heideblauwtje - vrouw - primair

Aan de slag voor heideblauwtje, veenhommel en moerasschallebijter

De Vlinderstichting
12-FEB-2018 - Klimaatverandering vergt aanpassingen, ook in het natuurbeheer. Vooral de omgang met droogte en extreme neerslag vragen om aandacht. Voor de dieren op de heide vereist dat maatwerk om te voorkomen dat populaties verdwijnen. Een net verschenen brochure helpt vrijwilligers en beheerders op weg.

Gentiaanblauwtje: vlaggenschip van de natte heideNatte heide is een landelijk en Europees belangrijk Natura 2000-habitatype (H4010) dat gevoelig is voor het veranderende klimaat. Zowel droogte als periodieke vernatting kunnen de soortenrijkdom van de natte heide aantasten. Door de decennialange verdroging, als gevolg van ontwatering in de omgeving van heidegebieden, is de soortenrijke natte heide in veel gebieden teruggedrongen tot een smalle gordel rond permanente natte laagten als vennen. De verdroogde delen zijn veelal zwaar vergrast met pijpenstrootje. Daardoor worden de overgebleven soortenrijke plekken extra kwetsbaar voor vernatting in natte perioden: hogerop is geen geschikt leefgebied meer. Door actief beheer kan hierop worden ingespeeld. Deze klimaatadaptatie vraagt voor de fauna om maatwerk. Kenmerkende soorten kunnen daarbij als graadmeters dienen voor succes of noodzaak tot ingrijpen.

De laatste jaren zijn de zomers in Noord-Brabant ofwel heel nat (blauw) ofwel heel droog (rood)

Ook de zompsprinkhaan komt aan de orde in de brochureHet gentiaanblauwtje is een van de meest bedreigde soorten en geldt ook vanwege zijn bekendheid daarom als vlaggenschip van de natte heide. Maar het gaat natuurlijk om meer soorten, elk met hun eigen ecologische niche. In de brochure wordt een aantal van deze kenmerkende soorten – insecten, reptielen en amfibieën – nader belicht. Naast andere vlinders als het heideblauwtje is er ook aandacht voor bijvoorbeeld de veenhommel, de veenmier, steekmieren, de moerasschallebijter, de zompsprinkhaan en de levendbarende hagedis. Elke soort stelt haar eigen eisen, maar door kleinschalig te beheren kan daar prima rekening mee gehouden worden.

Het project is uitgevoerd door De Vlinderstichting, Stichting RAVON en EIS Kenniscentrum Insecten, in samenwerking met Staatsbosbeheer, Brabants Landschap, Natuurmonumenten en Bosgroep-Zuid,  met subsidie van de provincie Noord-Brabant.

Meer informatie

Tekst: Michiel Wallis de Vries, De Vlinderstichting
Foto’s: Kars Veling (leadfoto: heideblauwtje); Chris van Swaay; Michiel Wallis de Vries; Andre den Ouden