Afgegraven Bokkenorchis Zeeland

Weer zeldzame Bokkenorchissen vernield - hoe kunnen we hiervan leren?

FLORON, Natuurbeschermingsvereniging De Steltkluut
1-JUL-2021 - Zó trots was provincie Zeeland in 2020 op de zeldzame Bokkenorchissen dat ze de vondst van de plant opnam in het interne blad, Provinciewerk. De Bokkenorchis is een beschermde orchidee die er op zijn minst zes jaar over doet om zich te ontwikkelen van zaad tot bloeiwijze. Minder dan zes uur waren nodig om de hele vindplaats te vernietigen. Wat liep er mis en hoe voorkomen we dit soort incidenten?

Het begon in 2020. Tijdens een inventarisatie werd een vindplaats van de zeldzame, beschermde Bokkenorchis vastgesteld. Zo’n 22 exemplaren werden geteld in de berm van de provinciale weg N258 bij het Zeeuws-Vlaamse Axel. Bert van Broekhoven (Natuurbeschermingsvereniging De Steltkluut), vinder van het eerste uur, maakte melding van de vindplaats via Waarneming.nl en Nathalie De Somer (De Steltkluut) stelde de beheerder, de provincie Zeeland, op de hoogte. De provincie heeft vervolgens vastgesteld dat de plek buiten de zone stond die voor de verkeersveiligheid bij de rotonde wordt gemaaid. In juni 2021 werden 28 exemplaren geteld die spoedig in bloei zouden komen. Veelbelovende foto’s werden naar de betrokken medewerkers van de provincie gestuurd met de uitnodiging de orchideeën te komen bewonderen.

Uitgegraven

Bijna bloeiende Bokkenorchissen

Het komt regelmatig voor dat orchideeën worden uitgegraven door ‘liefhebbers’ die ze in hun eigen tuin willen zetten. Een even desastreuze als domme actie: de orchissen stellen dusdanig hoge eisen aan de bodem en zijn afhankelijk van de schimmels ter plekke dat verplanten een doodvonnis voor de planten betekent. Er kunnen ook andere scenario’s zijn waardoor de groeiplaats wordt beschadigd, zoals overmatig maaien bij bermbeheer. Om die reden hield Nathalie De Somer de vindplaats van de Bokkenorchissen regelmatig in de gaten. Op 21 juni bleek dit niet voor niets: de hele groeiplaats van de bloeiende Bokkenorchissen was weggegraven. Niet door een ondeskundige liefhebber, maar in het kader van wegwerkzaamheden aan de rotonde Axel Drieschouwen was een tijdelijke weg aangelegd, dwars over de groeiplaats heen, waarbij eerst de ondergrond was weggeschraapt. Geen enkele Bokkenorchis was gespaard gebleven. Waar eerst 28 bloeiende orchissen stonden, lag nu een zandbed met daarnaast een slordige hoop afgegraven grond. 

Voorbereiding

Een gesprek met de uitvoerder leverde op dat de aannemer niet op de hoogte was geweest van het feit dat er daar een beschermde soort groeide. Sterker nog, voorafgaand aan de werkzaamheden was de berm ter plaatse ook nog eens gemaaid. Ook hierbij waren de beschermde planten niet herkend. De conclusie is onontkoombaar: vooraf is dus niet gecontroleerd of hier zeldzame of beschermde soorten groeiden. In het geval dit wel is gebeurd, dan is verzaakt dit op te nemen in een vergunning voor de aannemer. Terwijl dit makkelijk had gekund. Bij de provincie was men op de hoogte én de plek was precies aangegeven in de Nationale Databank Fauna en Flora (NDFF). De NDFF is dé bron die veel beheerders van groene ruimten raadplegen om zich van groeiplaatsen van beschermde planten op de hoogte te stellen. Op basis hiervan kan gemakkelijk een kaartlaag gegenereerd worden van de zeldzame soorten met hun groeiplaatsen, die gebruikt kan worden bij het verlenen van een opdracht aan een aannemer. 

Alternatief

Bij het aanleggen van de tijdelijke weg was duidelijk gekozen voor de ‘makkelijkste’ plek, een schraal stuk grond waar de heg, die langs de weg staat, tijdelijk onderbroken is. Dat juist op schrale grond de meeste bijzondere planten staan, was niemand opgevallen. Was de tijdelijke weg dertig meter verder aangelegd, dan was er niks aan de hand geweest. "Deze vaststelling is onthutsend", aldus Nathalie De Somer. "Het gebeurt te vaak bij dit soort infrastructurele werken dat er niet gecontroleerd wordt of er een wettelijk beschermde soort staat. Het is eerder regel dan uitzondering. Toevallig was deze groeiplaats bekend bij onze vereniging en konden wij daardoor vaststellen dat er onvoldoende vooraf wordt gecontroleerd."

Nathalie benadrukt dat hier een kans ligt: "Op meerdere locaties waar werkzaamheden plaatsvinden, zijn er kansen om bij de uitvoering rekening te houden met zeldzame planten zonder dat daar een prijskaartje aan hangt. Zo’n check op NDFF zal dus meestal uitwijzen dat er geen bezwaar is om het werk uit te voeren. Maar juist voor die gevallen dat er wél beschermde plantensoorten groeien, zou zo’n check altijd een vast onderdeel van de opdrachtverlening aan een aannemer moeten zijn.’

De aannemer herstelt zo goed als mogelijk de situatie. In het midden is een geul waar de bodem vrijwel onberoerd is gebleven. Een kans op herstel voor de Bokkenorchis in het volgende seizoen?

Herhaling voorkomen

Boos zijn helpt niet, herhaling voorkomen wél, dus meldde Nathalie De Somer het vernietigen van de beschermde Bokkenorchissen direct bij de Regionale Uitvoeringsdienst Zeeland (RUD), die verantwoordelijk is voor het toezicht en de handhaving. Hun doelstelling was tweeledig: vaststellen of er op korte termijn nog planten te redden waren en het voorkomen van een herhaling van een dergelijke overtreding. Nathalie De Somer: "Ik heb ook contact opgenomen met een aantal ervaringsdeskundigen om opties te verkennen. Uit ervaringen van onder andere Awie de Zwart bleek dat de plaggen elders neerleggen zeer waarschijnlijk zinloos is. Dat was zo uitgevoerd bij werkzaamheden bij het Zwin en bij de veerhaven in Breskens, maar op beide plekken hadden de orchideeën het niet overleefd. Op een andere plek had deze aanpak voor het verplaatsen van Harlekijn wel gewerkt. Bij het project ‘Antwerpse Haven Natuurlijker’ had het Belgische Natuurpunt positieve ervaringen met een aangepaste werkwijze voor het verplaatsen van orchideeën, bijvoorbeeld als er exemplaren groeiden waar graafwerkzaamheden voor een pijpleiding nodig waren. De planten werden als plag verplaatst en zo dicht mogelijk bij de oorspronkelijke groeiplaats weer ingeplant, met maatregelen voor extra grondwaterinfiltratie, en afscherming met werfhekken zodat de condities nauwelijks verschilden van de oorspronkelijke plek en de ondergrondse verbindingen zich konden herstellen."

Nathalie vervolgt: "Op de groeiplaats in Axel zou het opnieuw verwijderen van het zandbed en het maximaal herstellen van de groeiplaats na de werkzaamheden met deze afgegraven grond de oude situatie nog het best benaderen. Maar de bodem en de planten met hun verbindingen in de grond waren reeds vernietigd, dus herstel was erg onzeker. Zouden we deze kleine kans dan wel benutten?’  

Meewerkende aannemer

Stuk stengel van een afgemaaide Bokkenorchis

De volgende ochtend nam de RUD al contact op met de uitvoerende aannemer H4A om te overleggen over een mogelijke herstelactie op korte termijn. Daarbij bleek dat de aannemer de opdracht had gekregen zonder indicatie dat er mogelijk beschermde soorten stonden. Slechts drie weken eerder hadden opdrachtgever en opdrachtnemer samen de plek verkend. De RUD stond positief tegenover een herstelpoging en aangezien de aannemer zich bereid verklaarde de situatie zo goed mogelijk te herstellen, stelde Nathalie De Somer zich beschikbaar om dit te begeleiden. Nathalie De Somer: "De respons van de RUD en de reactie van de uitvoerder waren voor mij echt lichtpunten in dit verhaal. De locatie ter plaatse herstellen was het beste wat we op korte termijn konden doen, zonder garantie op succes. De volgende dag al heeft de aannemer de tijdelijke weg weer uitgegraven en de oorspronkelijke plaggen teruggelegd. Het zand is voorzichtig verwijderd zonder de ondergrond verder te beschadigen. De bovenlaag is teruggestort op de plek waar die was afgegraven en zachtjes aangedrukt. Daarbij zijn slechts twee stukken stengel van de Bokkenorchis teruggevonden."

Bij de herstelwerkzaamheden bleek nog een lichtpuntje te zijn. Nathalie De Somer: "Bij het afgraven werd al gauw het volgende duidelijk: in het midden was een wat diepere geul aanwezig en was de oorspronkelijke grond niet afgegraven, deze was onberoerd gebleven. De exemplaren van de Bokkenorchis die hier stonden hebben nu opnieuw een kans om op te komen in een volgend seizoen. Uit deze exemplaren zou op termijn een nieuwe populatie kunnen groeien. Zonder de bereidwilligheid van alle partijen om op korte termijn actie te ondernemen, zou deze kans onbenut zijn gebleven."

Koffie in de keet

Tijdens de koffiepauze in de werkkeet liet Nathalie De Somer de mannen zien hoe de Bokkenorchis eruitziet en waarom dit een beschermde soort is. Ze vertelt: "De hoge, bijzondere bloeiwijze met soms meer dan honderd bloemen, de lange krullende slippen aan elke bloem, de typische bokkengeur om insecten te lokken, dat zijn kenmerken van de plant. Bij het beheer van de soort is het belangrijk om niet te maaien tot het zaad volledig verspreid is, pas half augustus mag er weer gemaaid worden. De bladrozetten van de Bokkenorchis vertonen zich weer vanaf september."

De bespreking leidde tot uitstekende opmerkingen, zoals: "Een kaart met de precieze GPS-locatie van deze beschermde soort had ons geschikte informatie geven bij de uitvoering."

Van Bokkenorchissen is bekend dat zij zich niet laten beroeren of verplaatsen, de locatie waar de plant zelf kiest te groeien is precies geschikt qua ondergrond en bodemleven door de aanwezigheid van bepaalde schimmels, soms kalkrijk en vaak met zavel, regelmatig langs wegkanten. De soort doet er minimaal zes jaar over om zich van zaad tot rozet en tenslotte tot een indrukwekkend bloeiend exemplaar te ontwikkelen. De fijne zaden worden voor midden augustus verspreid. Pas dan is de plant in zijn missie om zich voort te planten geslaagd.

Leerpunten 

Bloeiende Bokkenorchis

De vraag is natuurlijk hoe dit soort onwenselijke – en onwettige – situaties voorkomen kunnen worden. In de Gedragscode Provinciale Infrastructuur (pdf: 1,1 MB) staat wel omschreven dat er vooraf onderzoek gedaan dient te worden naar zeldzame planten, maar bij deze en andere opdrachten blijkt dit vaak niet te gebeuren. Uit dit geval blijkt echter dat dit geen onwil is, maar simpelweg het ontbreken van deze noodzakelijke controlestap in het gehele opdrachtproces.

Na het signaleren was de samenwerking tussen RUD, aannemer H4A en natuurvereniging De Steltkluut bijzonder constructief. Marleen Blommaert, voorzitter van De Steltkluut, onderschrijft dit en dankt alle betrokkenen voor het goede werk, maar stelt ook dat de verantwoordelijkheid voor dit soort processen primair bij de beheerders ligt. De RUD komt dit soort situaties in het werk veel tegen en beaamt dit.

Stichting FLORON houdt zich bezig met floristisch onderzoek in Nederland. Baudewijn Odé van FLORON komt in zijn werk ook veel van dit soort situaties tegen en is benieuwd hoe de provincie Zeeland haar verantwoordelijkheid om wilde soorten te beschermen waar zal maken.

Nathalie De Somer is voorzichtig optimistisch: "Ik merk dat er steeds meer mensen in het veld belangstelling krijgen voor biodiversiteit en bijzondere soorten, en dat is nodig om deze soorten een toekomst te geven. Daarnaast kost het simpelweg veel geld om dit soort fouten te repareren (als dat al lukt) dus zowel de beheerder als de uitvoerder hebben er duidelijk belang bij om vernietiging te voorkomen. En dat kan meestal eenvoudig, met een verplichte controlestap in het vergunnen van de opdracht, want veel vindplaatsen van zeldzame planten zijn reeds precies gedocumenteerd. Natuurlijk zijn wij als vrijwilligers altijd bereid om te helpen om een soort te identificeren, maar het blijft de taak van de professionals, de beheerder en de aannemer, om hun verantwoordelijkheid waar te maken."

Tekst en foto's: Nathalie De Somer, Natuurbeschermingsvereniging De Steltkluut