Kleine heremietkreeft - primair

De week van de kleine heremietkreeft

SoortenNL, Stichting ANEMOON
2-OKT-2023 - De Cruijff-wijsheid ‘Elk nadeel heb zijn voordeel’ geldt ook voor de kleine heremietkreeft, ook wel boksertje genoemd. Zandsuppleties versterken de kust, maar veroorzaken tijdelijk grote sterfte van bodemdieren. Positief is dat stranden breder worden met meer geulen, waarin nu honderden boksertjes rondstruinen. Daarom is het de week van de kleine heremietkreeft.

Kleine heremietkreeft, te herkennen aan de grote linkerschaar en aan de geveerde voelsprietenAl eerder berichtten we uitgebreid over het paargedrag en andere bijzonderheden van het boksertje. Deze koosnaam wordt vaak gebruikt voor de kleine heremietkreeft, omdat de houding van de scharen en soms ook de manier van bewegen sterk doen denken aan die van boksers. Kleine heremietkreeften worden ongeveer 2,5 centimeter groot, in tegenstelling tot de grote heremietkreeft die wel 10 centimeter kan worden. Heremietkreeften leven in lege slakkenhuisjes. Zo beschermen ze hun weke worstvormige achterlijf. Kenmerkend bij boksertjes is dat, bezien vanuit het dier, de linkerschaar veel groter is dan de rechter (tot 1,5 centimeter). Bij de grote heremietkreeft is dat net andersom. Ook hebben de scharen en het voorste deel van het lichaam vaak een wat blauwachtige gloed. Ze wonen vooral in huisjes van tepelhorens, alikruiken en fuikhorens. De dieren groeien snel. In februari zijn vooral kleine dieren aanwezig, in juni voornamelijk volgroeide dieren. Hoewel de meeste exemplaren in het eerste jaar sterven, kunnen ze twee jaar oud worden. Ze eten organisch materiaal en detritus van de zeebodem en vervullen zo een nuttige taak als opruimers. Ze kunnen zich snel ingraven en brengen een aanzienlijke tijd ingegraven onder het zand door. Ze voeden zich dan met de geveerde voelsprieten, die ronddraaiend boven het zand plankton uit het water vissen.

Klimaatverandering

De kleine heremietkreeft is de laatste decennia sterk toegenomen. Het is een schoolvoorbeeld van wat we een 'klimaatopschuiver' noemen; een soort die dankzij het warmer wordende zeewater en het uitblijven van zeer koude winters vanuit zuidelijke streken naar het noorden is gekomen en zich via België en Nederland inmiddels al tot voorbij de Duitse Bocht heeft gevestigd. Het verschijnen van deze soort op zich is geen nadeel. Het zijn leuke dieren, met interessant gedrag. De opkomst langs onze kust – hij is massaal toegenomen sinds ongeveer 2003 – en het oprukken in noordelijke richting is echter wel een van de vele duidelijke indicaties voor de opwarming van onze aarde, met alle gevolgen van dien.

Bij suppleties wordt vaak zand op het strand gespoten (voorgrond). Maar ook wordt zand vaak in de vooroever gebracht (achtergrond). De suppleties hebben tijdelijk een grote invloed op het onderwaterleven in de nabije kustzone van de Noordzee

Kustlijnversterking

De Nederlandse kustzone bestaat uit strand, duinen, dijken en kustplaatsen met veel verschillende functies. Door getijdenwerking, wind en golfslag verdwijnt er voortdurend zand in zee. Zonder acties van Rijkswaterstaat kunnen er stukken duin in zee verdwijnen en kan het achterland onderlopen. De zeespiegelstijging en de toegenomen stormen versterken dit proces steeds meer. Om erosie tegen te gaan is Rijkswaterstaat in 1990 begonnen met het regelmatig uitvoeren van zandsuppleties voor de kust. Dat wil zeggen dat vanuit diepere delen zand op het strand of in de nabije kustzone wordt ingebracht. Door golven en wind worden daarmee de stranden breder. De wind verplaatst het zand bovendien naar de duinen waardoor deze hoger en sterker worden.

Gevolgen van zandsuppleties

Uit onder meer onderzoek van Stichting ANEMOON op basis van gegevens van het Strandaanspoelsel Monitoring Project weten we dat het aanbrengen van een grote hoeveelheid zand op de bodem vlak voor de kust tijdelijk voor sterfte onder bodemdieren kan leiden. Voor de meeste bodemsoorten geldt echter dat populaties zich binnen drie jaar weer herstellen, al treedt er vaak wel een verschuiving op ten gunste van de meer opportunistische soorten, de soorten die zich snel en massaal kunnen vestigen, zoals de van oorsprong niet-inheemse Amerikaanse zwaardschede. Ook huisjesslakken als de Gevlochten fuikhoren en de Grote tepelhoren hebben zich mede hierdoor in grotere aantallen voor de kust gevestigd.

Door zandsuppleties zijn de Noordzeestranden breder geworden, vaak ontwikkelen zich daar nu bredere geulen en plaatsen waar zeewater blijft staan. Voor een soort als de kleine heremietkreeft is dat een voordeel

Voordelen van zandsuppleties

Zoals al gezegd heeft ieder nadeel zijn voordeel. Door grote hoeveelheden zand naar de kust te brengen worden de stranden breder en natuurlijker. Er kunnen zich weer duintjes op het strand ontwikkelen, het reliëf van het strand wordt veel dynamischer en er komen meer geulen waarin bij laagwater zeewater blijft staan. Voor dieren als garnalen en krabben die in de getijdenzone foerageren en/of zich voortplanten is het leefgebied daardoor toegenomen en gevarieerder geworden.

De kleine heremietkreeft komt vooral naar de zeer nabije kust en het strand om zich voort te planten. Je kunt ze op zomerdagen in de geulen bij honderden zien. Druk rondrennend en met elkaar vechtend om een partner, waarbij ze soms rondedansjes uitvoeren. Let op actief bewegende kleine slakkenhuisjes. Al snel zie je dat daar geen weke slakken, maar poten en schaartjes uitsteken. Als je ze eenmaal ontdekt hebt, valt pas op hoeveel het er zijn. En kijk ook naar de dreigende gebaren met de schaartjes; net boksers!

Meedoen met strandonderzoek

Ben je geïnteresseerd in het leven vlak voor onze kust en/of het leven op onze stranden én wil je meedoen met strandonderzoek? Of wil je eens vrijblijvend meelopen? Neem dan contact op met Stichting ANEMOON via e-mail: anemoon@cistron.nl.

Iedere week staat een plant, dier of schimmel centraal in De week van … Het is een initiatief van SoortenNL, hét kennisnetwerk voor wilde planten en dieren van Nederland. Een netwerk van organisaties die toegepast onderzoek doen en natuurgegevens verzamelen met hulp van duizenden vrijwilligers voor de bescherming van soorten en hun leefgebieden. Met die gegevens ontwikkelen we kennis over de staat van de natuur en verbeteren we beheer, beleid en betrokkenheid.

Tekst: Adriaan Gmelig Meyling, Stichting ANEMOON; SoortenNL
Foto’s: Adriaan Gmelig Meyling (leadfoto: kleine heremietkreeft); Marion Haarsma