Haspengouw

Vogelakkers voor akkervogels: laatste strohalm voor kiekendieven in Vlaanderen?

Grauwe Kiekendief - Kenniscentrum Akkervogels
22-JUN-2017 - Het gaat niet goed met onze akkervogels. Innovatieve vogelakkers moeten het tij helpen keren. Zo onder meer op de leemplateaus tussen Hoegaarden en Maastricht; een kansrijk gebied voor raadselachtige soorten als Grauwe Kiekendief en Grauwe Gors. Maar hoeveel kiekendieven en gorzen zitten er überhaupt nog? Kiek 'n Gors-vrijwilligers kwamen er voor het tweede jaar bijeen om dat uit te vogelen.

Akkervogeldrama in Flanders Fields

De achteruitgang van de akkervogelpopulaties in Vlaanderen is op zich niets nieuws onder de zon. Sinds 1980 verdwenen naar schatting 300 miljoen akkervogels uit het Europese boerenland. Voor sommige soorten zijn de afnames duizelingwekkend. Zo zijn we in Vlaanderen sinds de jaren '70 maar liefst 95% van onze Veldleeuweriken kwijtgespeeld. Een vogel die in WOII - naar het beroemde gedicht van John McCrae - nog moedig zong 'In Flanders Fields', legde pas na de opkomst van intensieve landbouw massaal het loodje. Enigmatische soorten zoals Grauwe Kiekendief zijn ondertussen helemaal verdwenen, of dreigen zoals de Grauwe Gors binnenkort uit te sterven in Vlaanderen. Tijd voor actie dus. Maar waar te beginnen?

Grauwe Gors brengt voedsel aan voor haar jongen

De Leemstreek: het laatste Vlaamse akkervogelwalhalla onder druk

Van alle landbouwgebieden in Vlaanderen liggen in de Leemstreek tussen Hoegaarden en Maastricht wellicht nog de meeste kansen om op korte termijn waardevolle akkernatuur te ontwikkelen. De uitgestrekte akkerplateaus herbergen nog redelijke aantallen van algemenere soorten zoals Veldleeuwerik en Gele Kwikstaart. De Leemstreek vormt het laatste Vlaamse bolwerk van de Grauwe Gors en herbergt kansrijke gebieden voor de terugkeer van de Grauwe Kiekendief. De plateaus bieden echter ook ruimte voor verregaande intensivering en schaalvergroting van de akkerbouw.

Bovengenoemde vogelsoorten broeden op de grond in landbouwgewassen. Vogels die er nestgelegenheid en voldoende voedsel weten te vinden, moeten hun jongen grootbrengen voordat hun perceel wordt geoogst. Maar zelfs de Grauwe Gors, een standvogel die in vergelijking met veel andere akkervogels vroeg aan de eileg kan beginnen, is daar vaak niet meer toe in staat, alle beheersovereenkomsten en andere maatregelen uit de afgelopen jaren ten spijt.

Vogelakkers voor akkervogels

Om akkervogels in de Leemstreek beter tegemoet te komen werden in het voorjaar van 2017 onder impuls van het Soortenbeschermingsprogramma (SBP) Grauwe Kiekendief van het Agentschap voor Natuur en Bos de eerste Vlaamse vogelakkers aangelegd. Ingezaaid met luzerne en gemengde grasstroken zijn die goed voor 23 hectare optimaal foerageergebied voor de Grauwe Kiekendief. Lokale boeren werken er enthousiast aan mee. Akkerbouwers die de grond bezitten worden immers ruimhartig gecompenseerd, en lokale veehouders gebruiken de eiwitrijke luzerne graag als hoogwaardig voeder voor hun vee.

Vogelakker van 12 hectare bij Meldert in de Vlaamse Leemstreek, optimaal foerageergebied voor de Grauwe Kiekendief

De aanleg en het beheer van de vogelakkers wordt in goede banen geleid door een uniek samenwerkingsverband met een gebiedscoördinator van Regionaal Landschap Zuid-Hageland, de jarenlange ervaringsspecialist Werkgroep Grauwe Gors, de internationaal befaamde Werkgroep Grauwe Kiekendief, de Vlaamse Landmaatschappij en natuurlijk de lokale boeren zelf. Zo ontstaan er binnen enkele jaren kleine oases voor (veld)muizen, maar ook voor zangvogels als leeuweriken, kwikstaarten en gorzen.

De kans is reëel dat er dan ook weer Grauwe Kiekendieven op de Vlaamse akkerplateaus kunnen broeden. Er broeden immers nog Grauwe Kiekendieven net over de taalgrens, en er worden jaarlijks tientallen kiekendieven waargenomen in de Leemstreek. Dit zijn vogels die er tijdens de grote trek van en naar Afrika even verpozen, of jonge zwervende kiekendieven op zoek naar een geschikt territorium. Wanneer die kiekendieven het leefgebied geschikt achten qua broedgelegenheid en voedselaanbod, zou er een nieuwe populatie in Vlaanderen kunnen ontstaan.

Veldonderzoek: vinger aan de pols

Het aanleggen van vogelakkers alleen is echter niet voldoende. Uitgebreid veldonderzoek is van groot belang om de positie en inrichting van de vogelakkers te optimaliseren. Daartoe is met ingang van 2017 door Werkgroep Grauwe Kiekendief een netwerk van telpunten uitgerold van Luik tot aan Brussel. In opdracht van het Vlaamse Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) worden hier akkervogels geteld volgens de punttelmethode van het Meetnet Agrarische Soorten. De tellingen vormen een vinger aan de pols voor de (natuurlijke) kwaliteit van akkergebieden.

Het voedselaanbod voor de kiekendieven wordt ook jaarlijks gemonitord. Dit gebeurt door op de akkers en in beheerovereenkomsten het aantal aanwezige muizenholletjes te tellen, een in Groningen beproefde methode. Veldmuizen vormen het hoofdvoedsel van de Grauwe Kiekendief, maar de stand schommelt van jaar tot jaar.

Adult mannetje Grauwe Kiekendief in de oostelijke Leemstreek, ontdekt tijdens Kiek 'n Gors. Dit zou een broedgeval kunnen zijn en wordt opgevolgd

Kiek 'n Gors

Voor een goed broedsucces is het van belang om eventuele nesten van kiekendieven en andere bedreigde akkervogels op te sporen om ze tijdens de oogst te kunnen beschermen. Begin juni kwamen daarom voor het tweede jaar op rij een 40-tal vrijwilligers uit België, Nederland en Frankrijk bijeen voor het Kiek 'n Gors-weekend van Werkgroep Grauwe Gors. In teams van twee tot vier personen telden zij op circa 250 punten langs beide kanten van de taalgrens alle zingende gorzen, jagende kiekendieven en andere akkervogels. De bijdrage van al die vrijwilligers is cruciaal, want akkervogels opsporen is tijdrovend werk. Kiekendieven zijn daarenboven erg mobiel waardoor de trefkans voor individuele onderzoekers vrij laag is, terwijl ze tijdens zo'n simultaantelling door vrijwilligers altijd wel ergens worden opgepikt.

Alles samen werden maarliefst 35 Bruine, 2 Blauwe en 4 Grauwe Kiekendieven geteld, waaronder net als vorig jaar opvallend veel onvolwassen vogels, maar ook enkele broedgevallen die de komende weken en maanden verder worden opgevolgd. Er werden geen broedende Grauwe Kiekendieven vastgesteld in Vlaanderen, maar de verwachtingen blijven hooggespannen voor wat er de komende jaren op en rond de net aangelegde vogelakkers gaat gebeuren.

Dat deze maatregel geen moment te vroeg komt mag alvast blijken uit het bedroevend lage aantal Grauwe Gorzen. Terwijl er tijdens Kiek 'n Gors 2016 nog 82 zangposten werden geteld, waren dat er dit jaar nog maar 45. In 2008 waren er naar schatting nog 250 broedparen in Vlaanderen. Deze stakker van de akkers is dus hard op weg om definitief uit ons landschap te verdwijnen, alle beheersovereenkomsten en andere maatregelen uit de afgelopen jaren ten spijt. Laat ons hopen dat we die teloorgang onder impuls van het SBP Grauwe Kiekendief en met behulp van de innovatieve vogelakkers alsnog kunnen stoppen.

Groepsfoto van deelnemers aan Kiek 'n Gors 2017, Haspengouw

Heeft u in de regio broedende Grauwe Gorzen of kiekendieven opgemerkt? Aarzel dan niet om contact op te nemen met de SBP Grauwe Kiekendief gebiedscoördinator Hanne Vandewaerde van Regionaal Landschap Zuid-Hageland of met de specialisten van Werkgroep Grauwe Gors of Werkgroep Grauwe Kiekendief.  

Lijkt het u leuk om in uw omgeving akkervogels te tellen met de punttelmethode, neem dan contact op met Wouter Vansteelant.

Tekst: Wouter Vansteelant & Oike Vlaanderen, Werkgroep Grauwe Kiekendief
Foto's: Wouter Vansteelant (leadfoto: landschap Leemstreek); Hans Hut; Freek Verdonckt; Ben Koks