Observerende wolf

Toename van Nederlandse draagvlak voor de wolf

Zoogdiervereniging
17-JUN-2020 - In 2012 was 45% van de Nederlandse bevolking positief ten opzichte van de natuurlijke terugkeer van de wolf. Inmiddels is dit gegroeid naar 57%. De wolf hoort volgens deze mensen thuis in Nederland. Dit geldt ook voor bewoners van gebieden waar wolven voorkomen. Wel is de Zoogdiervereniging van mening dat er nog belangrijke zaken liggen die opgepakt moeten worden door de overheid.

Dit blijkt uit het onafhankelijke onderzoek dat Motivaction in opdracht van het Ministerie van LNV heeft uitgevoerd en vandaag is aangeboden aan de Tweede Kamer. Het onderzoek is uitgevoerd naar aanleiding van de moties van de CDA/VVD en SP/GroenLinks.

Draagvlak voor wolf is groot

Meer dan de helft van de Nederlanders (57%) heeft een positieve houding ten aanzien van de natuurlijke terugkeer van de wolf. Recreëren in wolvengebieden is zelfs populair. De meeste mensen zouden een ontmoeting met een wolf een spannende ervaring vinden (66%) en zeker ook bijzonder (77%). Inwoners van wolvengebieden geven zelfs nog iets vaker aan dat zij zo’n ervaring bijzonder zouden vinden (81%). Ook blijkt uit het onderzoek dat Nederlanders relatief veel weten over het gedrag van wolven en de wolf ongevaarlijk voor mensen vinden.

Problemen oplossen daar waar ze voorkomen

De tegenstanders van de wolf (18%) vinden dat er te weinig ruimte is voor wolven en zijn bang voor predatie op vee en het ontstaan van gevaarlijke situaties. Daarom is het van essentieel belang dat er duidelijk en sterk beleid is op het oplossen van de problemen daar waar ze voorkomen. Het Interprovinciaal Wolvenplan uit 2019 is hiertoe een solide basis. De uitvoering van dit plan heeft er recentelijk in Noord-Brabant toe geleid dat de wolf die in korte tijd veel schapen heeft aangevallen uit dit gebied vertrokken is. Dit is een succes voor alle betrokken partners, waaronder de betrokken agrariërs. Het is cruciaal om van dit succes te leren en te zorgen dat dit in toekomstige gevallen snel tot eenzelfde resultaat zal leiden.

Huiswerk voor de overheid

Het Interprovinciaal Wolvenplan biedt een solide basis voor het wolvenbeleid, maar mist nog nadere uitwerking. Het is tot op heden onduidelijk welke gebieden in Nederland een verhoogd risico lopen op aanvallen van wolven op schapen, bijvoorbeeld vanwege de ligging nabij roedels in binnen- en buitenland of vanwege de landschappelijke stuwing van wolven door waar snelwegen, rivieren en natuurgebieden gesitueerd zijn. Zelfs wanneer dit bekend is, hebben de meeste provincies nog geen handelingsperspectief ten aanzien van snelle interventie bij problemen. Denk hierbij aan setjes met wolfwerende maatregelen die op zeer korte termijn inzetbaar zijn in een regio en coaching van schapenhouders die getroffen zijn door een aanval van een wolf. Door deze coaching worden schapenboeren en de lokale omgeving geïnformeerd en geadviseerd over zowel de wolf als desbetreffende preventieve maatregelen. Daarbij staat laagdrempeligheid en persoonlijk contact centraal.

Integrale aanpak van het wolvendossier

De Zoogdiervereniging is zeer verheugd dat de minister in gesprek gaat met de provincies over een meer integrale aanpak op het wolvendossier. Op dit moment biedt het Interprovinciaal Wolvenplan aanknopingspunten voor provincies over hoe ze met hun wettelijke verantwoordelijkheden om moeten gaan. Echter, het wolvendossier is, net zoals veel natuurdossiers, veel groter dan alleen de juridische randvoorwaarden. Het gaat ook over in gesprek gaan met elkaar over wat dit dossier zo spannend maakt en gerichte aanpak van preventieve maatregelen in gebieden met verhoogd risico op schade. Daarnaast is het communiceren over wat de wolf is en doet ontzettend belangrijk voor een verder begrip van hoe we kunnen samenleven met wolven.

Tekst: Glenn Lelieveld, Zoogdiervereniging
Foto: Dick Klees