wachtervlinder - primair

Voorjaarsmotten spotten

De Vlinderstichting
24-FEB-2020 - Terwijl de meeste dagvlinders nog weggekropen zitten of als ei, rups of pop zich ergens hebben verstopt in de planten, zijn er al wel flink wat motten actief. Motten, nachtvlinders dus, hebben geen zon nodig om actief te worden en zijn er al als het een paar graden boven nul is. Nu, en de komende weken nog veel meer, zijn diverse uilen te zien, maar je moet er wel wat voor doen.

Smeren: eerst even aan het werk in de keukenDe voorjaarsspanners, ook nachtvlinders, kun je vinden door verlichte plekken af te zoeken zoals flatportieken, bushokjes, viaducten en reclamezuilen, maar de voorjaarsuilen komen veel minder op het licht af. Die kun je verleiden met zoetigheid. Mottenspotters gebruiken daarvoor een mengsel van stroop en suiker en sommigen doen daar van alles bij, variërend van appelmoes en overrijpe bananen tot de meest exquise likeurtjes of andere alcoholica. In een ouder natuurbericht wordt een recept gegeven, maar je kunt dit op allerlei manieren aanpassen aan je persoonlijke voorkeur of ideeën. Er zijn mensen die zelfs gewoon rode wijn op een boom sproeien (met een verstuiver) en ook dat schijnt te werken. Nadeel daarvan is wel dat het sneller weg is. De stroop is vaak ook na een dag nog aantrekkelijk voor nachtvlinders. Het komt zelfs voor dat er na een dag nog meer vlinders op zitten dan op de dag dat het gesmeerd werd.

Van links naar rechts, boven: bosbesuil, wachtervlinder, zwartvlekwinteruil & tweestreepvoorjaarsuil, onder: variabele voorjaarsuil, dubbelstipvoorjaarsuil, kleine voorjaarsuil & nunvlinder

Rond zonsondergang smeer je het op de bomen en een uur later controleer jeAls je de komende weken gaat smeren, kun je in ieder geval acht soorten uilen te zien krijgen. Drie daarvan zijn al actief vanaf vorig jaar november en gaan nog door tot eind maart. Dit zijn de wachtervlinder, de bosbesuil en de zwartvlekwinteruil. Vijf soorten komen nu en de komende tijd uit de pop, zijn redelijk wijd verbreid in het hele land en zijn ook zeker tot eind maart aanwezig. Dit zijn de kleine en de variabele voorjaarsuil, de tweestreep- en dubbelstipvoorjaarsuil en de nunvlinder. Op de hogere zandgronden en in de duinen heb je de grootste trefkans, want daar komen ze verreweg het meest voor, maar ook elders in het land zullen voorjaarsuilen je smeerplekken bezoeken. Je kunt er natuurgebieden voor in, zoals bossen en duinen. Zorg dan wel dat je de eigenaar van het terrein even van tevoren laat weten dat je in hun terrein gaat stropen en of dat akkoord is, anders kon je ‘s nachts weleens voor een verrassing komen te staan. Ook in steden en dorpen trouwens werkt stropen vaak prima, als je er maar niet al te lichte plekken voor uitkiest. Parken en bomenlanen, maar ook in je achtertuin werkt het al. Smeer ongeveer rond zonsondergang en controleer vanaf een uur na zonsondergang. We zijn benieuwd naar uw ervaringen en waarnemingen, die u door kunt geven via de portalen zoals Waarneming.nl en Telmee.

Meer informatie

Tekst en foto’s: Kars Veling, De Vlinderstichting