Goudplevieren foerageren op wormen in het grasland

11 en 12 oktober internationale goudplevierentelling 2014

Sovon Vogelonderzoek Nederland
10-OKT-2014 - In het weekend van 11 en 12 oktober 2014 vindt in Europa de internationale goudplevierentelling plaats. Deze is eens in de zes jaar en heeft als doel de populatieontwikkeling te monitoren. In Nederland nemen de aantallen af en verschuiven de goudplevieren van boerenland naar wad.

Bericht uitgegeven door Sovon Vogelonderzoek Nederland [land] op [publicatiedatum]

In het weekend van 11 en 12 oktober 2014 vindt in Europa de internationale goudplevierentelling plaats. Deze is eens in de zes jaar en heeft als doel de populatieontwikkeling te monitoren. In Nederland nemen de aantallen af en verschuiven de goudplevieren van boerenland naar wad.

Herhaling internationale telling
De internationale goudplevierentelling wordt sinds 1996 om de zes jaar georganiseerd. In ons land wordt dit gecoördineerd door Sovon in samenwerking met de Nederlandse Steltloperwerkgroep. De telling vormt een belangrijke aanvulling op de lopende monitoringprojecten die zich vooral op waterrijke gebieden richten. In Nederland zijn de eerste landdekkende tellingen overigens al in de jaren zeventig verricht.

Groep goudplevieren (foto: Harvey van Diek)

Minder goudplevieren in Nederland
De aantallen goudplevieren die in het najaar in ons land verblijven zijn fors. Ze nemen echter gevoelig af. Werden er in 1976 en 1978 nog 400.000 exemplaren geteld, in 2008 was dat gedaald naar 214.000.

Afnemend op boerenland
In agrarisch gebied werden goudplevieren schaarser. Het landschap werd minder aantrekkelijk door bijvoorbeeld drainage, waardoor regenwormen (het belangrijkste voedsel) zijn afgenomen of minder goed bereikbaar zijn. De openheid van het landschap, voor goudplevieren van cruciale betekenis, verdween door oprukkende bebouwing en aanleg van wegen, bosjes en windmolens. En, eveneens belangrijk, het gras staat in het najaar op veel plaatsen te hoog voor deze op bodemdieren gespecialiseerd soort.

Toename op het wad
Tegelijk met de afname in boerenland voltrok zich een toename in de Waddenzee en Delta. Groepen van vele honderden goudplevieren op slikplaten werden een normaal gezicht. Er zijn geen aanwijzingen dat dit komt door toegenomen aantallen prooidieren op het wad. Het lijkt er meer op dat een deel van de goudplevieren binnen Nederland verkast is van boerenland naar kustgebieden.

Meer in noordoosten
Een herverdeling vindt ook op internationale schaal plaats. Terwijl de najaarsaantallen in Nederland en Groot-Brittannië afnamen, bleven goudplevieren steeds langer in Denemarken, Zweden en Polen hangen. In Denemarken wordt dit toegeschreven aan verminderde jachtdruk. Misschien zijn ook klimaatfactoren in het geding. In zachte winters is het voordelig voor goudplevieren om dichter bij de broedgebieden te blijven.

Kievit maakt zelfde ontwikkeling door
De geschetste ontwikkeling (afname in boerenland, toename in de kustregio’s en een internationale herverdeling) vond ook plaats bij de kievit. Deze soort wordt tegelijkertijd met de goudplevieren geteld. Het wordt dus nog wat stiller met steltlopers in ons boerenland, nadat al eerder de grote concentraties kemphanen en regenwulpen verdwenen.

Over de voorgaande tellingen verscheen eerder dit jaar een artikel in Limosa.

Tekst: Romke Kleefstra & Fred Hustings, Sovon Vogelonderzoek Nederland
Foto: Harvey van Diek, Sovon Vogelonderzoek Nederland