Oostelijke vos, bovenzijde

2014: Jaar van oostelijke vos en argusvlinder

De Vlinderstichting
1-JAN-2015 - Een nieuwe dagvlindersoort in Nederland, dat komt niet vaak voor. En zeker niet vele tientallen exemplaren. De oostelijke vos was een positief aspect van 2014, maar de argusvlinder is het zorgenkindje en verdwijnt uit Oost-Nederland.

Bericht uitgegeven door De Vlinderstichting [land] op [publicatiedatum]

Een nieuwe dagvlindersoort in Nederland, dat komt niet vaak voor. En zeker niet vele tientallen exemplaren. De oostelijke vos was een positief aspect van 2014, maar de argusvlinder is het zorgenkindje en verdwijnt uit Oost-Nederland.

De verrassing van 2014, oostelijke vos (foto: Kars Veling)2014: het glas is halfvol. In juli kwam een vlinder ons land binnen die nog nooit eerder in Nederland was gezien: de oostelijke vos. Het gaat niet om een enkele zwerver, maar om tientallen tot honderden exemplaren. De soort bleef aanvankelijk onopgemerkt, omdat hij sterk lijkt op een andere: de grote vos. Een deskundige van De Vlinderstichting ontdekte dat de vele waarnemingen van grote vossen die werden doorgegeven, niet klopten. Het ging in alle gevallen om de oostelijke vos.

Het is, zoals de naam al aangeeft, een soort uit het oosten, uit Rusland. De oostelijke vos begon een paar jaar geleden ineens veel talrijker te worden in Rusland. Recentelijk begon de soort zich westwaarts uit te breiden. Drie jaar geleden kwamen er duizenden binnen in Finland, daarna was Zweden aan de beurt, begin dit jaar werd Noorwegen bereikt en nu dus ook Nederland. Of de vlinders zich hier vestigen is de vraag. Begin augustus werd een aangetroffen in een bunker waar de soort zou kunnen overwinteren, maar of dit ook succesvol gebeurt en of er genoeg zijn om zich in 2015 voort te planten is maar zeer de vraag.

Argusvlinder is de afgelopen 20 jaar meer dan 90 procent achteruit gegaan (foto: Kars Veling)2014: het glas is halfleeg. Naast het succesverhaal kunnen we sombere berichten van de argusvlinder zetten. In diverse natuurberichten werd het afgelopen jaar bericht over de sterke achteruitgang van deze graslandvlinder. Sinds 1990 is dit voorheen redelijk algemene zandoogje meer dan 90% achteruit gegaan. Op de hogere zandgronden is hij vrijwel helemaal verdwenen en alleen op de klei- en veengronden in West-Nederland lijkt hij zich te kunnen handhaven. De achteruitgang is niet uniek voor Nederland maar in Vlaanderen en het Verenigd Koninkrijk ziet men dezelfde trend. Er wordt hard gezocht naar de oorzaken, maar dat blijkt een complex geheel. Er worden onder andere rupsen gekweekt en met behulp van dataloggers wordt precies bijgehouden onder welke omstandigheden die rupsen leven. Daarmee hopen we aanwijzingen te krijgen die weer gebruikt kunnen worden voor het opstellen van beschermingsmaatregelen. Alle huidige kennis is gebundeld in een beschermingsplan dat u hier kunt downloaden.

Tekst en foto’s: Kars Veling, De Vlinderstichting