Grote Fopwesp

Gefopt door een vlieg!

11-JUN-2014 - Verschillende soorten insecten passen mimicry (of nabootsing) toe om te ontsnappen aan hun bejagers. Vaak zijn ze heel fel gekleurd of geel-zwartgestreept zodat ze qua uiterlijk zeer sterk op bijen en wespen lijken. Met die vermomming schrikken ze heel wat natuurlijke belagers af. Ironisch genoeg werkt het truukje minder goed bij verwarde mensen.

Bericht uitgegeven door Ecologische Werkgroep Meanderland [land] op [publicatiedatum]

Verschillende soorten insecten passen mimicry (of nabootsing) toe om te ontsnappen aan hun bejagers. Vaak zijn ze heel fel gekleurd of geel-zwartgestreept zodat ze qua uiterlijk zeer sterk op bijen en wespen lijken. Met die vermomming schrikken ze heel wat natuurlijke belagers af. Ironisch genoeg werkt het truukje minder goed bij verwarde mensen.  

Bepaalde soorten zweefvliegen lijken op bijen en wespen en bootsen deze perfect na. Deze Fopbijen, Fopwespen en Fophommels zijn echter vliegen die zich, door hun kleurpatronen en beharing, vermommen als een bij, een wesp of een hommel, in de hoop dat ze zo niet worden opgegeten door predatoren. De gelijkenis met een bij, wesp of hommel is vaak zo perfect, dat zelfs vele mensen zich laten foppen en schrik hebben van deze vliegen.

Vrouwtje van de Grote fopwesp (foto: Paul Wouters-Marianne Horemans)

Zweefvliegen vormen een grote familie van kleine tot grote vliegen en zijn totaal ongevaarlijk. De Belgische lijst telt 341 soorten. Ze hebben geen angel en kunnen dus ook niet steken. Door hun snelle manier van vliegen en het feit dat ze gedurende lange tijd ter plaatse in de lucht kunnen blijven hangen, zijn ze als familie in het veld herkenbaar. Zweefvliegen hebben twee vleugels, terwijl bijen, hommels en wespen er vier hebben. Om echter met zekerheid te kunnen bepalen of je met een zweefvlieg te maken hebt, dien je de vleugels te controleren op een zogenaamde vena spuria (zwevende of valse aders). Dit is een ader die niet eindigt in de vleugelrand of in een andere ader.

Gele halvemaanzweefvlieg (foto: Paul Wouters-Marianne Horemans)

Net als alle soorten vliegen kennen ook zweefvliegen een volledige gedaanteverwisseling van ei naar larve, pop en uiteindelijk imago. Bij de zweefvliegen is er een grote variatie in levenswijze van de larven. Zo leven sommige larven in erg vervuild zuurstofarm water en hebben ze zich daaraan aangepast met een lange adembuis aan het achterlijf. Hierdoor worden ze ook wel "Rattenstaartlarven" genoemd, andere eten bladluizen of eten van plantenwortels en knollen. De mannetjes en vrouwtjes van zweefvliegen zien er meestal bijna hetzelfde uit qua tekening en grootte. Vrouwtjes hebben echter kleinere ogen die verder uit elkaar staan, terwijl de meeste soorten mannetjes grote ogen hebben, die elkaar in het midden raken.
Vele zweefvliegen foerageren op bloemen en vervullen als uitstekende plantenbestuivers een nuttige rol in de natuur, omdat ze zich net als bijen met nectar voeden. Kortom: zweefvliegen zijn mooie vliegen om te zien en zeker de moeite waard om eens goed te bekijken.

Hommelbijvlieg op Blauwe knoop (foto: Paul Wouters-Marianne Horemans)

Tekst & foto's: Paul Wouters & Marianne Horemans, Ecologische Werkgroep Meanderland