Evolueren aan raketsnelheid
Bericht uitgegeven door Natuurpunt [land] op [publicatiedatum]
Meer en meer soorten komen op plaatsen terecht waar ze oorspronkelijk niet voorkwamen, vaak door transport, als cultuursoort of doordat ze moedwillig uitgezet werden als pestverdelging. Eens ze voet aan wel hebben, verspreiden ze zich meestal in het hele land. Onderzoekers aan de KU Leuven gingen na of de Pyrenese raket, van oorsprong een uitheemse soort, genetisch veranderde voor ze zich in ons land verspreidde. Daaruit blijkt dat de soort zich vliegensvlug aanpast aan de nieuwe omstandigheden.
Wie op stap gaat in de natuur, kan er niet meer omheen: exoten zijn er overal, zelfs in goed beheerde gebieden. De soorten, die vaak als gevolg van de toenemende globalisering buiten hun normale leefgebied terecht komen, kunnen jaren verborgen aanwezig zijn in het milieu. Een aantal soorten verspreidt zich in sneltempo over het land. Een voorbeeld daarvan is de Pyrenese raket (Sisymbrium austriacum subsp.chrysanthum), een plant uit de kruisbloemenfamilie die in België en Nederland ook wel Maasraket wordt genoemd.
Het verhaal van de Maasraket als exoot begint in de 19de eeuw. Op dat moment was Verviers een centrum van de wolnijverheid en werd er van heinde en verre wol ingevoerd. Het is vermoedelijk zo, via een woltransport uit de Pyreneeën, dat de zaden op de oevers van de Vesder bij Verviers terechtkwamen. Ze werd voor het eerst opgemerkt in 1824. Tegen 1880 hadden minstens twee substantiële populaties zich ontwikkeld langs de rivier. Van daaruit verspreidde de soort zich later naar de oevers van de Maas, waaraan ze haar naam te danken heeft. Op een echte doorbraak was het echter wachten tot in de jaren 1980.
Doordat de verspreiding van de soort goed gedocumenteerd is, is het een ideale soort om onderzoek op uit te voeren. Uit gedroogde exemplaren in herbaria uit de 19de en 20ste eeuw konden onderzoekers DNA-stalen isoleren. Met die stalen vergeleken ze de historische planten met de huidige planten in onze regio en de oorspronkelijke soort in de Pyreneeën, en gingen ze na hoe een exotische plantensoort zich genetisch aanpast aan een nieuwe omgeving.
Uit het onderzoek bleek dat de Belgische variant van de Pyrenese raket zich in ongeveer 20 generaties heeft aangepast, waardoor de plant hier beter kon overleven en verspreiden. Daarnaast is duidelijk dat de plant zich kort na de eerste waarneming al snel heeft kunnen aanpassen aan de Belgische klimatologische omstandigheden. Pas veel later hebben eerder toevallige gebeurtenissen bijgedragen aan de massale verspreiding van de soort. Tussen 1982 en 2002 vonden er vijf grote overstromingen plaats in die regio, waardoor de zaden zich over grote afstand konden laten meedrijven.
Natuurbeheerders zijn dus gewaarschuwd: schijnbaar onschuldige exotische soorten die momenteel enkel ‘marginaal’ voorkomen en amper uitbreiden, zijn zich misschien volop aan het aanpassen aan Belgische omstandigheden. Mogelijk zijn ze binnenkort de volgende plaag.
Tekst: Jan Vanstockem, Wim Veraghtert (Natuurpunt Studie)
Foto: Veerle Cielen