Sijs

Sijzen overspoelden Friese Wouden

Sovon Vogelonderzoek Nederland
8-APR-2016 - Op een gemiddelde winterse middag worden maar een paar honderd sijzen geteld tussen de elzensingels in de Noardlike Fryske Wâlden, vertelt ecoloog Ernst Oosterveld. Maar op zaterdag 5 maart waren het er duizenden die in golven over het landschap trokken en zich onderweg aan elzenzaadjes tegoed deden.

Afgelopen winter telde Oosterveld om de veertien dagen een aantal percelen cultuurland in het noordoosten van Fryslân op de aanwezigheid van wintervogels. Het betrof mais- en grasland, omzoomd door elzensingels in het kleinschalige coulisselandschap van het Nationaal Landschap de Noardlike Fryske Wâlden (Noordelijke Friese Wouden). De kale akkers vormen geschikt foerageerhabitat voor zaadeters als vink, keep, putter en ringmus en bieden een mooie gelegenheid deze schoonheden van zangvogels van nabij te bestuderen. De combinatie met elzensingels rond de percelen is ideaal: met de singels als rugdekking wagen de vogels zich enkele meters het perceel op om elzen- en berkenzaad van de kale grond te pikken. En om bij het eerste het beste onraad weer snel in de singel te duiken. Deze obligate zaadeters (obligaat betekent letterlijk 'verplicht', dat ze weinig alternatief hebben) bleken in de akkers in de Wâlden, met overal elzensingels rondom, vooral elzenzaadjes te eten die uit de bomen waren gevallen. Zeker in februari en maart, als de winter op zijn einde loopt en er nog geen nieuw zaad is, vormt dit voor deze soorten een belangrijke overgebleven voedselbron. En elzenzaad is er in het coulisselandschap van houtsingels, gedomineerd door Zwarte els (Alnus glutinosa) in overvloed.

Dwarrelend groepje

Een vogelsoort die 's winters graag gebruik maakt van deze voedselbron, is de sijs. De sijs is in Nederland een wintergast die vooral in Finland, Zweden, Noorwegen en Rusland broedt. 's Winters kan de soort veelvuldig foeragerend in de elzensingels van de Fryske Wâlden worden aangetroffen. Karakteristiek zijn de groepjes dwarrelende vogels die hun aanwezigheid met fijnbesnaarde, hoge gilletjes kenbaar maken als ze samen in een els invallen. Anders dan de vinken zal je sijzen zelden op de grond aantreffen, maar vrijwel altijd in de bomen. Op een gemiddelde wintermiddag tussen de singels gaat het om een paar honderd exemplaren, in groepjes van enkele tot enkele tientallen vogels. 

Elzenzaad

Op zaterdag 5 maart was dat anders. Vogeltellers hadden de vogeltrek op internet al aangekondigd; grote aantallen sijzen trokken noord- en oostwaarts door Nederland. Die in de Fryske Wâlden hadden duidelijk geen haast. In verschillende groepen met een omvang tot 400 exemplaren deden ze zich te goed aan het weldadige aanbod elzenzaad. De hele middag waren overal de kenmerkende zachte maar doordringende sijzenroepjes te horen en waren ze in de weer in de boomtoppen. Als kluwens door elkaar wriemelende bolletjes verplaatsten ze zich door de singels, driftig zaadjes uit de elzenproppen peuterend. Met de zon in de rug leverde dat een schitterend schouwspel op van dicht wriemelende verenbolletjes die in allerlei standen aan elzenproppen hingen, fraai oplichtend lichtgrijs aan de buikzijde en fel geelgroen aan de bovenzijde, scherp contrasterend met hun zwarte kapjes en kleine zwarte sik. De laatste sijzen trekken momenteel weg naar het noorden.

Goede sijzenwinter

De winter van 2015/2016 was een bijzonder goede sijzenwinter. Al vroeg in het najaar werden groepen op trek gezien en dit voorjaar nam de terugtrek ook grootse vormen aan. Op de soortpagina van Sovon vind je meer informatie over het voorkomen van de soort in Nederland.

Tekst: Ernst Oosterveld, met medewerking van Albert de Jong, Sovon Vogelonderzoek Nederland
Foto: Baresi Franco, CC-BY-SA 3.0-licentie