Veel staalsteeltjes te vinden op Schiermonnikoog

Nederlandse Mycologische Vereniging
21-AUG-2019 - Staalsteeltjes zijn paddenstoeltjes waarvan de meeste soorten in groepjes in schrale, al dan niet drassige graslanden kunnen worden gevonden. Veel natuurliefhebbers hebben nog nooit staalsteeltjes gezien, want vrijwel alle soorten zijn zeldzaam. In het westen van Schiermonnikoog werd een opvallend groot aantal Bruine zwartsneesatijnzwammen opgemerkt.

Staalsteeltjes zijn kleine tot middelgrote satijnzwammen, waarvan de stelen opvallend glad gepolijst lijken te zijn. Bij een aantal soorten zijn de stelen blauw, waardoor het lijkt alsof ze van staal zijn gemaakt. Ze behoren tot de grote groep van satijnzwammen (Entoloma), welke weer is onderverdeeld in verschillende secties. Circa 25 Nederlandse satijnzwammen behoren tot de sectie Cyanula of staalsteeltjes. Staalsteeltjes zijn prachtig om te zien maar helaas zijn de meeste soorten zeldzaam, een aantal soorten is zelfs uitgestorven. De meeste staalsteeltjes verschijnen aan het eind van de zomer, soms zelfs al in juli. Tijdens de warme, droge zomer van vorig jaar werden er nauwelijks staalsteeltjes waargenomen. Momenteel is het weer een stuk gunstiger voor paddenstoelen, want vooral in het westen en noorden van het land is er op veel plaatsen regen gevallen. De meeste staalsteeltjes zijn gebonden aan schrale, al dan niet vochtige of kalkrijke graslanden. Schrale graslanden zijn gebieden die de afgelopen decennia in Nederland qua oppervlak enorm zijn afgenomen. Het geschikte areaal wat ons nog rest dient daarom gekoesterd te worden door de beheerders. Dat geldt ook voor de paddenstoelen die afhankelijk zijn van dit zeldzame habitat, zoals staalsteeltjes. Een vondst van staalsteeltjes berust meer op geluk dan wijsheid. Ook nog omdat ze vrijwel nooit in groot aantal op de geschikte terreinen worden aangetroffen.

Bruine zwartsneesatijnzwammen tussen lage vegetatie

Regenval

Tijdens een wandeling in het westen van Schiermonnikoog werd een terrein bezocht dat bekend staat vanwege de bijzondere planten die er voorkomen zoals Spaanse ruiter, Draadgentiaan, Dwergvlas, Dwergbloem en diverse orchideën. Behalve deze planten werden er enige tientallen Bruine zwartsneesatijnzwammen (Entoloma caesiocinctum; RL: Kwetsbaar) aangetroffen. Het grote aantal exemplaren is ongebruikelijk voor een staalsteeltjessoort. Waarschijnlijk zijn de paar regenbuien van de Sporen van de Bruine zwartsneesatijnzwamafgelopen dagen hiervoor verantwoordelijk, vorige week was het weer hier nog droog en warm. Hoewel de Bruine zwartsneesatijnzwam in Nederland behoort tot het minst zeldzame staalsteeltje, zal het niet veel bezoekers zijn opgevallen. De meeste exemplaren stonden diep verborgen tussen de overigens lage vegetatie. Er werd in eerste instantie gezocht naar het zeldzame Dwergvlas (Radiola linoides; RL: Bedreigd), een miniscuul plantje dat op de locatie min of meer verborgen te vinden is tussen de wat hogere planten. Hierdoor viel het grote aantal aanwezige Bruine zwartsneesatijnzwammen pas goed op. Schiermonnikoog heeft, net als grote delen van ons land, te kampen met een neerslagtekort. De regenwolken ontladen zich liever boven het vasteland of boven zee dan boven het eiland zelf. Flinke regenval zou het eiland goed doen, maar de buien drijven over. Misschien goed voor het toerisme, maar niet voor de duinvalleien.

Beschrijving

Verspreiding Bruine zwartsneesatijnzwamDe Bruine zwartsneesatijnzwam heeft een fijn gestreepte, bruine (geelbruine tot roodbruine) hoed en een doorsnede tot veertig millimeter. In het midden is de hoed iets ingedrukt. Bij jonge exemplaren is de uiterste hoedrand blauwig. De aangehechte tot licht aflopende lamellen zijn wit- tot grijsroze met een zwartblauwe lamelsnede. De cilindrische tot samengeknepen steel is naar beneden toe dikker, twintig tot tachtig millimeter lang en één tot vijf millimeter dik. De kleur van de gladde steel varieert van lichtblauw tot grijsbruin of bruin. In Europa is de Bruine zwartsneesatijnzwam alom vertegenwoordigd maar zeldzaam, zowel in het laagland als in bergachtige streken.

Tekst en foto's: Martijn Oud, Nederlandse Mycologische Vereniging
Kaart: Verspreidingsatlas.nl