Adder

Dikke dames in het zonnetje

Stichting RAVON
22-JUL-2020 - Bij adder en gladde slang zijn in de zomermaanden de mannetjes vrijwel onvindbaar. Het grootste deel van de waarnemingen voor deze soorten bestaat in juli uit drachtige vrouwtjes. De vrouwtjes van de levendbarende reptielen zijn in feite rondkruipende broedmachines. Ze verplaatsen zich nauwelijks en zonnen in deze tijd relatief veel op vaste ligplaatsen.

De vrouwtjes van adder en gladde slang zijn (eier)levendbarend, dat betekent dat de jongen zich in een ei in het moederlichaam ontwikkelen, waarna ze in augustus levende jongen baren. De slangen die je nu op de heide en in hoogveen kunt vinden, zijn eind juli en begin augustus op hun dikst; ze staan dan ook vlak voor het punt van bevallen. Ze eten niet of nauwelijks en zijn zwaar en vrij immobiel, waardoor ze vaak op vaste zonplekken te vinden zijn.

Drachtige addervrouw

In tegenstelling tot wat veel mensen verwachten, houden levendbarende reptielen zich juist schuil bij hoge zomertemperaturen. Ze laten zich vooral zien op de wat koelere, half of geheel bewolkte zomerdagen bij relatief lage gevoelstemperaturen van rond de 20 graden. Op hete zomerdagen (>25 graden) zonnen ze maar heel kort in de ochtend- en avonduren. Midden op de dag zijn ze goed opgewarmd en zoeken deze slangen juist de koelte en schaduw op. De mogelijkheid tot afkoelen is even belangrijk als opwarming: alleen zo kunnen de dieren hun optimale bedrijfstemperatuur reguleren en drogen ze niet uit. Op warme zomerdagen is de benodigde koelte en vocht vooral te vinden onder grote gras- en heidepollen en daarin zijn de goed gecamoufleerde dieren nauwelijks te vinden.

Hoogdrachtige levendbarende hagedis

Hetzelfde geldt overigens ook voor de levendbarende hagedis. Ook dit is een soort die nu op het punt van bevallen staat. De evolutie van levendbarende soorten is deels een aanpassing aan het leven in noordelijke, relatief koude streken. Dankzij deze aanpassing komen adder en levendbarende hagedis in Scandinavië zelfs tot boven de poolcirkel voor.  

Tekst en foto's: Raymond Creemers, RAVON