Veldmuis

Luzerne langs faunarand voor én tegen muizen

Grauwe Kiekendief - Kenniscentrum Akkervogels
19-MEI-2016 - Onderzoek van Werkgroep Grauwe Kiekendief toonde aan dat een strook luzerne, gelegen tussen een faunarand en graan, Veldmuizen tegenhoudt die anders vanuit de faunarand schade toe zouden kunnen brengen aan het gewas. Deze luzernebuffer is bovendien profijtelijk voor muizenetende predatoren. Om muizenschade in de toekomst te voorkomen is onderzoek aan de levensloop van individuele muizen nodig.

Natuurbraak is een mengsel van wilde planten dat in faunaranden wordt ingezaaid. Omdat deze faunaranden, in tegenstelling tot gangbare akkerbouwpercelen, meerdere jaren geen bodembewerking ondervinden, kan zich daar een natuurlijke situatie herstellen. Dit betekent onder andere dat er muizenpopulaties, met name Veldmuizen, terugkomen, die van groot belang zijn voor roofvogels en uilen. Er komen echter twee problemen om de hoek kijken. Ten eerste, de muizen in faunaranden zijn voor veel vogels moeilijk te vangen omdat de vegetatie vrij hoog is. En ten tweede, Veldmuizen kunnen schade toebrengen aan het gewas dat grenst aan de faunarand.

Werkgroep Grauwe Kiekendief testte in opdracht van het Faunafonds een nieuwe natuurmaatregel die beide problemen misschien oplost: een luzernebuffer tussen faunarand en gewas. De strook luzerne die tussen faunarand en gewas ligt trekt Veldmuizen aan, maar doordat de luzerne drie keer per jaar wordt gemaaid, zijn de muizen vangbaar voor predatoren en wordt de muizenpopulatie in toom gehouden. Tegelijkertijd vergroot de strook luzerne de afstand tussen natuurbraak en gewas, waardoor minder muizen het graan in zullen gaan.

Luzerne-faunarand naast wintertarwe

De luzernebuffer werd getest door Veldmuizen individueel herkenbaar te maken door een heel kleine onderhuidse transponder aan te brengen. Op verschillende locaties in het Oost-Groninger akkergebied werden in luzerne-faunaranden en aangrenzende wintertarwe inloopvallen geplaatst om Veldmuizen te vangen. De vallen waren opgesteld in een dicht netwerk, en door meerdere dagen achtereen te vangen en eerder gevangen muizen terug te vangen in een van de vallen, kon worden vastgesteld welke afstanden Veldmuizen afleggen en hoeveel ze tussen natuurbraak en gewas heen en weer pendelen.

In de vallen vingen we 400 (2014) en 383 (2015) Veldmuizen die vervolgens een transponder kregen. Minimaal 40% minder Veldmuizen verplaatsten zich tussen tarwe en een luzerne-faunarand dan tussen tarwe en een direct naastgelegen faunarand. We kunnen dus concluderen dat een bufferstrook het beoogde effect heeft: minder muizen lopen vanuit de faunarand de tarwe in. De bufferstrook werd bovendien ingevuld met een gewas (luzerne) dat ook ecologische kwaliteiten heeft, en roofvogels aan een kostje helpt. Meer resultaten van dit onderzoek kunnen worden gevonden in het onlangs gepubliceerde rapport ‘Luzerne-faunaranden als buffer tegen muizenschade’ (pdf; 3,2 MB).

Transponder van teruggevangen Veldmuis wordt uitgelezen

Uitbraken van Veldmuizen doen zich in de Nederlandse akkergebieden niet of misschien soms heel lokaal voor. Dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld de weidegebieden in Zuidwest-Fryslân, waar in de winter van 2014/15 Veldmuizen veel schade aanrichtten. Maar muizenplagen blijven niet beperkt tot graslandgebieden wanneer we ook naar het buitenland kijken. In Spanje en Duitsland bijvoorbeeld gingen in 2007 honderdduizenden hectares gewassen, vooral tarwe, verloren door muizen. In Duitsland werd de schade geschat op 130 miljoen euro (pdf; 5,8 MB). Om dergelijke schade in de Nederlandse akkers en graslanden te voorkomen is het van belang om deze soort grootschalig te monitoren en een plan te maken om uitbraken te voorkomen (pdf; 9,3 MB).

Om er werkelijk een vinger achter te krijgen achter waarom Veldmuizenuitbraken op sommige plekken voorkomen en op andere niet, volstaat het niet om alleen maar muizen te tellen. Daarnaast is het essentieel om ook individuele Veldmuizen te kunnen ‘volgen’, wat bijvoorbeeld kan met behulp van de transponders, zoals in het hier beschreven onderzoek. Onderzoek is nodig waarbij de levensloop (overleving, reproductie en dispersie) kan worden gemeten in verschillende landschappen, bijvoorbeeld in percelen met en zonder een bufferende zone, zoals luzerne, gelegen naast muizenrijke biotopen zoals faunaranden, maar ook bermen en sloottaluds. Het is daarbij van belang om niet uit het oog te verliezen dat muizen een grote ecologische waarde vertegenwoordigen in het ecosysteem, bijvoorbeeld als hoofdbestanddeel van het dieet van vele roofvogel- en uilensoorten, en dat een natuurinclusieve landbouw nagestreefd zou moeten worden waarin ook muizen een volwaardige rol spelen.

Tekst: Popko Wiersma & Oike Vlaanderen, Werkgroep Grauwe Kiekendief
Foto's: Rudmer Zwerver, Saxifraga (leadfoto: Veldmuis); Werkgroep Grauwe Kiekendief