Rode wouw

Rode wouw broedt succesvol in Vlaams-Brabant

24-OKT-2014 - Afgelopen zomer bracht een koppeltje Rode wouwen met succes jongen groot in het Dijleland. In die afwisselende streek tussen Leuven en Brussel vonden ze voldoende rust en voedsel om minstens 2 jongen vliegvlug te krijgen.

Bericht uitgegeven door Natuurpunt Studie [land] op [publicatiedatum]

Afgelopen zomer bracht een koppeltje Rode wouwen met succes jongen groot in het Dijleland. In die afwisselende streek tussen Leuven en Brussel vonden ze voldoende rust en voedsel om minstens 2 jongen vliegvlug te krijgen. Het is de eerste keer dat de soort met zekerheid tot broeden komt in Vlaams-Brabant. Ook in de rest van Vlaanderen is de soort als broedvogel een zeldzaamheid. Het laatste geslaagde broedgeval (Ursel, Oost-Vlaanderen) dateerde al van 1998.

De Rode wouw heeft een klein verspreidingsgebied in Europa. Hij broedt hoofdzakelijk van Zuid-Zweden over Duitsland, het zuidoosten van de Benelux en Oost-Frankrijk tot het Iberisch schiereiland en Italië. Daarmee is het een zo goed als exclusief Europese roofvogel (95% broedt binnen de Europese grenzen). De soort werd geherintroduceerd in Groot-Brittannië en is daar nu terug talrijk in het zuidwesten. De totale wereldpopulatie werd in 2009 geschat op 21.000 tot 25.500 paren. Terwijl de soort lijkt toe te nemen in een aantal noordelijke regio’s, gaat ze achteruit in het zuiden van Europa. Oorzaken daarvoor zijn voornamelijk vervolging, wijzigingen in landgebruik en vergiftiging door pesticiden en rodenticiden, maar ook door het recent vrije gebruik van Diclofenac. Daarom plaatsten Birdlife International en de IUCN (International Union for Conservation of Nature) de soort onder in de categorie ‘Near Threatened’.

Volwassen Rode wouw patrouillerend boven het Dijleland (Foto: J. De Cock)

Alles wijst erop dat de Rode wouw nog nooit eerder in het Dijleland broedend werd vastgesteld. Maar ook in de rest van Vlaanderen is de soort altijd een slechts toevallige broedvogel geweest. De laatste gevallen betroffen een broedend paar in Ursel (Oost-Vlaanderen) in 1998 en een mislukt broedgeval in Ieper (West-Vlaanderen) in 2000. In de Voerstreek, waar Rode wouwen vanaf het einde van de jaren 80 tot het einde van de jaren 90 jaarlijks broedden, werd vanaf 2000 geen broedgeval meer vastgesteld. Ook in Nederland komt de Rode wouw slechts sporadisch tot broeden. Het dichtstbijzijnde bolwerk van de soort ligt in Wallonië, waar er zich in de periode 2001-2007, en wellicht ook nu nog, een stabiele populatie van 150-180 paren bevond. Het Waalse verspreidingsgebied van de Rode wouw beperkt zich hoofdzakelijk tot een 20 à 50 km brede band langsheen de Duitse, Luxemburgse en Franse grenzen. In grote lijnen betreft dit de Famenne, de Ardennen en Lorraine. Een vaste vestiging van de Rode wouw als Vlaamse broedvogel (inclusief een terugkeer in de Voerstreek) ligt omwille van de dalende trends in de grensstreken van onze buurlanden (Duitsland, Luxemburg, Frankrijk) evenwel niet in de verwachting.

Het Broedgeval in Vlaams-Brabant

Eind maart - begin april 2014 werden in het Dijleland regelmatig Rode wouwen waargenomen. In een uitzonderlijk geval ging het om twee vogels samen. Op zich niets wereldschokkends, aangezien de soort hier regelmatig op trek te zien is, maar daarna stapelde het aantal waarnemingen zich op. In de tweede helft van april werden de vermoedens van een broedpoging bevestigd met waarnemingen van baltsende en vervolgens nestbouwende vogels. Vanuit de lokale natuurstudiegroep werd de nestplaats gelokaliseerd en werden contacten gelegd met de eigenaar en terreinbeheerder teneinde toevallige verstoring van de nestsite te voorkomen. Met Natuurpunt Studie werd overeen gekomen om de gegevens uit de ruime omgeving op waarnemingen.be onder embargo te plaatsen zodat de vogels niet overbodig gestoord werden. Er werden dan ook geen onregelmatigheden vastgesteld.

Dat deze prachtige broedvogel opduikt, is een verrassing van formaat, maar gezien de landschappelijke kenmerken van het Dijleland misschien ook niet onlogisch; de streek bestaat immers uit golvende cultuurlandschappen, het favoriete jachtterrein van de soort. Dat landschap is doorspekt met holle wegen en houtkanten, afgewisseld met hooilanden in de valleigebieden én grote historische boscomplexen zoals het Zoniën- en Meerdaalwoud. Bovendien worden in de regio heel wat akkervogelmaatregelen genomen die een potentieel jachtterrein verder optimaliseren.

Daarnaast ligt het uitzonderlijke muizenjaar mogelijk aan de basis van het succesvolle broedgeval van de Rode wouw. Muizen zijn een belangrijke voedselbron voor roofvogels en dit jaar zijn ze door een hoog voedselaanbod en zachte winter erg talrijk aanwezig. Dat bleek eerder al uit het hoge aantal broedgevallen bij kerkuilen en een hoge bezetting van muizenvallen.

Er werden minimaal twee jongen gezien op het nest (Foto: Ingrid Nel)

Half mei stelden we vast dat er een broedende vogel op het nest aanwezig was. Daarnaast werden ook regelmatig jagende exemplaren waargenomen. Naast kleinere knaagdieren werden ook Bruine ratten als prooi aangedragen naar het nest. Er volgden meerdere waarnemingen van een Rode wouw die langsheen de (snel)wegen patrouilleerde op zoek naar voedsel; de soort is immers gekend als aaseter. De waarneming van een foeragerend exemplaar op een platgereden Egel vormt hier een mooi voorbeeld van. Eind juni kon worden vastgesteld dat er forse donsjongen op het nest aanwezig waren, gevolgd door minstens 2 bijna vliegvlugge jongen half juli. Op twee augustus vloog er minstens één juveniele vogel rond in de directe omgeving: het broedgeval was dus geslaagd. De eerste helft van augustus werden tot maximaal drie vogels samen gezien en gehoord. Vanaf half augustus nam het aantal waarnemingen af. De natte augustusmaand heeft hier mogelijk een rol in gespeeld. Bovendien volgden er een aantal waarnemingen van Rode wouwen in Waals-Brabant (tot drie exemplaren samen), een mogelijke verklaring voor de afwezigheid in het Dijleland in de daaropvolgende weken.

Hoe het deze Vlaams-Brabantse Rode wouwen in de nabije toekomst zal vergaan, en of de Waalse populatie op termijn toch als bron voor regelmatiger opduikende Vlaamse broedvogels zal kunnen dienen, kunnen we niet voorspellen. De natuurstudiegroep wenst de boseigenaar uitdrukkelijk te bedanken voor de goede samenwerking. We kijken nieuwsgierig uit naar 2015 en hopen om de Rode wouw opnieuw als broedvogel in het Dijleland te mogen verwelkomen.

Tekst: Hans Roosen, Kelle Moreau, Kris Van Scharen, Ingrid Nel
Foto’s: J. De Cock, Ingrid Nel