wijstambassadeur Henny Brinkhof

We moeten Nederland weer mooi maken

Provincie Noord-Brabant
20-AUG-2019 - We spreken met Henny Brinkhof die bezig is met aanplant van wilgen. Met gebruik van de provinciale subsidie wijstgronden heeft hij drie percelen van 6½, 3½ en 1 hectare wijstgrond aangekocht. Over het laatste perceel loopt de Peelrandbreuk.

De gronden waren eerder door de provincie, Waterschap Aa en Maas en de gemeente Uden te koop aangeboden als onderdeel van een ‘natte natuurparel’. Henny: “Voorheen was dit agrarisch gebied: weiland en maisland. Na de ruilverkaveling in 1975 zijn de van oudsher bloemrijke graslanden van het Annabos door overbemesting van dat omliggend agrarisch land en ontwatering sterk achteruitgegaan.” 

Tic

Hij werd vier jaar geleden door Staatsbosbeheer gevraagd om een externe audit te houden voor de Maashorst. Dergelijke evaluaties van gebieden doet Staatsbosbeheer elke tien jaar. “Woonachtig in Groesbeek kwam ik dus per toeval in het gebied terecht. Ik liep hier rond en zag roest uit de grond komen en werd helemaal enthousiast. Het blijkt een ‘unique sellingpoint’ van de Maashorst om wijstgronden te kunnen zien. Afgestudeerd als bioloog op blauwgraslanden, heb ik daar misschien een beetje een tic aan overgehouden”, zegt hij lachend. IJzerhoudend water heeft enorme potenties voor natuur, want ijzer bindt fosfaten. Dat kunnen de planten niet opnemen en dan ontstaan schrale omstandigheden. Maar op schrale grond is de kans op biodiversiteit juist enorm. “In Nederland hebben we met ons zeeklimaat een neerslagoverschot, zodat de mineralen uitspoelen. Van nature is Nederland dus schraal. Daaraan was de flora aangepast. Vroeger bestond Nederland uit honderdduizenden hectaren blauwgrasland. Het is nagenoeg allemaal verdwenen. Ik wilde niet dat een agrariër de grond voor een spotprijs kon terugkopen. Dan zou de natuurwaarde beperkt blijven en dat vond ik voor zo’n gebied doodzonde. Ik had de mogelijkheden en heb dus de percelen aangekocht.” 

Ambassadeur

Om goede natuurontwikkeling mogelijk te maken, moet de bodem schraal zijn. Dan groeien de planten niet zo hard en krijgen grassen en kruiden evenveel licht om te kunnen groeien. Relatief voedselrijke en –arme plekjes vormen een mozaïek, wat de soortenrijkdom vergroot. “Vanwege de natte omstandigheden waren dit vroeger ook blauwgraslanden. Er werd steeds gehooid. Er stond Spaanse Ruiter en Blauwe Zegge. Die zijn allemaal verdwenen en die hoop ik nu terug te krijgen. De aankoop kent kwalitatieve verplichtingen om de gronden te ontwikkelen en in stand te houden. Er zijn hoge boetes als ik dat niet doe. Jaarlijks moet ik maaien en afvoeren zodat alles nog verder verschraalt. Ik heb ook maaisel opgebracht van referentiegebieden waar de originele zaden van blauwgraslandsoorten nog wel voorkomen. Want die zijn meestal maar kort kiemkrachtig en hier dus verdwenen.” Liggend Hertshooi en Greppelrus zit volgens Henny nog wel in de grond. “Het zijn echte pioniers die lang kiemkrachtig blijven, sommige wel zo’n honderd jaar!” Met een kennersblik vindt hij de plantjes in een oogwenk.

Veld met Spaanse Ruiter

Groene woestijnen

“We praten allemaal over klimaatadaptatie. We moeten Nederland weer mooi maken. Dan hoeven we ook niet meer zo ver weg. Nou, hier kunnen mensen rondgeleid worden om de unieke wijstgronden te komen bekijken. Veel mensen denken dat de groene weilanden in ons land natuur is. Het zijn groene woestijnen; graslanden waar nog maar één of twee soorten planten in voorkomen. Terwijl we hier meer dan honderd soorten hebben. Bij goed beheer is de Nederlandse natuur te vergelijken met die van Alpenweiden. Maar we hebben het zelf kapotgemaakt. Gooi in de Alpenweide een zak kunstmest neer en ook daar gaat alles kapot.”

Henny geeft excursies om geïnteresseerden ter plaatse te vertellen over ‘zijn’ unieke gronden. “Misschien komen dit jaar al de eerste orchideeën tevoorschijn”, zegt hij hoopvol. “Ik weet gewoon dat dit werkt. Want de Stichting Landschap Ooijpolder Groesbeek in de gemeente Berg en Dal heeft al tien jaar zo’n zeven hectare geplagde gronden in bezit, vergelijkbaar met dit. Daar staan duizenden orchideeën. Je ziet daar de natuur exploderen.”

Duizendguldenkruid

De gewenste inrichting van de gronden maakte het tevens noodzakelijk om de percelen te plaggen. Daarbij haal je de voedselrijke toplaag eraf. Vervolgens werden 1100 minibaaltjes maaisel uit de Groesbeekse percelen uitgestrooid. Monnikenwerk dus, maar daarin kenmerkt zich deze wijstambassadeur. “Daarna kwamen Moerasroodklaver en Kattenstaart massaal op. Dat zag er al mooi geel en paars kleurrijk uit. Als je goed zocht, kwam je ook al de eerste Ratelaar en een paar Rode Lijstsoorten (zeldzame planten) zoals Blauwe Knoop, Moeraskartelblad en het Geelhartje tegen. Hij glundert erbij als hij het Echt Duizendguldenkruid ziet staan. “Het gaat de goede kant op!”

Echt Duizendguldenkruid

Om natte en drogere plekken te creëren, om regenwater af te voeren en om nog meer diversiteit te krijgen, heeft Henny greppels aangelegd analoog aan de topografische kaart uit 1905. Die greppels markeerden de vroegere perceelgrenzen. Dat het niet helemaal perfect klopt, zie je aan de iets voedselrijkere grond soms net naast de greppeltjes. Daar waar vorige eeuw dus de echte greppel lag. Voor wie heel goed kijkt is er dus ook nog een stukje cultuurhistorie te genieten.

Tekst: Jan Roosen, provincie Noord-Brabant (leadfoto: Henny Brinkhof in wijstgebied)
Foto's: Jan Roosen, (leadfoto: Henny Brinkhof in wijstgebied); Hans Boll, Saxifraga; Ed Stikvoort, Saxifraga