sporen vijgenskeletteermot - primair

Zit de vijgenskeletteermot ook bij u in de buurt?

De Vlinderstichting
4-SEP-2017 - De vijgenskeletteermot is een microvlinder uit het mediterrane gebied. Sinds 2009 is hij bekend uit de Benelux, toen de eerste in België werd gemeld. In 2014 was de eerste vondst in Nederland, door Paul Vossen in Maastricht. Inmiddels zijn er meer meldingen, maar wellicht is de soort wijder verbreid dan we nu weten.

De eerste Belgische vijgenskeletteermot werd in september 2009 waargenomen in Luik. In 2012 volgden de eerste rupsvondsten van deze microvlinder in Visé, eveneens in het Luikse. In Nederland doken de eerste vlindertjes van deze soort op in Maastricht, in 2014. Vermoed werd toen dat de vijgenskeletteermot (Choreutis nemorana) op meer plekken in Nederland en België op zou duiken. Dat vermoeden werd bevestigd. In België werd de soort ook gezien in het Brussels gewest, Henegouwen, Antwerpen en Oost-Vlaanderen. Met een recente vondst in Ledeberg, lijkt stilaan ook West-Vlaanderen in het vizier te komen. De meest noordelijke waarnemingen werden gedaan in het Zuid-Hollandse Zevenhuizen, waar Marcella Hemkes een tweede Nederlandse vindplaats ontdekte. Op beide Nederlandse vindplaatsen, Maastricht en Zevenhuizen, werden ook rupsen gevonden. De vlinder plant zich dus ook al voort in Nederland. Het gaat snel voor dit motje, dat binnen Europa oorspronkelijk alleen in de Mediterrane streken voorkwam.

De rups heeft opvallende, zwarte stipjes

De typische vraatsporen van de rupsVijgenskeletteermotten brengen de winter door als vlinder. In de lente gaan ze op zoek naar vijgenbomen om hun eitjes op af te zetten. Omdat vijgenbomen steeds meer winterhard blijken te zijn in onze streken en vaak worden aangeplant in tuinen, krijgt de soort alvast genoeg uitbreidingsmogelijkheden. In zowaar elk tuincentrum is tegenwoordig wel een vijgenboom te vinden. De soort betreft dus een exoot die mogelijk meekomen is met vijgenbomen. De rupsjes leven onder een webje op vijgenbladeren. Hierdoor krullen de bladeren enigszins op. Ze eten enkel van de bovenzijde van het blad en laten de onderzijde en de nerven intact. Hierdoor blijft een doorzichtig bladskelet over, waaraan dit vlindertje zijn Nederlandse naam te danken heeft. Verpoppen doen ze meestal aan de onderzijde van een blad in een stevige, witte cocon. Door hun bleekgroene kleur en zwarte stipjes, zijn de rupsen niet met een andere soort te verwarren. Bovendien zijn er amper andere rupsen die van vijg leven. Hoewel er enkele tientallen rupsen per boom kunnen voorkomen, blijft de schade die ze veroorzaken beperkt. De vruchten zelf worden overigens zelden aangetast. Een behandeling is dus niet nodig. Al zijn aangetaste bladeren niet altijd een mooi gezicht.

De vlinder zelf is ook overdag actiefDe vliegtijd van de vlinders begint rond eind juni. Deze produceren een tweede generatie rupsen in de volle zomer. Met het warme voorjaar lijkt een derde generatie in september en oktober niet onmogelijk. In Maastricht werd de laatste vlinder gezien op 18 september! De vlinders zijn hoofdzakelijk dagactief maar ze komen sporadisch ook op licht af.

Oproep

Hierbij doen we een warme oproep om de actuele verspreiding van de vijgenskeletteermot beter in kaart te brengen. Heeft u zelf een vijgenboom in de tuin of heeft u weet van een exemplaar in uw buurt? Misschien ontdekt u dan wel aangevreten bladeren met daarop spinsels en rupsjes. Geef uw waarneming in dat geval zeker door via Waarneming.nl of Telmee, wel voorzien van een foto.

Meer informatie

Tekst: Ruben Meert, Insectenwerkgroep de Voelspriet, Natuurpunt & Tymo Muus, Microvlinders
Foto’s: Marcella Hemkes; Ruben Meert; Jan Soors