tweestreepvoorjaarsuil - primair

Voorjaarsuilen komen tevoorschijn

De Vlinderstichting
26-MRT-2018 - Door de langdurig lage temperaturen zijn ze niet heel vroeg dit jaar, maar toch worden nu diverse voorjaarsuilen gemeld. Deze nachtvlinders vliegen in maart en april en kun je het best te zien krijgen door ze te lokken door een zoet mengsel op bomen te smeren.

De tweestreepvoorjaarsuil op stroopDe afgelopen jaren waren de voorjaarsuilen begin maart al volop aanwezig. Ook nu waren er, eind februari en begin maart, in de nachten dat het ruim boven het vriespunt was, al wel wat vlinders die actief waren, maar de afgelopen koude weken zijn er maar weinig gemeld. Nu en de komende weken zullen ze dat vast en zeker gaan inhalen. De zwartvlekwinteruil, wachtervlinder en bosbesuil zijn al heel regelmatig gemeld, maar dat zijn vlinders die vanaf november aanwezig zijn. In koude perioden kruipen ze weg en gaan in rust, maar zodra de temperatuur omhoog gaat worden ze weer actief. De echte voorjaarsuilen komen nu uit de pop. De tweestreepvoorjaarsuil is daar één van. Deze is vanaf midden vorige week regelmatig gezien. Ook de nunvlinder is zo’n typische voorjaarsuil en zo zijn er nog een stuk of tien. Ze vliegen ongeveer door tot eind april begin mei, maar hebben hun piek nu en de komende weken.

Wat van de variatie bij tweestreepvoorjaarsuil

Wachtervlinder: de twee satelietvlekjes bij de niervlek (linksboven) is kenmerkend, de kleur ervan zeer variabelOm ze te zien te krijgen moet je wel even aan de slag. Een goed manier is het zogenaamde stropen of smeren. Hiervoor maak je een zoet mengsel dat je ongeveer rond zonsondergang op bomen smeert. Vanaf ongeveer een uurtje later kun je dan die plekken voorzichtig onderzoeken door er met een zaklamp op te schijnen. Op goede avonden kun je, als je een boom of twintig hebt besmeerd met een plekje van tien bij vijf centimeter stroop, wel tien of vijftien vlinders erop aantreffen. Hoewel het een kleverig goedje is zullen ze er niet aan vast blijven kleven, want ze hebben heel goed door hoe ze er zonder problemen met hun lange roltong van kunnen drinken. De herkenning van die voorjaarsuilen is niet zo moeilijk als je weet waarop te letten. Het lastige met deze, maar ook veel andere vlinders is de variatie. Er zijn veel soorten die individueel sterk verschillen in kleur en tekening. Het is dan, voor de juiste naamgeving, van belang dat je weet wat de ‘echte’ kenmerken zijn en wat er kan variëren. Voor de meest algemene voorjaarsuilen is door De Vlinderstichting een herkenningskaart (pdf; 1,1 MB) gemaakt waarop is aangegeven wat de belangrijkste kenmerken zijn. Op deze kaart staan ook tips en recepten over de te gebruiken smeer.

 

Meer informatie

Tekst en foto’s: Kars Veling, De Vlinderstichting