Nieuwe technologieën voor biodiversiteitsmonitoring op afstand
Instituut voor Biodiversiteit en Ecosysteem Dynamica (IBED)Onpartijdige, geïntegreerde en regelmatig bijgewerkte gegevens over biodiversiteit en functies van ecosystemen zijn noodzakelijk om het EU-beleid te onderbouwen. Toch blijven de inspanningen om dieren en planten in ruimte en tijd te monitoren versnipperd. Dit gebrek aan gegevens leidt tot lacunes in de monitoring van de biodiversiteit, en dat kan een negatieve invloed hebben op het vormen van beleid.
Biodiversiteit met hoge resolutie in kaart brengen
Het onlangs door de EU gefinancierde MAMBO-project wil nieuwe instrumenten ontwikkelen, testen en implementeren voor het monitoren van soorten en habitats waarvoor nog steeds belangrijke kennis mist. "Het MAMBO-project gaat algoritmen uit de kunstmatige intelligentie gebruiken om soorten te vinden via beeld en geluid, en om informatie af te leiden uit remote sensing van satellieten, vliegtuigen en drones", zegt universitair hoofddocent W. Daniel Kissling van het Instituut voor Biodiversiteit en Ecosysteem Dynamica (IBED) van de UvA. "Daarmee kunnen we in kaart brengen waar en wanneer soorten voorkomen en wat hun leefomstandigheden zijn.
In het MAMBO-project - voluit Modern Approaches to the Monitoring of BiOdiversity - zal IBED zich vooral richten op het gebruik van laserscandata uit vliegtuigen om de structuur van vegetatie en habitats in kaart te brengen, met een zeer hoge ruimtelijke resolutie. "Honderden miljarden punten van landelijke laserscan-onderzoeken vanuit de lucht zijn om te zetten in vegetatiekenmerken, met behulp van geavanceerde high-performance computing workflows. Daarmee kunnen wij op afstand de driedimensionale structuur van de vegetatie kwantificeren. Zoals de hoogte van bomen, struiken en gras, of de verticale verdeling van de biomassa in verschillende lagen van de vegetatie", legt Kissling uit.
Betere en kosten-effectievere monitoring
In samenwerking met een groot aantal belanghebbenden, zoals beheerders van beschermde gebieden, brengt het project eerst de behoeften in kaart. Het consortium gaat vervolgens digitale sensoren inzetten op geselecteerde demonstratielocaties in heel Europa, om de omvang en de toestand van habitats in kaart te brengen. Dit zal een verbeterd en kosten-effectiever monitoringsysteem opleveren voor gevoelige soorten en habitats. Een kosten-batenanalyse en het testen van de instrumenten kunnen aantonen of de MAMBO-aanpak is op te schalen en algemeen beschikbaar te maken in de EU en daarbuiten.
Multidisciplinaire aanpak
De aanpak van MAMBO is multidisciplinair, waarbij naast technische expertise op het gebied van informatica en remote sensing, ook gebruik wordt gemaakt van sociaalwetenschappelijke kennis over interacties tussen wetenschap en beleid, milieu-economie en citizen science. Dit wordt gecombineerd met kennis over soorten, ecologie en instandhoudingsbiologie.
Bij het project, dat medio september van start is gegaan, zijn tien partnerinstellingen uit zeven EU-landen en het Verenigd Koninkrijk betrokken. "Het is cruciaal om samen te werken met belanghebbenden in het veld", zegt Kissling. "Zij zijn degenen die inzicht hebben in hoe gebieden en soorten veranderen. Maar ze beschikken vaak niet over de technologische kennis en computervaardigheden om met nieuwe technologieën veranderingen te vinden en meten."
De andere Nederlandse partnerorganisatie in het consortium is Naturalis Biodiversity Center. "De MAMBO dans je niet alleen," zegt werkpakketleider prof. dr. Koos Biesmeijer. "Onze instrumenten zullen aansluiten op het diverse landschap van EU- en nationale projecten en infrastructuren, zodat iedereen die geïnteresseerd is in biodiversiteitsmonitoring er zijn voordeel mee kan doen."
Tekst: IBED
Foto: Külli Kolina (leadfoto: bos in natuurgebied Meenikunno, Estland), Wikimedia Commons