uitdagingen voor de terugkeer van de soort.
Het Tafelbos in de Lubbeekse deelgemeente Binkom is een klein maar waardevol bos dat ooit deel uitmaakte van een 18de eeuws Hagelands woud. Het was aan de oevers van de meanderende Vosselbeek dat vrijwilliger Benny L’homme, die instaat voor het beheer van het gebied, de Otter kon filmen.
Midden jaren 80 verdween de laatste otter van Vlaanderen in de IJzervallei in de Westhoek: een gevolg van vervolging, watervervuiling en een gestaag verdwijnen van zijn leefgebied. Jarenlang stond de otter geboekstaafd als volledig uitgestorven. Tot in 2012 plots op drie plaatsen in Vlaanderen otters waargenomen werden: in Willebroek (provincie Antwerpen), in Bocholt (provincie Limburg) en in Ranst (provincie Antwerpen). In Ranst ging het om een verkeersslachtoffer. Helaas is dat geen toeval. Het dichte wegennet in Vlaanderen is de grootste hindernis voor otters om zich opnieuw te kunnen vestigen in Vlaanderen. Vooral waar waterlopen en wegen elkaar kruisen komen otters onder de wielen terecht.
Een andere uitdaging voor Vlaamse otters is de kwaliteit van onze waterlopen. Door zijn lichaamsbouw en visdieet is de otter erg gebonden aan water. Zijn ideaal leefgebied bestaat uit natuurlijke waterlopen met veel vis en een ruime keuze aan schuilplaatsen in de weelderige oevervegetatie. Alleen door natuurlijke oevers te creëren, verbindingen te maken onder de bruggen en de kwaliteit van onze waterlopen in Vlaanderen in overeenstemming te brengen met de Europese normen, zullen terugkerende otters echt een kans maken in Vlaanderen. Een soortbeschermingsplan voor de otter, met een stappenplan voor aanpak van de knelpunten zou een eerste stap in de goede richting zijn.
Otters die op zoek gaan naar nieuw leefgebied kunnen grote afstanden afleggen. De Limburgse waarnemingen zijn wellicht afkomstig uit de Nederlandse populatie, waar de soort al langer terug is. Hoe de otter in de Lubbeekse regio terechtgekomen is, is nog niet duidelijk. Mogelijk gaat het ook hier om een doortrekkend exemplaar.
Op de camerabeelden is onmiskenbaar het achterlijf van een otter te zien. Toch is op basis van de beelden niet met honderd procent zekerheid te zeggen of het om een inheemse, Europese otter gaat of om een uit gevangenschap ontsnapt exemplaar van de dwergotter, de kleinere Aziatische broer van onze otter. Het Tafelbos wordt nu intensief gemonitord met camera’s om meer te weten te komen over het dier.
Met een kop-romplengte van 60 tot 95 centimeter is de Europese otter de grootste van onze inheemse marterachtigen. Otters hebben een slank lijf dat helemaal aangepast is aan een leven in en rond het water. Hun vacht is dicht en fluweelachtig - en omwille van hun pels werden ze voor de Tweede Wereldoorlog fel bejaagd. Zowel de voor- als achterpoten zijn uitgerust met zwemvliezen. De snorharen zijn sterk ontwikkeld en vormen een uitgesproken tastapparaat onder het wateroppervlak. De aanwezigheid van een duurzame otterpopulatie wijst op een goede kwaliteit van water en waterlopen.
Tekst: Diemer Vercayie, Natuurpunt
Foto: Hugo Willockx