Egyptische treksprinkhaan strijkt neer in Antwerpen
Bericht uitgegeven door Natuurpunt [land] op [publicatiedatum]
Begin november werd tijdens een markt op het Theaterplein in Antwerpen een Egyptische treksprinkhaan waargenomen. De sprinkhaan werd aangetroffen in een kist van een bessenkrans. Hoogstwaarschijnlijk gaat het om een exoot die hier via transport toevallig is beland. Treksprinkhanen kunnen in gunstige klimatologische omstandigheden zwermen vormen waarbij ze in korte tijd hele akkers kaalvreten en op die manier veel schade kunnen toebrengen. Dit fenomeen werd al in de Bijbel beschreven als de achtste plaag van Egypte. De kans dat de soort een potentieel gevaar vormt voor onze inheemse soorten is voorlopig klein.
De Egyptische treksprinkhaan is een grote en indrukwekkende sprinkhaan: ze heeft enorme vleugels die tot ver achter de achterknie komen en kan een lichaamslengte van 30 tot 70 mm bereiken. De mannetjes zijn kleiner dan de vrouwtjes en bereiken een lengte van ongeveer 35 millimeter. De soort heeft een bruine kleur en onderscheidt zich van de Europese treksprinkhaan door de gestreepte ogen, de drie dwarsgroeven op het halsschild (i.p.v. één bij de Europese treksprinkhaan), de knobbel tussen de voorpoten en de blauwe achterschenen van het achterste potenpaar. Van de Europese treksprinkhaan waren vroeger enkele populaties uit de Kempen bekend. Deze ontstonden waarschijnlijk enige eeuwen geleden uit zwermen van trekkende dieren, die West-Europa bereikten vanuit Zuid-Europa. De soort is in ons land intussen uitgestorven. Aangezien de Egyptische treksprinkhaan onze contreien normaal gezien onmogelijk op eigen kracht kan bereiken, is het Antwerpse exemplaar meer dan waarschijnlijk een verstekeling die hier per toeval belandde via goederentransport. De voorbije 4 jaar werden in ons land 3 waarnemingen van de soort doorgegeven via waarnemingen.be: 2 waarnemingen in Wilsele (Vlaams-Brabant) en dit Antwerps exemplaar. De soort wordt vaak door reptielenliefhebbers gekweekt als voedselbron. Mogelijk is de oorsprong van het Antwerps exemplaar ook in die sector te zoeken.
Door toedoen van de mens treffen we steeds vaker exotische soorten aan in België. De meeste van die exotische soorten vormen geen problemen voor inheemse soorten. Vaak slagen ze er ook niet in om hier te overleven omdat ze van nature in een ander klimaat leven. Zo leeft de Egyptische treksprinkhaan in warme contreien en zal de soort hier wellicht binnen de kortste keren sterven. Toch is er bij waarnemingen van exoten altijd enige waakzaamheid geboden, want naar schatting één op de 1000 uitheemse soorten wordt na vestiging ‘invasief’. Dit betekent dat soorten zich in een nieuw gebied verspreiden, waarbij ze schade berokkenen aan de aanwezige inheemse soorten, gezondheidsproblemen veroorzaken of voor economische schade zorgen. Hoe langer exoten zich ongestoord kunnen uitbreiden, hoe moeilijker en duurder het wordt om ze te bestrijden. Een snelle opsporing is dus nodig om, indien nodig, te kunnen ingrijpen.
Daarom werkt Natuurpunt Studie mee aan een early-warningsysteem van het Agentschap voor Natuur en Bos en het Instituut voor Natuur en Bosonderzoek van de Vlaamse Overheid waarbij vrijwilligers zelf waarnemingen van exotische soorten kunnen ingeven. Het doel van dit project is om meldingen van problematische invasieve exoten door vrijwilligers snel tot bij terreinbeheerders te krijgen, zodat tijdig kan worden ingegrepen waar het nodig is. Het early-warningsysteem is echter enkel bedoeld voor problematisch invasieve exoten die uitdijen of nog niet gesignaleerd werden. Aangezien de Egyptische treksprinkhaan voorlopig nog niet invasief is, wordt de soort voorlopig nog niet in het systeem opgenomen.
Meer informatie over het project
Tekst: Ben De Witte & Jens D'Haeseleer, Natuurpunt Studie
Foto: Eliane Claessens